peru-keiko-fujimori-wikipedia
© Wikipediabeeld:

De comeback van Fujimori in Peru

Nu zondag mogen de Peruanen opnieuw naar de stembus. In de tweede stemronde nemen Keiko Fujimori, dochter van ex-dictator Alberto Fujimori, en Pedro Pablo Kuczynski het tegen elkaar op voor het presidentschap. Volgens de jongste peilingen zou Fujimori vlotjes winnen met een voorsprong van 5 tot 10%. FOS-medewerker Felix De Witte volgt de sociale strijd in Peru al jaren op de voet en analyseert de verkiezingsstrijd.

LocatiePeru
CategorieNieuws

De 78-jarige Kuczynski kan de nodige adelbrieven voorleggen als premier en minister van Economie onder president Toledo (2001-2006). Hij herhaalt steeds maar dat hij een ervaren piloot in woelige tijden is. Hij laat zich echter opvallend gemakkelijk in de hoek duwen door de tegenstander, omdat hij geen politicus met scherpe tong is. Bovendien is hij eigenlijk even rechts als Fujimori die hij in 2011 nog vurig verdedigde tijdens de tweede stemronde. Hij haalde deze keer de tweede ronde omdat het kiesgerecht de jonge en populaire Julio Guzman om administratieve redenen uitsloot.

Fujimori sloeg een kloof door het eerste verkiezingsdebat op 22 mei overtuigend te winnen. Dat deed ze met een agressieve stijl, een fris en dynamisch profiel en veel simpele slogans die er vooral bij de arme bevolking vlot lijken in gaan. Ze wint in de hoofdstad Lima, goed voor één derde van de stemmen, met haar beloftes voor een harde aanpak van misdaad en onveiligheid. Ze belooft het leger de straat op te sturen en nieuwe gevangenissen te bouwen, waarvan enkele op meer dan 4.000 meter hoogte. Een indirecte doodstraf door koude en ontbering.

Vrouwen en homo’s

Vrouwen en homo’s zullen voor hun rechten mogen vrezen onder Fujimori, die een akkoord sloot met enkele aartsconservatieve evangelische kerken. Tijdens de ceremonie aanhoorde Fujimori met brede glimlach hoe een evangelische preker homoseksualiteit een afwijking noemde. ‘Indien we homoseksualiteit toelaten, moeten we straks ook verkrachtingen legaliseren’, liet de preker zich ontvallen. Diezelfde preker hekelde ook de seksuele opvoeding, de morning-afterpil en abortus.

Fujimori herhaalt graag dat ze vijf jaar lang het ganse land rondtrok en hierdoor de problemen en bekommernissen van de kleine man begrijpt. Daar tegenover staat dan Kuczynski, een Amerikaanse lobbyist die enkel de belangen van multinationals en de rijken verdedigt. Zo hanteert ze hetzelfde discours waarmee haar vader er in 1990 in slaagde de befaamde schrijver Mario Vargas Llosa te verslaan. Ze schrikt intussen niet terug voor links-populistische beloftes. Ze pleit voor een sterke staat met massale overheidsinvesteringen, steun aan de kleine zelfstandigen en de bescherming van het milieu. Dat terwijl haar vader vroeger net als haar parlementsleden de voorbije vijf jaar een totaal tegenovergestelde koers vaarden.

De running mate van Fujimori is José Chlimper, minister van Landbouw onder Alberto Fujimori. Hij is de baas van het machtige landbouwbedrijf Agrokasa in Ica dat volgens de lokale bevolking roofbouw pleegt op het milieu en het water. Om asperges te kunnen uitvoeren naar Europa treedt het de arbeidsrechten met de voeten en oefent het een keiharde repressie uit tegen vakbondsleiders. Niet echt een kleine zelfstandige dus.

