“‘Als iemand mij ooit met één vinger aanraakt, ben ik meteen weg!’, is een van de uitspraken die ik altijd als hardste riep. ‘Misbruik overkomt mij nooit!’, is iets wat je denkt als je zo sterk in je schoenen staat als ik. Maar toch overkwam het mij. Twee jaar lang ben ik fysiek en psychologisch mishandeld door mijn vriend.”
“Ik was 22 jaar oud, studeerde bouwkunde, had een bruisend studentenleven en kom van een hele goede familie. Mij is altijd geleerd dat je als vrouw sterk in je schoenen moet staan, moet uitkomen voor wat je denkt en niet bang moet zijn van de rest. Als ingenieursstudent kon ik dat ook heel goed: mijn mannetje staan tussen al dat testosteron. Niet het typische beeld van iemand die mishandeld is geweest. Maar het zijn meestal de sterksten die het heel goed kunnen verbergen en die denken dat ze de wereld kunnen verbeteren. Let daarom altijd op de signalen die je van jezelf krijgt: ‘Huh, is dit oké om tegen mij te zeggen?’, ‘Ik zal dit maar niet meer zeggen want straks is hij weer boos’, ‘Zolang de rest denkt dat wij gelukkig zijn zal dat wel zo zijn.’
Bij mij begon achteraf bekeken alles heel rustig. Mijn vriend was mijn jeugdliefde, sterke persoonlijkheid, temperament, niet heel sterk in communicatie maar lief. We kenden elkaar al lang en ik was ervan overtuigd dat hij mijn prins op het witte paard was. Praten was niet onze sterkste kant, hij nam het mij vaak kwalijk dat ik met vriendinnen wegging en niet met hem. Of dat ik op vakantie ging met vriendinnen en niet met hem. Maar als ik met hem wilde weggaan kon dat nooit, nooit tijd, altijd werken.”
“Toch lukte het hem om mij altijd een schuldgevoel te geven als ik bij hem was. Dit werd alleen maar erger met kreten zoals: ‘Je gaat waarschijnlijk toch vreemd’, ‘Ik ben niet goed genoeg voor u’, ‘Ik kan niet leven zonder u’, ‘Jij verdient iemand anders’… Zo creëerde hij bij mij een schuldgevoel dat voor niks nodig was maar dat er wel voor zorgde dat ik steeds meer voor hem ging doen en mijzelf stilaan ging wegcijferen. Ik kreeg de drang om aan hem te bewijzen dat zijn gedachten fout waren en dat ik helemaal van hem was. Het gevolg was echter omgekeerd, het ging van kwaad naar erger tot dat ik op een gegeven moment mijn vriendinnen niet meer zag, bang was om thuis te komen en niet wist hoe ik bij hem weg moest gaan.”
“De eerste keer dat hij mij aanraakte kan ik mij niet meer herinneren, dat is het gekke van het menselijke brein: als je genoeg tegen jezelf herhaalt dat het niet is gebeurd, verdwijnt het uit je geheugen. Het enige wat ik mij herinner van die eerste keer is dat hij achteraf vroeg of ik hem zou verlaten, omdat ik ooit had gezegd dat ik bij hem weg zou gaan als hij me iets aan zou doen. Dat deed ik dus niet, alle clichés zijn waar. Hij bedoelde het immers niet zo, sorry, hij kon niet anders want ik wou niet luisteren… Dan gaat het stap voor stap steeds erger totdat je op een gegeven moment op de keukenvloer ligt en hij op je armen zit met zijn handen om je hals. Het enige wat je dan denkt is: ‘Gaat hij wel op tijd loslaten?’
Het gekke is dat ik toen niet doorhad wat er gebeurde. Ik besefte niet dat ik mishandeld werd. Niet fysiek, ook al bewezen de blauwe plekken anders, niet psychisch. Dit besef kwam pas achteraf als je over alles durft te praten met anderen. Als je durft toe te geven dat je eigenlijk niet het perfecte koppel bent en hij niet de prins op het witte paard is.
Mijn tip: praat over je relatie, met hem maar ook met anderen. Durf je dat niet? Stel jezelf dan de vraag: waarom niet? Wat wil jij verbergen voor anderen? Elk huisje heeft zijn kruisje, maar praten helpt!”