‘Ik was zo hard aan het huilen. Ik werd vastgebonden op de operatietafel en zonder iets uit te leggen of te waarschuwen duwden twee onbekenden een katheter tussen mijn benen. Ik schreeuwde het uit en toen vroeg iemand: “Doet het pijn?”’
Het is een van de vele getuigenissen die tijdens de actie #genoeggezwegen van de stichting Geboortebeweging. De Nederlandse organisatie zet zich in voor de vrouwenrechten tijdens de zwangerschap en bevalling. Na een oproep in 2016, verschenen er online honderden negatieve bevallingservaringen. Dit in enkele dagen tijd.
De getuigenissen zijn allemaal gevallen van wat we noemen obstetrisch, verloskundig of geboortegeweld. Een term die weinig mensen bekend in de oren klinkt, omwille van de grote taboesfeer en het schaars onderzoek dat verricht is naar deze vorm van gendergerelateerd geweld. En toch blijkt het een wijdverspreid en wereldwijd probleem te zijn. Uit internationale cijfers, blijkt het dat liefst één op drie vrouwen haar bevalling als een traumatische gebeurtenis ervaart door de acties van de vroedvrouwen en gynaecologen. De gevolgen van zo’n traumatische ervaring zijn niet te onderschatten: psychische en lichamelijke gevolgen zoals een posttraumatisch stresssyndroom (PTTS), depressieve klachten of gewoonweg een tweede zwangerschap vermijden.
Traumatische bevalling
Wat als je rechten niet worden gerespecteerd tijdens de bevalling of je wordt gedwongen tot een ingreep? Wat als jou het recht op de juiste informatie voor, tijdens en/of na de bevalling is ontzegd of je keuzevrijheid werd beperkt? Of je recht op waardige en respectvolle zorg ontnomen is? Het zijn allerlei vormen en acties die als obstetrisch geweld kunnen worden beschouwd, binnen de verloskundige context waarbij de zorgverlener niet correct of met weinig respect handelt. Men spreekt van zowel fysiek, psychisch als verbaal misbruik tijdens de prenatale en perinatale periode: het onnodig toedienen van een vaginale knip, keizersnede of medicatie, pijnlijke vaginale onderzoeken zonder voorafgaande informatie, geen keuzevrijheid in hoe te bevallen of waar tot ongepaste aansprekingen en neerbuigend taalgebruik. Het is slechts een greep uit de cases die onder de koepelterm obstetrisch geweld vallen.
Geboortegeweld in België
In België, tekenden de eerste sporen van politieke erkenning zich in april 2021. Zowel Groen als Ecolo kwam in de Senaat met de vraag voor een informatierapport over dit fenomeen. In 2020 bracht de Vrouwenraad een informatief dossier over obstetrisch geweld uit als eerste verkenning van het probleem. Dit naar aanleiding van het voorgaande onderzoek van Sophie Van Cauwelaert, een Vlaamse vroedvrouw die met haar bachelorproef over obstetrisch geweld in de Belgische ziekenhuizen de media haalde. Dat een eenduidige definitie in het Nederlands nog niet bestaat, is sprekend. De Vrouwenraad pleit dan ook voor een dringende nood aan erkenning van dit probleem, dat tot nog toe onder de radar bleef zowel binnen wetenschappelijk onderzoek als bij de media. Want zonder grondig onderzoek zal obstetrisch geweld nog steeds geen plaats krijgen op de beleidsagenda.
