Revolutionaire projecten
Van 1979 tot 1990 bouwde het Sandinisme aan een rechtvaardigere samenleving, dankzij landhervorming, alfabetiseringscampagnes, gezondheidsposten, bescherming van de nationale economie. Tal van internationale ontwikkelingsorganisaties liepen warm voor deze revolutionaire projecten. De liberale elite en de Verenigde Staten van hun kant bewapenden de contra’s en de burgeroorlog putte het Sandinistische regime uit. Na de verkiezingsnederlaag in 1990 werd het “ahora que ya sos libre” – “nu dat je vrij bent” – uit het populaire volkslied met tranen ingeslikt. Nicaragua ontsnapte in de daaropvolgende jaren niet aan de eisen van een wereldwijd heersende neoliberale markteconomie. Nicaragua werd na Haïti het armste land van Latijns-Amerika.
De Sandinistische partij, het FSLN, riep in 1990 het volk op tot “regeren van onderuit”, in de hoop via versterkte lokale partijstructuren mee een vinger in de pap te hebben in `s lands beleid binnen de nieuwe context. Het FSLN heeft in de loop der jaren een sterke aanhang onder de bevolking weten te bewaren en uit te breiden. Maar het imago van de partij heeft een paar flinke deuken gekregen, o.a. door het politieke pact met de toenmalige liberale president Alemán. Dit pact effende de weg voor de herverkiezing van Daniel Ortega eind 2006 met 38 % van de stemmen. Het FSLN kondigde het herinvoeren van gratis onderwijs en gratis gezondheidszorg aan en geeft meer aandacht aan plattelandsontwikkeling, toegang tot krediet en creëren van werkgelegenheid, … allemaal maatregelen die aantonen dat het de Sandinistische regering menens is om de staat een rol te laten spelen in het verzekeren van de sociale en economische rechten van de meerderheid van de bevolking.
Mikken op een meerderheid
Maar de regering heeft slechts een zeer beperkte slagkracht, want het FSLN heeft in het parlement geen meerderheid, en de staatsinkomsten zijn zeer beperkt, ondanks de miljoenensteun van Venezuela. Daarom mikt het FSLN op de absolute meerderheid bij de volgende parlementsverkiezingen in 2012, en doen ze er alles aan om hun macht nu te verankeren.
Gespannen verhoudingen
Maar hoe sociaal het Sandinistisch project ook moge zijn, feit is dat de Sandinisten een aantal sectoren tegen zich in het harnas weet te jagen, sectoren die traditioneel het sociaal project steunden. Het ondoorzichtige beheer en de kanalisering van fondsen naar de eigen achterban wekt vermoedens van corruptie en electoraal winstbejag. Een aantal ontwikkelingsorganisaties werden beschuldigd van witwaspraktijken en fraude. Hun kritiek op de regeringsstijl en op de houding tegenover oppositiepartijen, schoot blijkbaar bij de FSLN-top in het verkeerde keelgat.
De kritieken kregen voeding in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen van november 2008. Twee kleinere politieke partijen, waaronder een afsplitsing van het FSLN, werden verboden. Internationale waarnemers werden geweigerd. Dit gebrek aan transparantie wakkerde de beschuldiging van fraude vanuit de oppositiepartijen aan. Uit protest blokkeert de oppositie de goedkeuring van de nationale begroting 2009, zolang er geen hertelling van de verkiezingsuitslagen komt.
Niet zwart-wit
Blijft “un otro mundo es posible – een andere wereld is mogelijk” een haalbare utopie voor het Sandinisme in Nicaragua? Autoritarisme, machismo, cliëntelisme zijn alomtegenwoordige politieke praktijken in Nicaragua met taaie historische wortels, zowel in “linkse” als in “rechtse “ partijen. Het is voor de gewone burger, of voor sociale organisaties niet gemakkelijk om goed zicht, inzicht en doorzicht te krijgen op de huidige complexe, historisch gegroeide machtsverhoudingen in het land. Wie niet oppast, riskeert als persoon of organisatie gemanipuleerd te worden door de massamedia of meegesleurd in eenzijdige, simpele zwart-wit-interpretaties.