De kramp van Morales

Evo Morales
Evo Moralesbeeld:

Evo Morales kwam in 2006 aan de macht als president van Bolivia, de eerste inheemse leider sinds de onafhankelijkheid van het land. Zijn overwinning had hij te danken aan de beweging achter hem. De grote historische organisaties uit het Boliviaanse maatschappelijke middenveld schaarden zich achter de Aymara-leider. Denk maar aan de vakbondscentrale COB, inheemse organisaties zoals CONAMAQ en CIDOB, de boerencentrale CSUTCB, de vrouwenorganisaties Bartolinas en Juanas en ga zo maar door.

CategorieNieuws

Samen vormden ze de organisaties Movimiento Al Socialismo (MAS), een brede beweging die komaf wou maken met het imperialisme en neokolonialisme dat het land nog steeds in een dwangbuis houdt. De mantra van de beweging is het ‘proceso de cambio’, een veranderingsproces dat het land in staat moet stellen het koloniale juk van zich af te schudden en zijn eigen weg te formuleren.

Het succes van Morales was te wijten aan drie belangrijke factoren. Eerst en vooral zijn nationalistisch en nieuw ontwikkelingsdiscours, te danken aan de hoge grondstofprijzen van toen. Ten tweede zijn invoering van universele sociale programma´s die, hoe klein ook, voor de allerarmsten een wezenlijk verschil maakten. Tenslotte zijn antikoloniale retoriek.

Op macro-economisch vlak hanteerde Morales een voorzichtig beleid, met een radicale schuldafbouw tot gevolg en de herinvoering van de staat als economische en herverdelende actor. Een beleid dat internationaal gewaardeerd werd, zelfs door het IMF. Is het regime van Morales progressief? Op die vraag moet men voluit ja antwoorden, in de zin dat Morales brak met het verleden van neoliberaal beleid, hyperinflatie en privatisering.

Uitdagingen

Maar het land staat voor enkele grote en fundamentele uitdagingen. Vooreerst, Morales slaagde er niet in Bolivia uit zijn extractivistische rol te halen. Het blijft enorm afhankelijk van olie, gas en mijnbouw. Er wordt volop propaganda gemaakt met het befaamde ´80-20 verhaal´: 80% van de inkomsten gaan naar Bolivia, wat de staatskas de voorbije jaren ten goede kwam.

Maar in se blijft het land zijn dienende rol spelen voor de grootmachten van deze wereld. De economie is amper gediversifieerd, met een grote informele economie en amper waardig werk tot gevolg. Omwille van de grote afhankelijkheid wordt iedere kritiek op dit beleid gezien als een bedreiging tegen de staat en ontwikkeling van het land.

Recent werden vier ngo´s beschuldigd van bedrog en imperialistische handelingen, symbolisch voor de verkleinende democratische ruimte in het land. Die aanval op de democratie – sinds 2 jaar bestaat er ook een wet die sociale organisaties verplicht zich in te schrijven in het ontwikkelingsbeleid van de regering – bedreigt de beweging die Morales aan de macht bracht. De penibele situatie bezorgt Morales kopzorgen, wat leidt tot verkrampte uitspraken en maatregelen.

Grondstofprijs daalt

De leider die het land uit zijn koloniale verleden moest halen, die sociale vooruitgang beloofde voor alle Bolivianen, ziet de prijs van gas en andere grondstoffen dag na dag dalen. De staatskas loopt langzaamaan leeg. Voordelen zoals een 14de maandloon kunnen misschien niet meer uitbetaald worden. Om de dalende prijzen en krimpende begroting aan te pakken wordt de weg geopend voor meer extractie, meer soya-export, en dit in een kortere tijdspanne. Ook letterlijk, met nieuwe wegen om de soya naar Colombia uit te voeren.

Inheemse groepen protesteren tegen de ontginning van grondstoffen in beschermde gebieden. Snel en dus zonder consultatie, met alle gevolgen van dien. De gecoöpteerde sociale organisaties zijn gemuilkorfd en de anderen wordt het zwijgen opgelegd met wetten en decreten. De beweging van 2006 valt uiteen en er komt een scheiding aan. In tijden van crisis herbront het middenveld over zijn rol, en Morales staat erbij en kijkt er naar.

Het Boliviaanse verhaal herbergt een tristesse, van een politieke leider die met goede bedoelingen het systeem probeert te veranderen, maar gevangen zit in een mondiaal economisch systeem dat één-mans-veranderingen gewoonweg niet toelaat.