Ook Fujimori zelf kwam in opspraak. Ze verdedigde de illegale mijnbouwers en hun recht om het Amazone-oerwoud met primitieve machines en giftige metalen zoals mercurium te verzieken. In Peru werkt intussen ruim 70% van de beroepsbevolking in de informele sector, zonder rechten en met een mager loon, maar vaak ook zonder belastingen te betalen en zonder wetten na te leven. Fujimori belooft hen dat ze dat zal handhaven.

Drugsstaat

Een paar weken geleden bevestigde de Amerikaanse drugbestrijdingsdienst dat ze de partijvoorzitter van Fujimori verdenkt van het witwassen van geld dat vermoedelijk afkomstig is van drugshandel. Meerdere parlementsleden en partijkopstukken van Fujimori, waaronder haar broer Kenji, werden schatrijk met obscuur geld. Destijds werd zelfs een lading cocaïne ontdekt in het presidentieel vliegtuig van vader Alberto Fujimori.

“No al narco estado” is dan ook een veelgebruikte slogan van Kuczynski en de oppositie. Het staat voor neen aan de terugkeer van de drugsstaat, neen aan een scenario zoals in Mexico. Tijdens het tweede tv-debat op 29 mei hamerde Kuczynski al veel harder op de dreigende dictatuur en corruptie, het gevaar voor de democratie en mensenrechten. Hij kreeg de steun van andere partijen en sloot coalities met vakbonden en gezondheidsorganisaties. Al komt dat volgens veel kenners te laat om het tij nog te keren bij de armste bevolkingslaag die alle beschuldigingen tegen Fujimori afwijst als verkiezingslaster.

In arme kringen hoor je vaak dat er na 15 jaar mensenrechten en democratie niet veel beterschap is in Peru. Bij de rijkste 20% van de bevolking heeft Kuczynski echter een voorsprong van 20 tot 30%, wat bij sommige van de rijken de discriminerende commentaar uitlokt dat de armen niet intelligent genoeg zouden om te stemmen en zich te gemakkelijk laten manipuleren.

Cliëntelisme

Het klopt dat Fujimori tijdens haar verkiezingsmeetings het publiek met geschenken overstelpte. Dat dankzij een goed gevulde partijkast door de corruptie van haar en haar vader. Die hanteerde van 1990 tot 2000 ook al met succes het cliëntelisme om de dankbare arme bevolking aan zich te binden.

Het stemgedrag heeft dan ook diepliggende en moeilijk te bestrijden redenen. De afwezigheid van een efficiënte staat en van kwaliteitsvolle overheidsdiensten, zoals water, elektriciteit, internet, gezondheid en onderwijs maken het er niet gemakkelijker op. Dat gebrekkig onderwijs heeft als gevolg dat veel Peruanen hun basisrechten niet kennen en er dus ook niet voor opkomen bij de overheid.

Wat nu?

Dat gigantisch probleem oplossen wordt een werk van lange adem. Keiko Fujimori zal wellicht vanaf 28 juli regeren met een absolute meerderheid in het parlement, het gerecht naar haar hand zetten en haar vader Alberto vrijlaten. De grote bedrijven en de illegale economie zullen meer dan ooit vrij spel krijgen. Die vrijheid moet zich vertalen in genoeg geld voor assistentialistische hulpprogramma’s. Dat alles met wat populistische maatregelen om het volk te sussen.

Dat beleid keren door massaal straatprotest wordt erg moeilijk in een land waar geen sterke vakbonden of nationale volksbeweging bestaan, maar enkel gefragmenteerde en lokale protestbewegingen. De opdracht is dus op langere termijn, om mensen opnieuw en krachtiger te organiseren en bewust te maken van hun rechten. Onder meer het recht op waardig werk en gezondheid, dat de FOS-partners in Peru mee stuwen van onderuit, bij de arbeiders en in de volkswijken. Hopelijk werpt dat tegen 2021 wel zijn vruchten af.

Dit artikel is eerst gepubliceerd als bijdrage voor MO*-magazine