“We zullen niet in de val van de genderideologie trappen”, de woorden van Boliviaans onderwijsminister Aguilar kwamen hard aan. Na de publicatie van een educatief filmpje over seksuele diversiteit, een tekenfilm over de relatie van de twee lesbische muisjes Berta en Rita voor het basisonderwijs, reageerde de minister scherp. “Uit respect voor de ouders zullen we dergelijk educatief materiaal niet opnemen in het curriculum”, ging hij verder. Zijn beslissing werd bejubeld door conservatieve verenigingen zoals Plataforma por la Vida y Familia. Seksuele opvoeding hoort thuis in het gezin en niet op school, klinkt het.
Exact een maand later, in augustus 2018, trok de Boliviaanse gezondheidsorganisatie Colectivo Rebeldía met enkele jongeren naar de Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling van de Verenigde Naties (VN) in Lima, Peru. Tijdens de conferentie namen landen uit Latijns-Amerika hun inspanningen onder de loep, om seksuele en reproductieve rechten en gezondheid op te nemen in hun beleid. Want de Consensus van Montevideo uit 2013 beloofde immers heel wat progressieve vooruitgang.
Colectivo Rebeldía hekelde publiekelijk het ontbreken van een integrale seksuele opvoeding in het Boliviaanse klaslokaal. Bolivia kreeg van het monitoringscomité een povere 12% wat integrale seksuele educatie betreft, de laagste score van de Latijns-Amerikaanse klas.
De conservatieve woorden van onderwijsminister Aguilar komen niet toevallig. Veel analisten delen de mening dat nieuwe conservatieve krachten aan belang winnen op het Amerikaanse continent, met een doos nieuwe strategieën en een radicaal discours. De pijlen worden gericht op feministische groeperingen, “cultuurmarxistische” universitairen en progressieve beleidsmakers die via hun acties, onderzoeken en beleid heilige instituties zoals het huwelijk en het gezin willen vernietigen. Bizar genoeg kreeg de internationale beweging de wind in de zeilen van belangrijke ondernemersgroepen en vinden ze ook aanhang in het leger. Bolsonaro, de ultrarechts conservatieve president van Brazilië, is maar het modieuze tipje van de sluier.
De jaarlijkse ‘Commision on the Status of Women’ is een conferentie georganiseerd door de Verenigde Naties waar de voortgang op vlak van vrouwenrechten en gendergelijkheid in de VN-lidstaten opgemeten wordt. Delegaties van de lidstaten, administratie en ngo’s nemen deel aan de onderhandelingen en vele extra evenementen.
De focus lag dit jaar op sociale beschermingssystemen, toegang tot publieke diensten en duurzame infrastructuur voor gendergelijkheid en emancipatie van vrouwen en meisjes. Eindpunt van de de 63e samenkomst zijn de ‘agreed conclusions’ – die niet dwingende kaders sporen lidstaten aan om hun nationale wetgeving aan te passen.
Zelfs Bolivia
Recent nog zagen we het diplomatieke gevecht tijdens de vergadering van de Commission on the Status of Women* van de Verenigde Naties. De vergaderingen werden gedomineerd door de Trump-delegatie die alles uit de kast haalde om de traditionele waarden te benadrukken en woorden als abortus, homohuwelijk, seks voor het huwelijk en zelfs de term gender uit de verklaring te weren.
Niet alleen de Verenigde Staten, Brazilië en Peru regent het behoudende politici, ook in Bolivia druppelt het. Voor het eerst in de Boliviaanse geschiedenis stelde een evangelisch pastoor zich verkiesbaar als president. Maar ook andere kandidaten zoals Oscar Ortiz en Victor Cardenas hebben een uiterst conservatieve agenda. De kersverse wet voor ‘religieuze vrijheden’ werd eind maart 2019 goedgekeurd, waarbij de evangelische kerk, die 20% van het Boliviaanse electoraat uitmaakt, tal van privileges toegeworpen krijgt. Op 27 maart organiseerde het Plataforma por la Vida y Familia een ‘mars voor het leven’. Dergelijke manifestaties kende men in Peru, maar zijn in Bolivia vrij nieuw.
Een grootschalige, recente studie van Oxfam, toonde aan hoe professioneel de conservatieve, anti-rechtenbeweging in Bolivia tewerk gaat. Het is geen onschuldige, spontane beweging. Het is goed georkestreerd, wordt van bovenaf aangedreven en heeft geen gebrek aan financiering. “Deze anti-rechtengroepen organiseren vormingen, zoeken fondsen, ontwikkelen professionele strategieën”, staat er te lezen.
Binnen de huidige Boliviaanse regering zijn er meerdere evangelische stemmen die progressieve wetgeving in de weg staan. Twee huidige ministers maken deel uit van de evangelische lobbymachine en onderhouden nauwe contacten met de ultraconservatieve katholieke organisatie Opus Dei. Daardoor is er al progressieve wetgeving gewijzigd of afgeschaft.
Ondertussen groeide het aantal Plataformas por la Vida y Familia in Bolivia en bestaan er zes afdelingen van Con mis Hijos no te Metas, een andere radicaal-conservatieve groepering. Jongeren bereikt men via concerten en theaterstukken, maar ook de mainstream media draagt bij. Maar liefst 13% van de Boliviaanse radiozenders zijn religieus geïnspireerd, bij de tv-zenders gaat het om 7% van het totale landschap.
Vrouwen- en gezondheidsorganisaties in diverse landen krijgen te maken met een wereldwijde pushback tegen vrouwenrechten.
Seksuele en reproductieve rechten worden ontzegd onder het mom van promotie voor abortus, opvoeden tot holebi en ga zo maar door. Vaak aangevoerd door een conservatieve lobby. Seksuele opvoeding wordt opgeschort, wetgeving over legale abortus teruggeschroefd en de organisaties worden op verschillende manieren tegengewerkt . Denk aan bedreiging of juridische vervolging. Steeds meer vrouwenrechtenverdedigers en vrouwelijke politici worden het slachtoffer van geweld. Ook VN-secretaris-generaal Antonio Guterres waarschuwt voor het terugschroeven van vrouwenrechten “die diepgaand, doordringend en meedogenloos is.”
Door zich actief in te zetten voor gendergeljkheid in zowel België als in verschillende partnerlanden probeert FOS, samen met de organisaties ter plekke, een dam te vormen tegen de pushback.
Weerwerk
Colectivo Rebeldía biedt weerwerk. “Dit is net de essentie van wat we doen. We vormen jongeren opdat ze niet ten prooi zouden vallen aan deze vernietigende ideologieën. We willen hen versterken opdat ze zouden inzien dat mannen en vrouwen hetzelfde verdienen, dat hetero’s en homo’s gelijkwaardig zijn, dat tienerzwangerschappen het leven van de vrouw enorm kunnen bemoeilijken. De agenda van de conservatieve groepen verhinderen dat vrouwen volledig van hun rechten kunnen genieten”, zegt coordinatrice Lupe van Colectivo Rebeldía.
Tegen dat offensief van propaganda, bestaande uit manifestaties, opiniestukken in grote mainstream kranten, workshops voor jongeren en ouders, televisieshows en radiospotjes, moet men een contra-offensief inzetten. Een offensief gebaseerd op het discours van gelijkheid, rechten en inclusie. En daar staat het project voor!