In deze ‘Farmacia Zafrera’ kunnen de inwoners medicijnen kopen, die maar liefst 20% onder de marktprijs liggen. Voor leden is daar nog een korting bovenop, een principe dat klanten van Multipharma wellicht bekend in de oren klinkt. Maar waarom houdt deze vakbond zich hiermee bezig?
Uitgesloten
Normaal gezien kunnen Boliviaanse arbeiders en hun gezinnen rekenen op de Sociale Zekerheid, en bijhorende gezondheidsdiensten. Toch is dat voor slechts een kwart van de Bolivianen het geval. Slechts een kwart? Ja, want je moet officieel in dienstverband werken en je werkgever moet sociale bijdragen voor jou betalen. Dat is voor veel Bolivianen niet het geval!
En al helemaal niet voor de suikerrietarbeiders! Meer zelfs: in de Algemene Arbeidswet van Bolivia staat expliciet dat de arbeiders van de landbouwindustrie hier niet onder vallen. En zo zijn zij ook officieel van het sociale zekerheidssysteem uitgesloten.
De volle pot
Al jaren zet de Internationale Arbeidsorganisatie de overheid onder druk om dit onrecht ongedaan te maken. En dat is ook een van de fundamentele eisen van de vakbond van de suikerrietarbeiders. Intussen blijft gezondheid voor hen dan ook een dure zaak, en vooral de medicatie, want de prijzen daarvan worden bepaald door de vrije markt. En het grootste probleem blijft dus de toegang tot de medicijnen.
Fabrikanten en importeurs zijn verplicht om de autoriteiten over hun prijzen te informeren. Ook heeft de overheid een nationale distributiecentrale opgericht. Deze instelling koopt geneesmiddelen op de internationale markt voor een lage prijs en zonder winstoogmerk, en verdeelt ze in de openbare sector. Maar daar loopt het mank: ongeveer een kwart van de bevolking heeft desondanks geen toegang tot medicijnen. Dat de patiënt – behalve wie onder het ‘moeder en kind’-programma valt – altijd de volle pot voor zijn medicijnen betaalt, draagt daar zeker toe bij.
Een pijnstiller van een bekend merk kost gemiddeld 0.35 bolivianos (3.5 eurocent) per stuk. Maar de generische varianten zijn populairder. Die dragen geen merknaam, en zijn een stuk goedkoper. In de doorsnee apotheek in Montero, kost een paracetamoltablet 0.25 bolivianos (2.5 eurocent). In de ‘Farmacia Zafrera’, de apotheek van de vakbond, koop je hetzelfde tabletje voor slechts 0.20 bolivianos, en voor 0.15 bolivianos als je bij de vakbond bent. Het verschil is dus de moeite!
Gevaarlijke handel
Naast de beperkte deelname van de distributiecentrale in de markt, lijkt de hoge prijs van de geneesmiddelen ook te liggen aan de beperkte concurrentie onder de generische geneesmiddelen. Zo komt slechts een vijfde van de essentiële geneesmiddelen onder een generische naam op de markt. Het is dan ook zeer verontrustend dat de aankoop van generische medicijnen in de toekomst ingeperkt kan worden door handelsverdragen met EU of VS. Dat zit zo. Indien tegen een bepaalde ziekte een nieuw geneesmiddel ontwikkeld zou worden, mag Bolivia normaal gesproken vragen om het medicijn goedkoop (generisch) te laten maken, en niet door een duur merk dat er een patent op heeft. Dat recht komt in het gedrang als Bolivia een vrijhandelsakkoord zou ondertekenen met de Verenigde Staten, zoals verschillende andere Latijns-Amerikaanse landen al deden, of met de Europese Unie.
Druk op de ketel
De problemen zijn veel groter dan wat men met een kleine apotheek kan bestrijden, maar het is belangrijk om dit initiatief te steunen, omdat het op korte termijn bijdraagt tot de duurzaamheid. Maar daar blijft het natuurlijk niet bij. In 2006 heeft de nationale koepel van arbeiders uit de landbouwindustrie samen met al zijn aangesloten centrales, en met de steun van fos-socialistische solidariteit, een voorstel aan het Parlement voorgelegd, om de uitsluiting van deze arbeiders ongedaan te maken. Sindsdien wordt er druk gelobbyd voor de goedkeuring ervan. De voorgestelde veranderingen bedreigen rechtstreeks de belangen van de landeigenaars. De strijd is dus nog lang niet gestreden.
Meer info: onze werking in Bolivia