Het idee dat het huishouden de taak van de vrouw is, zit vastgeroest in de culturele mentaliteit van El Salvador. In de patriarchale samenleving is de man de baas en kostwinner, de vrouw neemt de huishoudelijke taken op zich. Steeds vaker gaan ook de vrouwen buitenshuis werken om extra geld in het laatje te brengen. Ofwel werken ze dus dubbel – betaald werk buitenshuis plus onbetaald huishoudwerk thuis-, ofwel nemen ze een goedkope huishoudhulp in dienst. Een volwaardig loon wil men meestal niet spenderen aan een hulp. In El Salvador ligt het minimumloon in de dienstensectoren rond de 230 dollar; huishoudpersoneel verdient meestal tot 70% minder! Een minimumloon voor huishoudwerk(st)ers werd tot nog toe niet vastgelegd in de Salvadoraanse wetgeving.
Het is nochtans niet niets, het werk van huishoudpersoneel. Het is zwaar en de werkdagen zijn lang. Hoewel huishoudwerk vervat zit in de algemene Arbeidswet van El Salvador, worden huishoudwerk(st)ers uitgesloten van heel wat fundamentele arbeidsrechten, zoals de 8-urige werkdag en de 44-urige werkweek, zaken waar andere werknemers wel recht op hebben. Blanca Cabrera bevestigt: “Ik heb me de naad uit het lijf gewerkt. Ik ging slapen rond 2 uur ’s nachts, en stond weer op om 4 uur ’s ochtends. Ik deed alles in dat huis.” Dat rust noodzakelijk is, blijkt ook uit het verhaal van María Fernández: “Omdat ik vaak tot laat in de avond moest werken, voelde ik me altijd rond 3 uur ’s middags erg moe. Weet je wat ik deed? Terwijl het dochtertje haar dutje deed, zette ik me op het toilet en sliep ik er een tijdje.”
Indien de huishoudwerk(st)ers de nodige waardering zouden krijgen, als werknemer en als persoon, zouden ze er misschien af en toe een lange dag met plezier bijnemen. Maar dat blijkt vaak niet het geval. Ana Sibrian kreeg nog minder respect dan de huisdieren: “Ik neem nog altijd iedere dag mijn eigen bord van thuis mee. Er zijn huizen waar de mensen vies van je zijn. Zij eten in mooie eetkamers, wij in een donker hoekje in de keuken. Als ik zie dat ze goed eten weggooien, moet ik wenen, want wij hebben dat eten echt nodig. In een huis waar ik werkte, gooiden ze de overschotten van het eten bij de honden. Toen ik op een keer wat van de restjes mee naar huis wilde nemen voor mijn gezin, riep de vrouw des huizes dat het voor de honden was, zij verdienden beter eten dan ik.”
Huishoudwerksters bevinden zich in een kwetsbare positie, waardoor verbaal, psycholo-gisch, fysiek en seksueel misbruik regelmatig voorkomt. Bijna alle huishoudsters kunnen er van meespreken. Reina Herrera: “Ik was 14 toen ik startte als huishoudhulp. Ik werkte nog maar twee weken in het huis, toen de patron al op mijn deur kwam kloppen en binnen wilde komen, om me te misbruiken. Ik wilde de deur niet voor hem opendoen. ‘Morgen laat je de deur los’, zei hij, ‘en als je het niet doet, hoef je hier ook niet meer te werken.’ Ik kon er niet van slapen.” Ook Blanca Fuentes moest het meemaken: “Het meest vernederende was dat de man des huizes mij wilde misbruiken. Als zijn vrouw weg was riep hij me vanuit de slaapkamer ‘kom bij mij liggen’. Ik deed dan of ik hem niet hoorde, maar dan kwam hij in zijn boxershort naar de keuken en fluisterde hij vulgaire dingen in mijn oor.” María Pérez vertelt hetzelfde verhaal: “Ik was alleen thuis en aan het werk in de keuken, toen meneer me plots krachtig vastpakte. Ik probeerde me los te trekken, maar de kracht van een vrouw is niet gelijk aan die van een man. Hij probeerde me te kussen en zei me ‘je hoeft niets te zeggen, je krijgt een dubbel loon’. Ik zei hem dat ik gekomen was om te werken, niet om een man te zoeken.” Volgens María Fernández durven de meeste huishoudwerksters niet te praten over het misbruik: “Als je je mond opendoet en je bazin komt iets te weten, wordt je op straat gezet. Je moet het ondergaan of je verliest je werk, terwijl je het geld broodnodig hebt.”