Boliviaanse huishoudwerksters laten de vloer niet met zich vegen!

Interview met Prima Ocsa, nationaal secretaris van FENATRAHOB

PRIMA OCSA is algemeen secretaris van FENATRAHOB, de Nationale Federatie van Huishoudwerkers in Bolivia. Prima begon op 9-jarige leeftijd te werken als huishoudwerkster. Ze ondervond aan den lijve de problemen van het vak: onderwaardering, te lage lonen, lange werkdagen, weinig of geen vakantie, … Om haar rechten als werkneemster te kennen en te verdedigen sloot Prima zich aan bij de vakbond. Vandaag strijdt zij met FENATRAHOB voor de rechten van de Boliviaanse huishoudwerk(st)ers.

LocatieBolivia

Hoe lang heb je zelf gewerkt als huishoudwerkster?

Toen ik 9 jaar was, stuurde mijn moeder me naar de stad, om daar te kunnen studeren. Ik woonde in bij een familie, waar ik in ruil voor studiemateriaal en kledij, gratis het huishouden deed. Ik werkte er van 7 uur ‘s ochtends tot 6 uur ’s avonds, van 7 tot 10 ging ik naar de les. Ik deed dit tot mijn 13 jaar. Nadien verhuisde ik naar een grotere stad, waar ik ongeveer 20 jaar als huishoudhulp bij verschillende families gewerkt heb.

Wat vond je er zelf van toen je moeder je als kind naar de stad stuurde?

Ik ging akkoord, omdat ik als doel had nieuwe dingen te leren. Ik zou gaan studeren, een loon krijgen en zo aan een betere toekomst bouwen. Ik dacht toen wel: ik ga nu als huishoudhulp werken, maar later wil ik iets anders worden. Want mensen waarderen huishoudwerk niet. Ze discrimineren je en zien je gewoon als “hulpje”. Het eerste jaar in de stad was wel moeilijk. Ik miste mijn moeder, iemand die voor me zorgde. Nu moest ik zelf voor anderen zorgen.

Heb je problemen gehad met je werkgevers?

De eerste schold me vaak uit en sloeg me als ik iets niet goed deed. Ik kreeg geen loon of vrije tijd. Vanaf mijn 14 jaar werkte ik voor verschillende werkgevers; sommigen waren goed voor mij, anderen slecht.

Hoe kwam je in contact met de vakbond?

Ik hoorde een bericht op de radio waarin de vakbond huishoudwerksters uitnodigde om cursussen te volgen. In 2005 ging ik samen met een vriendin die al lid was voor de eerste keer naar de vakbond. Mijn werkgever wist hier niets van. Al snel sloot ik me aan, omdat de vakbond als een familie voor me was. Ik kon mijn problemen delen met lotgenoten. Het was voor mij een plek om mijn gedachten los te laten en honderduit te praten.

Wat deed de vakbond voor jou?

De vakbond leerde me mijn arbeidsrechten kennen en vooral, leerde me de moed opbrengen om er ook voor op te komen. Ze leerden me om de confrontatie met mijn werkgever aan te gaan, hem te zeggen wat ik dacht. Ik veranderde van houding. Vroeger werkte ik van zondag tot zondag. Op een dag had ik de moed om te zeggen ‘zondag werk ik niet’. Ik leerde ook mezelf en mijn werk meer waarderen.

Vandaag zit je in het uitvoerend comité van de vakbond, hoe omschrijf je jullie werk?

We geven gratis juridische bijstand, vorming over arbeidsrechten en professionele vorming. Onze leden (momenteel telt FENATRAHOB 7028 leden) kunnen met vragen en problemen steeds bij ons terecht, op kantoor of via een infolijn. Op grotere schaal is het onze bedoeling de leef- en werkomstandigheden van het betaald huishoudpersoneel in Bolivia te verbeteren. Dit is al gedeeltelijk gelukt: er kwam een wet die rechten en plichten in de sector vastlegt, een wet die van 30 maart een nationale feestdag ter erkenning van ons werk heeft gemaakt, en eind 2012 werd ook conventie 189 van de Internationale Arbeidsorganisatie geratificeerd.

Worden deze wetten nageleefd?

De sectorwet is gunstig maar wordt inderdaad vaak niet nageleefd. Het Ministerie van Arbeid controleert niet zoals het hoort. De arbeidsinspecteurs laten zich omkopen door de werkgevers. We willen hier als vakbond werk van maken!

Hoe zien jullie de toekomst van het huishoudpersoneel?

Wij strijden voor een toekomst met betere leef- en werkomstandigheden, een waardig loon, een ziekteverzekering, een waardig pensioen, en bovenal, met werk dat gewaardeerd en erkend wordt.

Wil je zelf Prima’s verhaal horen? Mis deze kans niet en kom naar een van onderstaande activiteiten:

– Donderdag 7 maart, 20u., Brussel: Portraits with words
– Vrijdag 8 maart, 12.30, Brussel: Internationale vrouwendag
– Woensdag 13 maart, 9.00, Brussel: Startdag campagne
– Donderdag 14 maart, 19.30, Dendermonde: Café Solidarité Dendermonde
– Vrijdag 15 maart, 19.00, Torhout: Café Solidarité Torhout
– Maandag 18 maart, 20.00, Antwerpen: Café Solidarité Antwerpen
– Dinsdag 19 maart, 19.30, Liedekerke: Café Solidarité Liedekerke
– Woensdag 20 maart, 19.30, Rumst: Café Solidarité Rumst
– Donderdag 21 maart, 18.30, Genk: Café Solidarité Genk

Alma De Walsche van MO*-magazine interviewde Prima Ocsa ook. Lees het volledige interview hier.