Daarvoor is Fenacle, de nationale federatie van kleine boeren en landarbeiders en partner van fos, een creatieve oplossing aan het uitdokteren. Ze hebben een kantoortje geopend midden in de bloemenstreek ten noorden van Quito. Het gaat niet om een vakbond – gezien het risico en de angst voor ontslag – maar om een “belangenvereniging”: ASOTFORPI (Asociación Trabajadores Florícolas de Pichincha) of Vereniging van Werknemers in de Bloemensector van de provincie Pichcincha. Bij deze vereniging zijn ondertussen zo’n 120 werkne(e)m(st)ers uit de meer dan 300 aanwezige bloemenbedrijven aangesloten. Met steun van de Nederlandse vakbondsorganisatie FNV konden twee boerenleiders voltijds vrijgesteld worden om de sector te organiseren.
Vermits het geen formeel erkende vakbond is kan de vereniging geen collectieve arbeidsovereenkomsten afsluiten met de werkgevers. Toch is de oprichting van deze vereniging een belangrijke mijlpaal voor deze werkne(e)m(st)ers. Het is een eerste stap in de richting van een syndicale organisatie op sectorniveau. In Ecuador kunnen vakbonden nog steeds alleen per bedrijf opgericht worden. Elke poging daartoe wordt systematisch door de bedrijfsleiders op gewelddadige manier onderdrukt. Bij de vereniging gebeurt de ledenwerving echter niet per bedrijf en kunnen bedrijfsleiders niet zo gemakkelijk weten wie er wel of niet bij is aangesloten. Tot nu hebben ze nog geen strategie ontplooid om de nieuwe vereniging te kortwieken.
De oprichting van de vereniging is het gevolg van de vele vormingsactiviteiten die meestal op zondag plaatsvinden, want alle andere dagen wordt gewerkt in de bloemenbedrijven. Verder heeft Fenacle steun gekregen van belangrijke figuren binnen de regering, zoals de Minister van Buitenlandse Zaken, Ricardo Patiño. Hij was ook aanwezig op de persconferentie waar de onderzoeksresultaten van Fenacle over de sector werd naar buiten gebracht.
Een eerste belangrijke activiteit van de vereniging was een publieke studiedag over de sector in Cayambe, op 90 km ten noorden van de hoofdstad Quito. Er waren ongeveer 150 deelnemers, werkne(e)msters van verschillende bedrijven, gemeenteraadsleden van de gemeentes met bloemenbedrijven, en een vertegenwoordiger van de vereniging van de bloemenbedrijven, EXPOFLORES. De expert die het onderzoek verrichte naar de gezondheidsproblematiek en de mileu-impact van de teelt, Dr. Raul Harari gaf een korte uiteenzetting over de onderzoeksresultaten met cijfers, voorbeelden en fotomateriaal. Een andere expert gaf uitleg over de situatie van de verdoken kinderarbeid. Een vertegenwoordiger van de werkgevers moest met rode oren de vele gedocumenteerde beschuldigingen over uitbuiting en vervuiling aanhoren. Fenacle sloot af met een oproep naar de werkne(e)m(st)ers om zich bij deze belangenvereniging aan te sluiten en zo te komen tot en eenheidsvakbond voor de bloemensector.
De aanwezigen kregen ook een exemplaar van het boek over de bloemensector. De gemeenteraadsleden zegden hun steun toe om de gezondheidssituatie en de milieuvervuiling op de lokale agenda´s te plaatsen.
Op het einde van de bijeenkomst spraken de aanwezigen af om een werkgroep op te richten met afgevaardigden van de regering, lokale autoriteiten, eigenaars van de bloemenbedrijven en vooral met deelname van de werkne(e)m(st)ers. Dit is de eerste keer in vele jaren dat de problemen verder besproken zullen worden.
Voor Fenacle, en zijn voorzitter Angel Rivero, bewijst dit nogmaals dat de werkne(e)m(st)ers alleen maar resultaten kunnen bereiken via sterke organisaties, die ook degelijk onderzoek kunnen voorleggen, en natuurlijk met de nodige steun van de regering.
De volgende uitdaging is het organiseren van sectorvakbonden, die door de Fenacle in de nieuwe arbeidswet zijn voorgesteld. De wet komt waarschijnlijk ter discussie in het parlement na 1 mei. Indien mogelijk zal voor het eerst in Ecuador een Nationaal Sectorakkoord kunnen onderhandeld worden voor de bloemensector. Fenacle mikt eveneens op een sectorakkoord in de bananensector.
Als gevolg van zo’n akkoord zouden de Ecuadoraanse rozen misschien wel halve euro per dozijn meer kosten op de markt in België. Maar voor de werkne(e)m(st)ers in Ecuador zou dat wel een belangrijk verschil kunnen uitmaken in verloning en arbeidsvoorwaarden.