Oorzaken
Het is echter geen sterk afgelijnd dader-slachtoffer verhaal.Ook zorgverleners begeven zich binnen een bepaald gezondheidszorgsysteem. Dit vormt een van de eerste oorzaken volgens het verkennend rapport van de Vrouwenraad. Een groeiende efficiëntiedrang door personeelstekort, alsook de zwakke arbeidsvoorwaarden zoals lange werkuren en lage lonen voor zorgpersoneel zijn een structurele oorzaak. Bovendien is er tijdens de opleiding zelf vaak te weinig aandacht voor het respect voor de mensenrechten van vrouwen. Verdere oorzaken zijn de heersende stereotypen binnen een genderongelijke samenleving. Discriminatie op basis van afkomst, sociale klasse, seksuele voorkeur en we kunnen zo verdergaan. Vrouwen met een migratieachtergrond vinden bijgevolg minder snel de weg naar een adequate geboortezorg, evenmin dat ze alle informatie, waar ze recht op hebben, goed ontvangen. Het rapport gebiedt dan ook de toepassing van internationale en regionale mensenrechtenkaders inzake geweld in de reproductieve gezondheidszorg.
Wereldwijde strijd voor het recht op reproductieve gezondheidszorg
Dergelijke vormen van gendergerelateerd geweld tekenen zich wereldwijd af binnen gezondheidszorgsystemen. In een aantal landen in Latijns-Amerika, is de term “obstetrisch geweld” expliciet erkend als een van de uitingen van geweld tegen vrouwen en reeds onderdeel geworden van het juridisch kader. In onder andere Argentinië, Venezuela en Mexico bestaan zelfs specifieke wetten tegen obstetrisch geweld. Dat in tegenstelling tot Europa. Hoewel het onderwerp meer en meer ingang vindt binnen het publiek debat door sociale en mensenrechtenorganisaties, is er omtrent dit soort geweld tegen vrouwen nog geen enkele wettelijke erkenning. De weg richting een respectvol geboorteproces lijkt nog ver weg. De Europese Commissie erkent wel het onderliggend probleem van bevallingen, waarbij medische interventies, zonder instemming van de moeder, worden uitgevoerd.
Getuigenis uit Bolivia
Ook in de Boliviaanse gezondheidszorg is gynaecologisch geweld een probleem. In Bolivia is bijvoorbeeld slechts 10 procent van de bevolking aangewezen op het privaat gezondheidssysteem.
FOS werkt er samen met de de feministische ngo Colectivo Rebeldia. Die zet zich onder meer in voor de strijd voor seksuele rechten van de Boliviaanse vrouw. Colectivo Rebeldia probeert aan de hand van sensibilisering en vorming van jongeren in de armere wijken tienerzwangerschappen te voorkomen. Die gaan ook in gesprek over seksuele rechten en gezondheid met hen op school. Door peer-to-peer gesprekken, worden gezondheidsvaardigheden van de kwetsbare jongeren versterkt en tienerzwangerschappen teruggedrongen. Het middenveld neemt er, net als in de rest van de Andes-regio en Centraal-Amerika, de plaats in van de afwezige overheid op vlak van gezondheid.
Obstetrisch geweld is er dan ook een veelvoorkomend probleem binnen het gebrekkig Boliviaans publiek gezondheidszorgsysteem. Een systeem dat kampt met een gebrek aan personeel, lage lonen, beperkte medicijnen, etc. Laat staan dat het zorgpersoneel kon genieten van een gendersensitieve opleiding.
De getuigenis van Daniela bewijst dit. Hoewel ze de rechtmatige zorg tijdens de zwangerschap kreeg bij de private gezondheidszorg, moest ze uit financiële overwegingen noodgedwongen overstappen naar het publiek systeem. Een duidelijke case van hoe de gezondheidskloof heel groot is en de grote kwaliteitsverschillen binnen de gezondheidszorg blootlegt. Wie enkel kan terugvallen op het publiek systeem, krijgt onvoldoende informatie en niet de juiste zorg toegediend. Mede door grote tekorten aan personeel, een laag opleidingsniveau, hoge werkdruk, etc. Maar het zijn degenen, die moeten bevallen, die het eerste slachtoffer zijn. Zoals Daniela bijvoorbeeld: “Ik probeerde al liggend te persen omdat ik niet mocht rechtstaan (..) ze verplichtten me als het ware om te liggen. De dokter haalde doodleuk zijn gsm tevoorschijn. Hij bleef gewoon zeggen dat ik moest persen, terwijl hij bezig bleef met zijn gsm.”
