België na de abortuswet
Sinds 1990 is abortus tot 14 weken niet langer strafbaar in België. Na die termijn kan een vrouw haar zwangerschap stopzetten als haar gezondheid in gevaar is of als het ongeboren kind een zware, ongeneeslijke aandoening heeft. De abortuswet leidde destijds tot de abortuscrisis. Koning Boudewijn weigerde de wet te ondertekenen en werd door de regering tijdelijk in de onmogelijkheid tot regeren verklaard. Het toont de weerstand tegen abortus, en tegelijk de vindingrijkheid van onze Belgische politici.
Dr. Demyttenaere, hoe ver staat België 30 jaar later op het vlak van abortusrechten?
Demyttenaere: “Eigenlijk niet ver, hè. De limiet van 14 weken is voor ons te laag en beperkend. Zodra een vrouw 14 weken en 2 dagen zwanger is, kan ze in België geen abortus meer laten uitvoeren en is ze genoodzaakt om hulp te zoeken in het buitenland. Sinds 2018 zijn er pogingen om die grens op te trekken naar 18 weken, maar dat is nog niet gelukt.
Intussen zitten we niet stil. Voor een abortus na 14 weken moet je naar een ziekenhuis. We bekijken nu hoe we dat naar de toekomst toe concreet zouden aanpakken. Op basis van buitenlandse cijfers schatten we dat er jaarlijks een 500-tal Belgische vrouwen naar het buitenland trekken om daar een abortus te laten uitvoeren vanwege de zwangerschapsduur. Ze trekken nu vaak naar Nederland, waar dat legaal kan. Dat zijn niet zo veel vrouwen. Ze kunnen het best in één of enkele ziekenhuis/-zen in het land worden geholpen. Het betreffende ziekenhuis specialiseert zich dan in een aangepaste psychosociale zorgverlening. We onderzoeken nu welke ziekenhuizen daarvoor in aanmerking komen en hoe ze gefinancierd zouden moeten/kunnen worden: via een conventie of apart?”
Waar kan nog vooruitgang geboekt worden?
Demyttenaere: “We pleiten ervoor om in specifieke gevallen het aantal verplichte contacten met het abortuscentrum te herleiden tot één. Tijdens covid hebben we gezien dat dit volstaat. Vrouwen die in een vroeg stadium een abortus wensten, mochten maar één keer naar het centrum komen en kregen dan de nodige voorschriften voor de abortuspil, samen met instructies. Dat is goed gegaan. We willen vrouwen die vrijheid kunnen blijven geven.
Verder lijkt de wettelijke termijn van zes dagen tussen de eerste consultatie en de ingreep ons te lang. Veel vrouwen hebben hun beslissing al genomen en ervaren die termijn als een beperking. Die termijn is overigens vrij willekeurig gekozen. Het resultaat van politieke onderhandelingen in plaats van de praktijk? Ons voorstel is om de bedenktijd te verlagen. Vrouwen die meer tijd nodig hebben, kunnen daar dan nog altijd zelf over beslissen.
De ziekenfondsen en abortuscentra bekijken samen met het RIZIV hoe de bestaande conventie kan aangepast worden om aan die verzuchtingen tegemoet te komen.
“We weten dat sommige vrouwen het moeilijk hebben om de pil of een spiraaltje te betalen. Maak die dan gratis!”
Zijn er nog punten waarop de conventie met het RIZIV kan worden verbeterd?
Demyttenaere: “We willen meer middelen voor psychosociale opvang. Op dit ogenblik krijgen vrouwen te weinig nazorg. Bovendien is een zorgpad vóór abortus nodig, met meer aandacht voor anticonceptie. Nu zijn voorbehoedsmiddelen gratis tot 25 jaar. Maar waarom zouden we dat niet uitbreiden naar alle kwetsbare groepen? We weten dat sommige vrouwen het moeilijk hebben om de pil of een spiraaltje te betalen. Maak die dan gratis! En in België is er sowieso nog werk te doen op het vlak van educatie over anticonceptie. Eenvoudige zaken als: wat is anticonceptie, hoe werkt dat?”
Meer inzetten op seksuele opvoeding
Krijgen jongeren onvoldoende informatie op school?
Demyttenaere: “Ik heb zelf eens aan een klas 17-18-jarigen lesgegeven over anticonceptie. Ik stond versteld van hun gebrekkige kennis. We moeten met dat onderwerp meer naar buiten komen. En die educatie moet op tijd komen. Sommige meisjes krijgen hun eerste maandstonden op 11 jaar. Je moet jongeren dus in of zelfs voor het eerste jaar van het secundair onderwijs aanspreken en niet als ze 16 of 18 jaar oud zijn. Dat gebeurt op veel plaatsen al, maar blijkbaar nog onvoldoende.”
Bestaat er in België nog steeds een schroom om over seksualiteit te praten?
