Een gewaagd grensoverschrijdend initiatief

Sinds duizenden Zimbabwaanse landarbeiders in het kader landhervormingsprogramma van boerderijen verdreven werden, vluchten deze landarbeiders massaal naar de buurlanden. Daar worden ze als concurrentie aanzien voor de lokale landarbeiders. Reden genoeg voor de Zimbabwaanse en Zuid-Afrikaanse landarbeidersvakbonden en fos-partners Gapwuz en Sikhula Sonke om in actie te schieten en een gewaagd grensoverschrijdend initiatief op poten te zetten. Een bijdrage van Elijah Kodisang, de coördinator van het Southern African Farm Workers Network.

CategorieNieuws

Hoewel exacte cijfers niet beschikbaar zijn, suggereren verschillende statistische bronnen dat er 1,5 miljoen Zimbabwanen in Zuid-Afrika verblijven. Het is onbekend hoeveel van deze mensen over de juiste papieren beschikt. Ook als de rust in Zimbabwe weer terugkeert, zal het verkeer tussen de twee landen niet ophouden. Tot voor kort deporteerde Zuid-Afrika jaarlijks 300 000 Zimbabwanen. Deze uitzettingen zijn voorlopig stilgelegd. Toch verbeterde de situatie van de vluchtelingen en immigranten in Zuid Afrika niet.

Op een koude winterdag in Johannesburg in augustus 2009, zaten Wendy Pekeur van Sikhula Sonke (Zuid Afrika), Gift Muti van Gapwuz (Zimbabwe) en een aantal andere partners van het regionale landarbeidersnetwerk ineengedoken boven een gaskachel en bediscussieerden ze de effecten van het Zimbabwaanse landhervormingsprogramma op landarbeid in de regio. Het was voor iedereen duidelijk dat de massale verhuizing van wanhopige vluchtelingen uit Zimbabwe naar boerderijen in Zuid-Afrika, Botswana en Mozambique grote invloed heeft op de gebieden waar deze vluchtelingen zich vestigen.

De xenofobe aanvallen van 2008 in Zuid-Afrika en het geweld tegen buitenlanders dat daarop bleef volgen is duidelijk diep geworteld in de sociaal maatschappelijke problemen waar het land mee kampt. De groei van migrantenarbeid zal als uitlaatklep van frustraties blijven fungeren indien vakbonden hun organisatie strategie niet aanpassen. De leden van het Regionale Netwerk concludeerden dan ook dat de enige oplossing is gelegen in de organisatie van alle werknemers, autochtone en allochtone arbeiders, voor betere werk omstandigheden. Frustraties over het gebrek aan toegang tot arbeidsrechten en basisvoorzieningen moeten worden gekanaliseerd zodat deze niet leiden tot onderlinge strijd tussen werknemers maar tot het gezamenlijk aanvechten van overtredingen.

Terwijl de vakbonden in de regio in overleg waren over nieuwe initiatieven voor de organisatie van landarbeid op regionaal niveau begonnen landarbeiders in de Westelijke Kaap provincie van Zuid-Afrika in oktober 2009 gewag te maken van het groeiend aantal uitzettingen van lokale landarbeiders van boerderijen en het stijgend aantal Zimbabwaanse werknemers die op deze boerderijen tewerk gesteld werden. De gemoederen begonnen hoog op te lopen onder de lokale landarbeiders gezien hun Zimbabwaanse collega’s genoegen leken te nemen met een veel lagere beloning. Er werd gewaarschuwd dat de situatie dreigde te evolueren in geweldplegingen tegen immigranten. Opvallend was dat veel van de ontruimingen plaatsvonden op boerderijen waar landarbeiders niet door de vakbond Sikhula Sonke waren georganiseerd.

