De groei in de Cubaanse bouw wordt in de hand gespeeld door Cubanen die naar de VS zijn uitgeweken en buitenlanders die in Cuba wonen. Ze kopen woningen op en verbouwen die meteen, vaak louter als investering. Zo speculeren ze op de verwachtte groei in de immobiliën eenmaal de beperkingen voor het verblijf van buitenlanders versoepeld zal worden. Een andere reden voor de groei in de sector is de stijging van het toerisme. In 2015 is men op weg naar een stijging van minstens 15%. Het is pas het begin, want zowel de staat als privéondernemers hebben grootse plannen. Momenteel zijn er vier grote bouwprojecten voor luxe resorts met golfterreinen gepland. Ook de privésector blijft niet bij de pakken zitten en springt op de trein. Huizen en villa´s worden vernieuwd om ze op de sterk groeiende bed-and-breakfastmarkt aan te bieden.
Die groei werpt uiteraard haar vruchten af, maar meer werkt betekent nieuwe uitdagingen. Aan de inzet van de bouwvakkers zal het alleszins niet liggen. “Tijdens de aanleg van de nieuwe containerhaven vlakbij Havanna hebben we aangetoond dat we dezelfde kwaliteit afleveren als bouwarbeiders in andere Latijns-Amerikaanse landen”, vertelt Carlos De Dios, de nationale algemene secretaris van SNTC.
Meer loon
De vakbond hoopt nu op een aanzienlijke loonstijging in de sector. “Die stijging is nodig om de afvloeiing van bouwvakkers van de staatsbouwbedrijven naar de privésector tegen te gaan”, zegt Ojeda, de nationale secretaris van SNTC die gespecialiseerd is in arbeidsorganisatie. Arbeiders die niet bij die staatsbouwbedrijven werken zijn namelijk vaak niet aangesloten bij de vakbond. In zekere mate slaagt de vakbond er wel in om de afvloeiing tegen te gaan. “Onze gemiddelde lonen zijn de op één na hoogste in de publieke sector. Hoofdzakelijk door het toepassen van betaalsystemen op basis van de collectieve en individuele prestaties, maar het is niet voldoende om alle bouwvakkers bij de staatsbedrijven te houden.”
Het loon blijft echter de hoofdreden van bouwvakkers om in de privésector aan de slag te gaan. Manuel, een bouwvakker die sinds drie maanden lid is van een bouwcoöperatie die een honderdtal leden telt, zag zijn loon met 400% stijgen. “Daarbovenop ontvang ik dagelijks een stevig middagmaal, een maandelijks pakket met producten voor persoonlijke verzorging en om de zes maanden nieuwe arbeidskledij. Ik werk wel harder maar het loont zeker de moeite”, legt hij uit. In totaal telt de Cubaanse bouwsector een 60-tal bouwcoöperaties zoals diegene waar Manuel lid van is. Die richten zich op nieuwbouw en onderhoud, maar ook op de aanmaak van bouwmaterialen. In het algemeen hebben ze tussen de 50 en 100 leden, wat relatief veel is vergeleken met andere coöperaties. Zo kunnen de organisaties ook actief zijn op grotere bouwwerven en zich ook op staatsopdrachten richten.
De nationale vakbond SNTC heeft als taak de 16.000 arbeiders uit de groeiende privésector te omkaderen. Via intensieve wervingscampagnes zijn ze er momenteel in geslaagd er 60% van hen aan te sluiten. “We hebben nu reeds meer dan 250 syndicale secties die uitsluitend uit privébouwvakkers bestaan”, legt Ojeda uit. Met de coöperaties loopt de aansluiting vlot, omdat de meesten ontstaan zijn uit ontmantelde staatsbedrijven. Bij de individuele zelfstandige arbeiders lukt het ook om leden te werven, al gaat het niet zo snel. “We zijn er ons van bewust dat sommige privéondernemers tijdelijke hulpjes in het zwart aanwerven. Daartegen optreden is niet zo eenvoudig”. Normaal mag een zelfstandige ondernemer arbeiders enkel aanwerven als er een contract opgemaakt wordt en de sociale bijdragen en belastingen betaald worden.
Vooruit!
Werk aan de winkel dus voor onze partner SNTC. Hier in België weten we maar al te goed hoe uitdagend het is om voor de rechten van de bouwvakkers op te komen en hen tegen de uitbuiting van sommige werknemers te beschermen. Ze kunnen in ieder geval voor de komende jaren op onze steun rekenen om die zware opdracht tot een goed einde te brengen.