Case van de Peruaanse Guzman
Eulogia Guzman, een Peruaanse, Quechua sprekende vrouw van het plattelandse Cusco, werd op haar 26ste het slachtoffer van obstetrisch geweld. Op 10 augustus 2003 beviel Guzman van een zoontje in het ziekenhuis, in erbarmelijke omstandigheden door medische nalatigheid. Het kindje liep er onherstelbare schade op tijdens de bevalling in een gezondheidscentrum en overleed later aan de gevolgen.
Het is de eerste emblematische zaak van obstetrisch geweld dat voor de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (IACHR) komt. PROMSEX, een van de Peruaanse gezondheidspartners, stond Guzman juridisch bij in het proces. Zo stuurden die in 2016 brieven naar het Regionale Gezondheidsdirectoraat van Cusco en het ministerie van Volksgezondheid om een einde te maken aan de intimidatie en mishandeling van Guzman.
Inheemse vrouwen zijn extra kwetsbaar omdat ze intersectionele vormen van discriminatie ervaren. Ze zijn niet alleen uitgesloten of gediscrimineerd omwille van hun geslacht, maar ook vanwege de precaire, socio-economische positie in de Peruaanse maatschappij. Peru heeft het op twee na hoogste percentage inheemse bewoners van Latijns-Amerika (24%), maar de gezondheidszorg is hier allesbehalve op afgestemd. Vaak wordt er gehandeld zonder rekening te houden met de cultuur en tradities van de gemeenschappen.
Zo is bijvoorbeeld gehurkt bevallen een normale praktijk voor vele inheemse vrouwen in de Andes-regio. Een methode die eveneens natuurlijker is dan liggend bevallen. Maar binnen de context van de reguliere gezondheidszorgvoorzieningen, wordt er hier amper rekening mee gehouden. Vrouwen worden nu gedwongen om liggend op een bed te persen met hun benen wijd gespreid, zodat het zorgpersoneel de baby comfortabeler ter wereld kan brengen.
Bovendien vormt de taal ook een grote barrière. Guzman is de Spaanse taal niet vaardig en werd zo volledig misverstaan alsook de correcte informatie ontzegd. In het geval van inheemse vrouwen, zijn de desinformatie en de angst om een klacht in te dienen groter wanneer het heel systeem werkt in een taal die zij niet kennen. De opleidingsniveau en gewoonten van inheemse worden ook genegeerd.
Bijna 20 jaar later zijn de bevallingsomstandigheden van de bijna drie miljoen inheemse vrouwen, die vandaag de dag in Peru leven, nog steeds niet veel veranderd. De gezondheidsdiensten staan nog steeds voor enorme uitdagingen om ervoor te zorgen dat ze waardig worden behandeld, met respect voor cultuur en zonder enige vorm van dwang. Ondanks het feit dat de Peruaanse staat vier jaar geleden verloskundig geweld heeft opgenomen als een van de strafbare vormen van geweld tegen vrouwen, bestaan er geen specifieke, strafrechtelijke sancties. Ook hier moeten het zelfbeschikkingsrecht over het eigen lichaam en de keuzevrijheid van de vrouw centraal komen te staan.
Internationale bevindingen
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) publiceerde in 2015 een statement met bevindingen en aanbevelingen omtrent obstetrisch geweld aan nationale overheden. Die veroordelen niet enkel de vormen van geweld als een probleem voor de volksgezondheid en mensenrechten maar pleiten ook voor een hervorming van de zorg voor vrouwen in het medische systeem. Nu zes jaar later, lijkt er aan de oproep tot wereldwijde actie weinig gehoor te zijn gegeven.
