Een bezoek aan een bouwwerf in Oud Havana

Veiligheid en loonbeleid op de Cubaanse werkvloer

De Algemene Centrale van het ABVV en fos steunen al jaren SNTC, de vakbond van de bouwsector in Cuba. De laatste tijd ging de aandacht in de gesprekken voornamelijk over veiligheid op het werk en de nieuwe loonsystemen. In mei 2011 bracht Wim Leysens van fos een bezoek aan de SNTC. Op uitnodiging van de algemene secretaris Carlos de Dios bracht hij een bezoek aan een werf in de haven van Havana en sprak er met Alejandra Arreño Cisneros, verantwoordelijke voor veiligheid en gezondheid voor de werven die door het Bureau van de Stadshistoricus worden opgezet. Hieronder een verslag van dit gesprek.

LocatieCuba
CategorieNieuws

Vlakbij het toeristisch centrum van Oud-Havana ondergaat de oude haven stap voor stap een enorme gedaanteverandering. Oude aanlegkaaien verdwijnen, oude loodsen worden omgebouwd, allemaal in functie van het toerisme. Het gebouw dat wij bezoeken zal later een kleine brouwerij met bijhorende cafetaria herbergen. Het is een aanzienlijke werf, waarbij 18 overheidsaannemers en 12 privé-aannemers worden ingezet. De supervisie is in handen van de Empresa La Constructora Puerto Carera, de bouwfirma onder de bevoegdheid van het Bureau van de Stadshistoricus . Deze laatste instantie is de drijvende kracht achter de gigantische opknapbeurt die het historische hart van Havana te beurt valt.

Hoe verzekeren jullie de veiligheid op de werven?
Arreño Cisneros: “Het bedrijf neemt alle maatregelen om de werknemers veiligheid op de werf te garanderen. Als veiligheidsverantwoordelijken kijken wij de werf na op mogelijke risico’s en geven wij de werknemers de nodige instructies mee bij het begin van het werk. Als de nodige maatregelen genomen zijn, geven wij de toelating om de werken te beginnen. De werknemers ondertekenen de toelating en werken in opvolging van de gestelde veiligheidsvoorzieningen. De laatste 5 jaar hebben we geen enkel dodelijk ongeval gekend. Er zijn wel een aantal kleine ongevallen geweest, zoals een arbeider die in zijn vinger snijdt, omdat de arbeider zijn handschoenen niet aanhad; of die iets op zijn hoofd heeft gekregen, omdat hij zijn helm niet ophad. In de overheidsbedrijven hanteren we arbeidscontracten, waarin één hoofdstuk handelt over het opvolgen van de veiligheidsvoorschriften. Als een werknemer de veiligheidsvoorschriften niet volgt, worden er punten afgetrokken op zijn evaluatiefiche, die zijn directe baas bijhoudt. Daarnaast speelt vanzelfsprekend ook de veiligheidsverantwoordelijke op de werf een belangrijke rol.

Op de werven werken we met wat we noemen een ‘veiligheidslogboek’. Bij het begin van de werken, nog in de studiefase, wordt een oplijsting gemaakt van alle mogelijke risico’s en de maatregelen die moeten genomen worden. Vooraleer de werken kunnen aangevat worden, moeten voor alle voorziene risico’s een oplossing gevonden worden. De vakbondsvertegenwoordiger neemt van bij het begin deel aan deze studie, om zich ervan te vergewissen dat alle nodige maatregelen worden genomen, zoals de wet voorschrijft.

Dagelijks bij de aanvang van de werken, doet de veiligheidsverantwoordelijke samen met zijn ploeg een ronde en bekijkt hij of zij welke maatregelen er moeten genomen worden om de veiligheid te garanderen, bijvoorbeeld wanneer de arbeiders hun veiligheidsgordel moeten bevestigen op de stellingen. Daarna komen de veiligheidsverantwoordelijken samen, en zien ze welke extra maatregelen moeten genomen worden, en welke extra beschermingsmaterialen moeten aangebracht worden.

Voor de beschermingsmaterialen wordt er bij de voorbereiding van de werken een budget vastgelegd. Dat laat ons toe om ook tijdig de nodige aankopen te doen en een reserve aan te leggen. Als bijvoorbeeld de werkhandschoenen versleten zijn, kunnen we onmiddellijk nieuwe voorzien. Door deze planning zitten we ook nooit met tekorten.

Op het ministerie van de bouw werkt een departement dat zich alleen met de veiligheidsvoorschriften bezighoudt, en ook hier de Oficina del Historiador, waartoe ons bedrijf behoort, functioneert een veiligheidscel. Deze departementen organiseren cursussen voor de veiligheidsverantwoordelijken, zowel van het bedrijf als van de vakbonden. Als veiligheidsverantwoordelijke van het bedrijf, verzorg ik de opleiding van de vakbondsvertegenwoordigers verantwoordelijk voor deze materie.

Verder is veiligheid op de werf een vast agendapunt op de maandelijkse vakbondsvergaderingen met gans het personeel.”

