Colombiaanse huishoudwerkster eist pensioen

Op 75 jarige leeftijd werd Beatriz door haar werkgevers ontslagen, na 34 jaar trouwe dienst als huishoudster voor een familie in Antioqua, Colombia, en dit zonder enige verklaring of oorzaak. Beatriz werd nooit opgeleid voor andere taken dan huishoudwerk, en zonder familie noch spaargeld waren er dan ook geen middelen om haar een waardige oude dag te garanderen.

LocatieColombia

Gedurende 34 jaar werkte ze dag in dag uit, zonder onderbreking, met een salaris dat in geld of in natura werd uitbetaald. “Ze gaven me eten, en voor het laatste jaar kreeg ik 50.000 pesos per maand”.
Bijdragen aan de sociale zekerheid of vakantie werden door de werkgevers echter nooit betaald. Beatriz wist ook niet dat ze hier recht op had; Ze is analfabete en kan geen letter van de wetgeving lezen. Haar bazen, als professionelen, kennen de wetten van Colombia echter wel, en toch betaalden ze haar nooit een cent extra uit.

Na haar ontslag ging ze op zoek naar een huurwoning, de enige optie omdat ze nauwelijks vrienden noch familie had. Maar omdat ze de huur van 80.000 pesos per maand niet kon betalen, werd ze al snel buitengezet.

Beatriz besliste uiteindelijk naar het grondwettelijk hof te stappen. Zij bevestigden dat “een werknemer die zonder oorzaak wordt ontslagen, na voor eenzelfde werkgever te hebben gewerkt gedurende meer dan 10 jaar, recht heeft op een pensioen. Het grondwettelijk hof besliste dat de familie een pensioen moet betalen en dat Beatriz moet worden aangesloten bij een gezondheidsinstelling die ze zelf uitkiest.

Het grondwettelijk hof bevestigde hiermee dat huishoudpersoneel arbeidsrechten heeft, net als andere werknemers. Een speciale bescherming van de staat voor huishoudpersoneel is nodig, omwille van hun grote kwetsbaarheid en onzichtbaarheid in de maatschappij.

De Algemene Centrale Antwerpen-Waasland en FOS steunen in Colombia de vakbond SINTRAIMAGRA , die strijdt voor waardig werk voor huishoudpersoneel. SINTRAIMAGRA juicht de beslissing van het grondwettelijk hof toe en hoopt dat deze veroordeling een precedent schept voor toekomstige schendingen van de arbeidsrechten van huishoudpersoneel.

Auteur: Anke Leflere