In september 2019, brachten de Verenigde Naties een baanbrekend rapport uit die de erkenning van bevallingsgeweld een boost gaf op globaal niveau. Zo wordt er getracht voldoende en uitgebreid in te gaan op wat kan gezien worden als dergelijke gevallen geweld: zo spreken die onder andere over misbruik tijdens de bevalling, overdreven medicalisering, onnodige of zonder toestemming toedienen van fysieke ingrepen zonder geïnformeerde toestemming. Bovendien is de mensenrechtenbenadering ook van belang in dit rapport. Die pleiten dan ook voor het respecteren van de autonomie en het vooropstellen van de informed consent.
Wereldwijde beweging in opmars
Ondertussen nemen wereldwijd de sociale en mensenrechtenorganisaties toe die rechten vragen voor vrouwen op het vlak van reproductieve gezondheid en rechten, ook tijdens het geboorteproces. Niet alleen in Nederland werd de #Genoeggezwegen massaal gedeeld, maar ook in andere landen vindt dit onderwerp, mede dankzij het internet, meer de intrede binnen de publieke opinie. In Frankrijk werd de hashtag #PayeTonUtérus bekend en in de Verenigde Staten is de ‘Roses Revolution’ een grote beweging aan het worden.
In België diepte de coronacrisis de problemen, die er reeds waren in de geboortezorg, nog verder uit. Sommige ziekenhuizen scheidden moeder en kind, net na de bevalling uit vrees voor besmetting. Er was ook heibel in de verloskamer over het verplicht dragen van een mondmasker tijdens de bevalling. Sommige ziekenhuizen pasten dit beleid toe ook al had je een negatieve coronatest afgelegd.
Vroedvrouw Sophie van Cauwelaert, die met haar bachelorproef obstetrisch geweld in de mediawereld binnenbracht, ondervindt zelf dat geboortezorg niet als prioritair tijdens de crisis werd gezien. Naar het Nederlands voorbeeld, richtte van Cauwelaert onlangs mee het platform ‘Voor Respectvolle Geboorte’ op: “Vrouwen krijgen vaak te horen dat een gezonde baby alles is wat telt. Alsof zij er niet toe doen. Maar gezondheid is meer dan fysieke gezondheid alleen. Als een vrouw een geboortetrauma oploopt, heeft dat een zware impact op haar mentale welzijn.”
Een ding is duidelijk: zowel in België als internationaal, draait het in se om het respecteren van de mensenrechten van vrouwen. Daarom is het belangrijk dat obstetrisch geweld wettelijk als een strafbaar feit erkend wordt én de gepaste sancties voorzien worden. Bovendien moet vaardig zorgpersoneel een topprioriteit worden. Overal staat de zorg onder druk. Iets wat de coronacrisis enkel maar heeft uitgediept. Hoog tijd voor meer onderzoek, erkenning, en bestraffing. Omdat een geboorte allesbehalve een traumatische aangelegenheid mag zijn.
Dit artikel kadert binnen de campagne Gelijk maakt Gezond, die FOS samen met de socialistische partnerorganisaties NVSM, S-Plus en Viva-SVV lanceerde in maart 2021. Binnen de campagne werkten we een aantal politieke eisen voor een beleid dat inzet op meer gelijkheid en betere gezondheidsvaardigheden voor iedereen. Het sensibiliseren omtrent thema’s zoals bevallingsgeweld kadert hier dan ook binnen.
Toegankelijke en betaalbare gezondheidszorgsystemen:
- investeren in sterke publieke diensten
- inzetten op nabijheid
- aandacht voor groepen met een risico op kwetsbaarheid zoals o.a zwangere vrouwen
Iedereen telt mee
- leave no-one behind principe
- inzetten op preventie en gezondheidspromotie afgestemd op de doelgroep
- Inzetten op vorming en begeleiding van het gezondheidspersoneel rond gezondheidsvaardigheden
- peer-to-peer gesprekken
De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen nastreven
- SDG 3: goede gezondheid en welzijn.
- SDG 10: ongelijkheid verminderen.
- SDG 5: richting een gendergelijke samenleving.