Demyttenaere: “Er is nog altijd een gêne om over anticonceptie te praten. Onder andere daardoor hebben we nog betrekkelijk veel laattijdige abortussen. Abortus moet ook veel meer bespreekbaar worden. De abortuscentra zijn te weinig zichtbaar. Vrouwen vinden ze vaak moeilijk. Verder moet de mogelijkheid van een zwangerschapsafbreking meer aandacht krijgen in de hulpverlening. Neem bijvoorbeeld de tool Born in Belgium Professionals, een heel goed initiatief. Het is een digitaal platform dat peilt naar alle mogelijke kwetsbaarheden bij zwangere vrouwen. Op die manier kunnen hulp- en zorgverleners hen naar de juiste zorg toeleiden en outreachend werken. Nu, die tool houdt nog onvoldoende rekening met een ongeplande zwangerschap als kwetsbaarheid. Vrouwen die mogelijk een abortus wensen, krijgen dus onvoldoende informatie over abortuscentra. Dat moet anders.
Het is belangrijk dat vrouwen hun zwangerschap in veilige omstandigheden kunnen beëindigen. Ik heb een tijdje in Zuid-Afrika gewerkt. Als je een 19-jarig meisje verliest aan de gevolgen van een onveilige abortus, dan weet je waarom abortus uit de taboesfeer moet worden gehaald. Wereldwijd gaat het om miljoenen jonge vrouwen die overlijden aan de gevolgen van een slecht uitgevoerde zwangerschapsafbreking. En dat allemaal door taboes, en een onvoldoende toegang tot anticonceptie en educatie.”
Een wereldwijd gezondheidsprobleem
De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat 45% van alle zwangerschapsafbrekingen (bijna 33 miljoen ingrepen) in onveilige omstandigheden gebeurt. In Latijns-Amerika en Afrika stijgt dat aandeel tot ongeveer 3 op de 4 abortussen. De situatie in Afrika is schrijnend. Voor bijna de helft van de abortussen wenden de vrouwen zich tot onopgeleid personeel dat gevaarlijke en invasieve methodes gebruikt. Taboes en de afwijzende houding van zorgverleners drijven vrouwen tot die gevaarlijke keuze.
“Wij verdedigen een gezondheidszorg die toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsvol is. En abortus is zorg. Het mag dus niet clandestien gebeuren.”
Kan u meer vertellen over uw werk in Zuid-Afrika?
Demyttenaere: “In Zuid-Afrika hebben vrouwen weliswaar het recht om hun zwangerschap te beëindigen, maar binnen de zwarte gemeenschap is het vaak een taboe. Ook vinden veel van die vaak zeer jonge vrouwen niet de weg naar centra waar het wel veilig kan. Ze missen de kennis, en worden nog altijd als vrouw achtergesteld. Ze gaan dan naar zogenaamde sangoma’s of sjamanen die hen doorverwijzen naar obscure achterbuurten waar ongeschoolde vrouwen de ingreep uitvoeren onder totaal onveilige omstandigheden.
Vanuit het ziekenhuis hebben we met een aantal mensen toen een campagne over ongewenste zwangerschappen gehouden in de omliggende zwarte woonwijken. We wilden vrouwen informeren en tonen dat ze in bij ons in het ziekenhuis wél veilig terechtkonden. Dat is ons niet in dank afgenomen. Sommige omwonenden kwamen ons zelfs met wapens achterna.
Ik heb in Aalst eens een lezing van dr. Denis Mukwege bijgewoond (een Congolese gynaecoloog die bekend is door zijn strijd tegen seksueel geweld in conflictgebieden en er in 2018 de Nobelprijs voor de Vrede voor gekregen heeft, n.v.d.r.). Zijn getuigenis was een schok voor de aanwezigen. Soms denk ik dat we tegenstanders van abortus op dezelfde manier moeten wakker schudden: aan de hand van expliciete woorden en beelden tonen wat de vaak catastrofale medische gevolgen van een onveilige abortus zijn. Een buik die vol etter zit omdat de vrouw niet in een ziekenhuis terechtkon. Dat vergeet je nooit meer.”
Spelen zo’n ervaringen mee, wanneer Solidaris FOS steunt?
Demyttenaere: “Vandaag staat solidariteit onder druk. In onze ogen telt iedereen mee. (nadrukkelijk) Iedereen heeft zelfbeschikkingsrecht. Het kader voor dat recht moet ruim genoeg zijn. Wij verdedigen een gezondheidszorg die toegankelijk, betaalbaar en kwaliteitsvol is. En abortus is zorg. Het mag dus niet clandestien gebeuren. Het moet uit de taboesfeer, ook in België.”
De strijd voor de toegang tot anticonceptie, seksuele voorlichting en een veilige zwangerschapsafbreking is dus nog niet gestreden. Zelfs niet in België. Een geëngageerde gynaecoloog brengt daarbij een praktisch perspectief in de ethische discussies. De verhalen van dr. Demyttenaere over de situatie Zuid-Afrika schudden je in ieder geval wakker.