Daarom is boerenorganisatie Ucama in 2008 gestart met een gezondheidsproject, met de steun van fos en De Voorzorg Limburg. De organisatie heeft sindsdien al in zes gemeenschappen een gezondheidsteam opgericht, waarin telkens zes vrijwilligers actief zijn. Ze krijgen een opleiding van de lokale overheidsdiensten en informeren de mensen van hun dorp over belangrijke thema’s op tal van manieren. Ze doen huis aan huis bezoeken, gaan spreken in ziekenhuizen en scholen, maar vaak bereiken ze het meest mensen met hun toneelstukken en liedjes. Deze optredens staan bekend als ‘magneet’ theater omdat ze vaak honderden kijkers aantrekken, jong en oud. De vrijwilligers betrekken het publiek en leven zich uit in hun rol. En zo brengen ze de boodschap over. Het publiek krijgt informatie om zich te beschermen tegen te voorkomen ziekten en verantwoordelijkheid voor hun welzijn op te nemen. Maar bovenal helpt het hen inzien dat ze recht op gezondheidszorg hebben en dat de overheid daarvoor verantwoordelijk is. Het moedigt een proactieve houding aan.
Naast preventie heeft het project ook al de nodige materiële steun aangereikt, zoals fietsambulances, bronnen, latrines, en het meest recent: twee moederhuizen. Dat zijn wachtruimtes naast een ziekenhuis voor zwangere vrouwen. Wanneer de bevalling zich aandient, kunnen ze zeker zijn dat er een gezondheidswerker aanwezig is en zo nodig ook spoedhulp.
Al deze waardevolle zaken hebben bijgedragen aan de gezondheid en levensverwachting van mensen. En het heeft natuurlijk ook Ucama populair gemaakt. Maar het laatste wat de organisatie wil, is dat mensen van hen gaan verwachten dat ze gezondheidsdiensten voorzien. Integendeel: ze willen de gemeenschappen ondersteunen die zelf initiatieven nemen, verantwoordelijkheden én kosten willen delen. Zo zijn de twee moederhuizen er gekomen: twee gemeenschappen vroegen om deze moederhuizen omdat ze zich ervan bewust waren dat het moeder- en kindsterfte tijdens de bevalling zou kunnen terugdringen. Een moederhuis bouwen kost 3000 euro en duurt vier maanden. In overleg met Ucama en de gezondheidsdienst van het district, werd afgesproken dat de gemeenschap zou bijdragen door de stenen te voorzien. Vandaag staan de twee moederhuizen er als getuigen van een geslaagde samenwerking.
Gemiddeld tien zwangere vrouwen per maand maken van de moederhuizen gebruik. Sommigen stappen 40 km ver om het moederhuis te bereiken. De inrichting is zeer sober. Alle vrouwen delen dezelfde grote kamer, die is uitgerust met muskietennetten en matten van stro om op te slapen. Ze gebruiken water en latrines van het ziekenhuis en maken buiten zelf hun eten klaar. De overheid voorziet dat eten en vaak brengen de echtgenoten extra yams, zoete aardappelen en zelfs kippen. Dat wijst op een belangrijke breuk met de traditie die voorschrijft dat vrouwen het erf niet mogen verlaten. Maar dankzij het project zien veel mannen in dat de risico’s rond de bevalling verlaagd kunnen worden. Ze moedigen hun vrouwen zelfs aan om tijdig naar het moederhuis te gaan en zo zeker in veilige omstandigheden te kunnen bevallen. Vrouwen die niet van het moederhuis gebruik maken, krijgen soms de bijstand van een traditionele vroedvrouw. Die kan een baby in een ongewenste positie, bijvoorbeeld stuitligging, soms wel in de juiste positie draaien. Maar dat is een moeilijk manoever en als het niet lukt staat het leven van zowel moeder als kind op het spel. Want een keizersnee kunnen ze niet uitvoeren.
Bij Ucama staan vrouwenrechten hoog op de agenda. Maar ook hun samenwerking met de gezondheidsdienst van het district heeft hun geloofwaardigheid in de regio verhoogd. Ze zijn dan wel een kleine boerenorganisatie, maar ze hebben een grote impact op de gezondheid van de gewone Mozambikaan op het platteland.