Hoeveel krijgt een bouwvakker in zijn loonzakje?
“Alle werknemers hebben een basisloon. Bijvoorbeeld, een technisch gekwalifeerde werknemer heeft een basisloon van 285 pesos, vermeerderd met 30 pesos omwille van zijn kwalificatie. Ikzelf heb een basisloon van 365 pesos als veiligheidsverantwoordelijke van het bedrijf.

Het basisloon wordt bepaald op basis van de functieclassificatie of CPL ( Coeficiente de Participación Laboral), een coëfficient die op basis van een voorafgaande studie aan elke functie of beroep wordt toegekend.

Voor dezelfde functie worden in heel het land dezelfde loonbarema’s toegepast, met dezelfde minimumlonen. Een schrijnwerker in Havana verdient hetzelfde basisloon als deze in een afgelegen provincie. Wat wel verschillend is, zijn de productiepremies die worden vastgelegd in de productieplannen. In Havana bijvoorbeeld is er meer werk, zijn er meer werven, met als gevolg dat de werknemers meer kunnen verdienen.

Wie een hoger salaris wil ontvangen, omdat hij een hogere kwalificatie heeft verworven, kan hiervoor beroep doen op de vakbond die de vraag eerst aan de bestaande regelgeving toetst. Maar de beslissing ligt niet bij de vakbond, wij geven de vraag door aan de bedrijfsadministratie, die kijkt of de persoon kan doorgroeien naar een betere vacante functie.

De basislonen worden nationaal vastgelegd en regelmatig herzien. We hebben onlangs nog een loonsopslag gekregen. Ikzelf verdiende 285 pesos, en nu ik technische experte ben geworden, kreeg ik een loonsverhoging van 30 pesos. Op vraag van de vakbond werd op het voorbije congres van de partij ook dit punt van de lonen weer besproken. Na afloop worden de besluiten in het staatsblad gepubliceerd, en kennen we het nieuwe kader om lonen te onderhandelen. We hebben er alle vertrouwen in dat de revolutie ons ook hier zal steunen.

Spelen prestaties ook een rol?
Ja, elke arbeider heeft ook een arbeidspakket dat hij minimaal moet halen. Een werf kost bijvoorbeeld 7 miljoen; een deel wordt uitgevoerd door een (privé-)aannemer, een deel door een overheidsbedrijf. De 4 miljoen die de overheidsbedrijven toegewezen kregen, worden verdeeld over de verschillende taken en gespreid over de duur van de werken. Een voorbeeld: in één maand moeten werken voor een waarde van 650.000 peso uitgevoerd worden. Als de arbeiders erin slagen om deze werken volgens plan af te maken of meer, dan worden ze betaald volgens resultaat. Per ploeg bekijkt men de waarde van de gerealiseerde arbeid, en men trekt er het basisloon en de afhouding van de vakantie van af. Van wat overblijft, wordt een extra stimulans aan de arbeiders betaald. Er zijn arbeiders die in de maand bovenop hun basisloon dat van minimaal 235 tot 375 loopt, een extra loon van 1.300 tot 1.600 pesos verdienen. Daarnaast ontvangen de arbeiders in ons bedrijf als stimulus 10 CUC per maand, altijd in de veronderstelling dat de werken volgens plan worden uitgevoerd. Die regeling is in ons bedrijf mogelijk, omdat wij voor het toerisme werken, een sector die veel buitenlandse deviezen opbrengt. Elk bedrijf bekijkt de mogelijkheden die het heeft, afhankelijk van de inkomsten.

Waarom betalen werven voor het toerisme beter?
De bouwsector in het algemeen in Cuba heeft een probleem van personeelsverloop, maar dat is heel situatiegebonden. Bijvoorbeeld hier in het havengebied van Havana is er veel werk, en zijn de lonen van de beste, dankzij de hoge premies. Bovendien betaalt het Bureau van de Stadhistoricus, waarvoor wij werken, 15% meer uit dan het basisloon. Deze instelling kan dit extra voordeel geven, omdat zij binnen de toeristische sector werken die veel middelen genereert. De lonen zijn beter, maar ook onze verantwoordelijkheid. Hier werken we met een heel grote arbeidsdruk. Zulke aanpassingen zijn nodig, want de basislonen in Cuba liggen veel te laag, lager dan de werkelijke levensduurte. Arbeiders kunnen via de premies hun lonen nog optrekken, maar de administratieve krachten hebben niet in gelijke mate deze mogelijkheid. Voor hen is het moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen.

De werknemers wonen en leven allemaal in Havana. In tegenstelling met andere regio’s waar grote infrastructuurwerken worden gebouwd, zoals in Varadero, is er een tekort aan bouwvakkers en moeten arbeiders van andere provincies worden aangetrokken. In Havana is de situatie helemaal anders. Hier zijn voldoende arbeiders, en omdat de arbeids- en levensomstandigheden hier in Havana beter zijn, blijven zij erg gemotiveerd. Er is een tendens dat arbeiders uit de provincies naar hier willen komen werken. De overheid laat dit niet zomaar toe. Wie in de stad Havana woont, kan hier een werkcontract krijgen. Enkel wanneer hier geen geschikte werknemers te vinden zijn, kunnen personen uit de provincie uitzonderlijk toestemming krijgen om hier te komen werken.”