In de aanloop van de verkiezingen liepen de gemoederen al op. Na de verkiezingen, waarbij het Boliviaans kiestribunaal Evo Morales als ruime winnaar aanduidde met 47 procent, nam de onrust alleen maar toe. Na geruchten over fraude, riep verloren centrum-rechtse presidentskandidaat Mesa op tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Dat deed hij nog voor iemand het eindresultaat kende.
Escalatie
Toen de Organización de los Estados Americanos (AOS) haar eerst voorlopige bevindingen publiceerde, ging het plots heel snel. De organisatie stelde dat een overwinning van Morales in de eerste ronde onzeker is omwille van een groot aantal onregelmatigheden. Delen van het Boliviaanse politiekorps ging aan het muiten. Vervolgens drong het leger aan op het ontslag van de president, nog voor het einde van zijn lopende ambtstermijn. Het geweld hield aan en haatmisdaden vonden plaats over het hele land.
Morales trad af voor het “welzijn van het land” in de hoop zo “een einde te maken aan het geweld” en ontvluchtte uiteindelijk Bolivia. Jeanine Añez, tweede vicevoorzitter van de senaat en fervent tegenstander van Evo Morales, riep zich zonder vereiste parlementaire steun uit tot interim-president met onmiddellijke bijval van de Verenigde Staten en extreem conservatief oppositiefiguur Camacho.
Dat alles heeft het geweld en de onrust niet kunnen bezweren. De situatie is intussen moeilijk te doorgronden. Verschillende fracties bekampen elkaar, ook fysiek. Daarbij duiken beelden op van racistisch en sterk ideologisch getinte agressie. De rol die het leger en de politie hierbij spelen roept heel wat vragen op.
FOS veroordeelt de militaire inmenging in het verkiezingsproces. We zijn heel bezorgd over de huidige ontwikkelingen en roepen alle partijen op tot dialoog. We vragen dat de huidige transitieregering het recht op manifestatie eerbiedigt.
De-escalatie van het geweld, een herstelling van de democratie en het behoud van het plurinationaal karakter van het land is de enige uitweg.