“Boom” van de bananensector in Nicaragua

“Boom del banano en Nicaragua”, zo kopt Central America Data op haar gelijknamige website. “De betere internationale prijzen en een verhoogde export liggen aan de basis van een groei van de inkomsten uit de uitvoer van bananen, met maar liefst 282%”. Grupo Coen zal 1.500 hectaren bananenplantages aanleggen, uitgerust met de modernste bevloeiings- en transportmethoden. Voor ons voldoende aanleiding voor een gesprek met enkele vertegenwoordigers van de vakbond ATC (Asociación de Trabajadores del Campo).

LocatieNicaragua
CategorieNieuws

In hun kantoor in Managua wacht een driekoppige delegatie ons op: Marcelino García, algemeen secretaris in Chinandega, Alex Castillo, vormingsverantwoordelijke en Andrés Somarríba, ook van ATC Chinandega. Al vlug wordt duidelijk dat we met de juiste personen aan tafel zitten.

Marcelino: “Die grote investeerder Coen is twee-handen-op-één-buik met de Guatemalteekse investeerder Mena. Coen heeft belangen in Guatemala en Mena heeft belangen in Nicaragua. Beide investeerders handelen samen. Hier in Nicaragua is Coen het uithangbord, maar de technische kant van de investeringen steunt volledig op de ervaring van de Guatemalteken. Sinds anderhalf jaar zijn zij begonnen met de aanleg van nieuwe bananenplantages in de provincie Chinandega. De voorbije jaren heeft de groep veel grond opgekocht. Tussen haakjes, men zegt al schertsend dat de helft van deze provincie in handen is van Coen en de Guatemalteekse suikergroep Pantaleón.”

Bananen uit Nicaragua, een stukje geschiedenis

Voor een goed begrip, in vergelijking met Guatemala, Costa Rica en Honduras, is Nicaragua maar een kleine bananenproducent. Dat vraagt een korte historisch terugblik. Vóór de overwinning van de Sandinisten in 1979, bezat Dole – Standard Fruit 100% van de bananenproductie en export. Na dat jaar onderhandelde de revolutionaire junta een akkoord met Dole om de uitvoer naar de Verenigde Staten te verzekeren. Toen Ronald Reagan in 1985 -als onderdeel van de strijd tegen de Sandinisten- een economische boycot tegen Nicaragua afkondigde, kwam de productie in handen van verschillende coöperatieven. De overheid ging dringend op zoek naar een nieuwe markt in Europa. Op die manier kwamen de eerste Nicaraguaanse bananen in het
Fair Trade-circuit van de Wereldwinkels terecht. Maar toen het FSLN (Frente Sandinista de Liberación Nacional) in 1990 de verkiezingen verloor, werden de gronden aan de oorspronkelijke eigenaars teruggegeven, en ging de technische know how grotendeels verloren. De productie viel terug van 2.500 tot 800 hectaren. En Chiquita nam de plaats van Dole in voor de vermarkting van de bananen.

Uitdaging voor de vakbonden

De investeringen van Grupo Coen vormen een nieuwe uitdaging voor ATC: Marcelino: “Coen heeft tot hiertoe 2 plantages opgericht, waar samen ongeveer 500 arbeiders werken. We hebben al veel energie gestoken in de oprichting van een vakbond op deze twee bedrijven. Onze strategie bestaat erin dat we de arbeiders opzoeken in de gemeenschappen waar ze wonen. Voor elk van de 2 nieuwe bedrijven, hebben we vergaderingen belegd in 5 tot 7 gemeenschappen rondom de plantage. En per gemeenschap hebben we al meerdere ‘asambleas’ georganiseerd; we leggen daar ondermeer uit wat hun rechten zijn wat betreft arbeidscontract, sociale zekerheid, minimumsalaris, de rol van de vakbond, enz.”

Maar de reactie van Coen is niet min: net voor de eindejaarsvakantie werden 2 vakbondsleiders en 3 arbeiders ontslagen omwille van hun syndicale activiteiten.

Andres: “Als we nu er niet in slagen de werknemers syndicaal te organiseren, dan is het risico groot dat de vakbondswerking op andere bestaande en toekomstige plantages onmogelijk wordt. Daarom beraden we ons nu over een gepaste strategie om deze aanval op de vakbondsvrijheid te counteren. Uit negatieve ervaringen in het recent verleden hebben we geleerd dat we als vakbond zwak staan, als we niet de steun van de gemeenschappen hebben, waar de werknemers wonen. Daarom onze inspanningen om de arbeiders thuis te bezoeken, om open vergaderingen in de wijken te organiseren. En nu rekenen we er ook op dat de gemeenschappen zich uitspreken en de oprichting van de vakbond gaan verdedigen. ”

Alex: “ATC is aangesloten bij de regionale vakbondskoepel COLSIBA. Via dat kanaal willen we ook internationale steun verwerven en onderzoeken we welke mogelijkheden er zijn om binnen het kader van de handelsakkoorden met de Europese Unie (de zgn Associatie-akkoorden) steun voor de verdediging van de syndicale vrijheid te verkrijgen. Maar de eerste uitdaging blijft wel dat we ons intern versterken en erin slagen de meerderheid van de arbeiders in de plantages te organiseren!”

De houding van de overheid

Enigszins verwonderd over het feit dat syndicale vrijheid geen evidentie is in Nicaragua met een regering die zich socialistisch noemt, vragen we toch ook even naar de houding van de overheid.
Alex: “Het is alleszins zo dat we vandaag geen echte vervolging van de vakbonden kennen, zoals onder de liberale regeringen. De Sandinistische regering stimuleert enerzijds jobcreatie en staat daarom achter alle grote investeringen, zo ook in de bananensector. Anderzijds erkent de overheid dat de vakbonden de opdracht hebben om de arbeiders te organiseren en hun belangen te verdedigen. Maar er is een verschil met vroeger; in de jaren ’80 stimuleerde het FMLN de syndicale organisatie, nu laat het FMLN de vrijheid aan de vakbonden om hun werk doen. Maar daar tegenover staat wel dat deze regering bij wet het tripartiete overleg heeft geïnstalleerd, per sector en per provincie. Daar worden ondermeer afspraken over minimumlonen gemaakt.

Marcelino: “Over minimumlonen gesproken, die zijn echt wel minimaal: 115 dollar per maand. Eerlijkheidshalve moeten we daar wel bijzeggen dat het reële loon hoger ligt, omwille van het premiestelsel op basis van de behaalde productienormen. Daarenboven merken we toch een duidelijk verschil met de periode 19990 – 2006 onder de liberale regeringen; toen waren de lonen helemaal bevroren. Sinds 2006 is het minimumloon toch al met 25 dollar gestegen. Maar het blijft wel erg laag.”

Auteur: Wim Leysens