Om verdere escalatie te voorkomen, besloten GAPWUZ en Sikhula Sonke met de ondersteuning van het Regionale Landarbeiders Netwerk om over te gaan tot het organiseren van een grensoverschrijdend experiment in de organisatie van landarbeiders. Beide vakbonden spraken af in samenwerking Zimbabwaanse landarbeiders in Zuid-Afrika te organiseren om zo mogelijke aanvallen op deze kwetsbare groep werknemers door hun Zuid-Afrikaanse collega’s te voorkomen. Veel Zimbabwaanse landarbeiders die op het moment in Zuid-Afrika werken zijn in het verleden lid geweest van GAPWUZ in Zimbabwe waardoor een gezamenlijke actie van GAPWUZ en Sikhula Sonke heel effectief zou kunnen zijn.

Terwijl beide vakbonden druk bezig waren met de voorbereidingen van een dergelijke campagne begonnen rond half november 2009 berichten binnen te sijpelen over aanvallen op Zimbabwaanse landarbeiders door de lokale bevolking in de Westelijke Kaap, resulterend in de ontheemding van duizenden mensen. Lokale inwoners van Stofland – een sloppenwijk in De Doorns – dreven Zimbabwaanse landarbeiders uit hun huizen. Velen waren boos dat werkgevers een voorkeur hadden voor Zimbabwaanse werknemers waardoor zij zonder werk waren komen te zitten.

Eind januari 2010 bezochten drie ervaren vertegenwoordigers van Gapwuz met ondersteuning van fos Sikhula Sonke als onderdeel van de eerste fase van het nieuwe initiatief. Ze bezochten organisaties die deel uitmaken van het lokale Zuid-Afrikaanse landarbeidersnetwerk en anderen die actief zijn in de beweging voor het recht op toegang tot land. Mede bezochten ze de Zuid Afrikaanse vakbondsfederatie Cosatu. Het Gapwuz team kreeg ook de kans om boerderijen te bezoeken waar Sikhula Sonke actief is en nam deel aan leden wervingsacties.

Tijdens de missie bezochten Gapwuz en Sikhula Sonke gezamelijk Stofland in De Doorns. Hier spraken ze met Zimbabwaanse landarbeiders en benadrukten ze de noodzaak voor werknemers om zich te organiseren en hun rechten te kennen. Een commissie die Zimbabwaanse werknemers vertegenwoordigt werd opgericht. Het werd duidelijk dat de landarbeiders vragende partij waren om zich te organiseren en dat ze graag wilden dat Sikhula Sonke een proces van verzoening met de lokale bewoners van Stofland begeleidt. De volgende dag ging het team naar Stofland voor een bezoek aan de lokale landarbeiders. Ze arriveerden met luide trom en bezochten de mensen thuis. De meerderheid van de bewoners verwelkomden Sikhula Sonke en Gapwuz en toonden zich bereid om zich bij Sikhula Sonke aan te sluiten en te werken aan verzoening met de Zimbabwanen.

Een belangrijke les die kan worden getrokken uit de xenofobe uitbarstingen zoals het geweld in Stofland is het feit dat deze aanvallen meestal worden georganiseerd en aangestoken door georganiseerde groepen. Verkiezingen van de lokale overheden zullen plaatsvinden in 2011 en er zijn duidelijk pogingen van lokale politici om de aandacht weg te halen van het ontbreken van dienstverlening en af te buigen naar het organiseren van deze aanslagen. Stofland is een arme plattelandsgemeenschap die lijdt aan een gebrek aan huisvesting, slechte sanitaire voorzieningen, slechte toegang tot onderwijs en het ontbreken van een wegennet. Deze conclusie wordt bevestigd door een rapport dat in 2009 werd gepubliceerd door het Scalabrini Centre over de xenofobe aanvallen in De Doorns. Het rapport zegt dat de combinatie van armoede, uitbuiting van boeren en lokale politiek leidde tot aanvallen. Dit alles zal het initiatief bemoeilijken, maar het zal het uiteindelijk wel waardevol en lonend maken.

Het is duidelijk voor het Zuidelijk Afrikaans Landarbeiders Netwerk dat er niets anders op zit dan dit grensoverschrijdend initiatief door te zetten met Sikhula Sonke en Gapwuz. De ervaring heeft geleerd dat het enige efficiënte antwoord op de xenofobe aanslagen op migranten het organiseren van gemeenschappen is. Dit zal niet gemakkelijk zijn maar het is een strijd die niet verloren mag worden!