Ook na de verkiezingen van 8 mei, blijft de Zuid-Afrikaanse partij African National Congress (ANC) aan de macht. Bijna drie op vijf Zuid-Afrikanen stemde op de partij die al meer dan 20 jaar aan de macht is. Zo komt Cyriel Ramaphosa, oudgediende van het ANC opnieuw aan de macht.
Een deel van het succes van zijn partij deze verkiezingen, ligt in de belofte van nieuwe degelijke jobs voor de jeugdige bevolking. Werkloosheid is een van de grootste uitdagingen in Zuid-Afrika, waar 27.6% van de bevolking geen job heeft.
In aanloop van de verkiezingen beloofde het ANC
- Economische hervormingen voor iedereen, met groei en meer waardige jobs als resultaat
- Samenbrengen van arbeiders, bedrijven en gemeenschappen voor betere arbeidsomstandigheden
- 275 000 nieuwe jobs, met een positieve economische groei tot gevolg
De aanloop naar de verkiezingen gingen dus over arbeid. Ook het nieuwe minimumloon, dat sinds januari is ingevoerd, speelde daarbij een cruciale rol. Vanaf nu verdienen de Zuid-Afrikanen minstens 20 Rand per uur. Volgens voorstanders zouden dankzij die nieuwe regelgeving zes miljoen arbeiders eindelijk wat meer verdienen.
Niet zonder kritiek
Toch is het minimumloon niet voor iedereen ingevoerd. Huishoudwerkers, landarbeiders en arbeiders in overheidsagentschappen hebben nog steeds een lager minimumloon (respectievelijk R15, R18, R11).
Je minimumloon hangt dus af van welk beroep je hebt. Die job wordt al te vaak bepaald door je gender en afkomst. Huishoudwerkers zijn vooral vrouwen. Ze werken in een sector waar lange uren en lage lonen standaard zijn en waar onderhandelingsruimte met de baas zo goed als onbestaande is.
Landarbeiders die werken op industriële boerderijen, maar evengoed landarbeiders die werken in de boskap, zijn voornamelijk migranten. Zij hebben het moeilijk om hun rechten af te dwingen door hun afkomst en worden vaak uitgesloten op de arbeidsmarkt.
Zo zorgde het minimumloon in de aanloop naar verkiezingen toch voor ophef. Het ANC zou het volgens critici electoraal misbruiken. Het werd maar enkele maanden voor de verkiezingen ingevoerd en zo uitgebuit. Voor president Rampahosa was de invoering alleszins een belangrijke politieke mijlpaal. Hij was zelf nauw betrokken bij de overheidsinstellingen die de nieuwe wet voorbereidden.
Onzeker werk
Volgens sommigen zou een hoger loon leiden tot ontslagen. Zeker doordat de werkeloosheid al een tijd piekt. Anderen wijzen op het feit dat het minimumloon nog steeds ontoereikend is om van een leefbaar loon te spreken. Vakbonden streefden dan ook naar een hoger minimumbedrag.
De grootste kanttekening is dat het minimumloon dode letter blijft voor veel Zuid-Afrikanen. Heel wat arbeiders werken bijvoorbeeld zonder contract of zonder duidelijke werkgever via onderaanneming. Daardoor vallen ze uit de boot. In de aanloop van de verkiezingen organiseerden ze zich in de ‘Outsoursing Must Fall’-beweging (OMF).
De arbeiders vinden dat ze niet vertegenwoordigd worden. Het nieuwe minimumloon houdt geen rekening met hen en hun behoeften. Al jaren strijden ze voor een waardig inkomen, maar het nieuwe minimumloon houdt geen rekening met de hoge brandstof of voedselprijzen in het land, laat staan de zware huishoudelijke taken die de Afrikaanse werkende klasse op zich moet nemen. Er is ook de bezorgdheid dat het minimumloon voor verdeeldheid zorgt op de werkvloer.
De arbeidsmarkt in Zuid-Afrika is steeds meer geflexibiliseerd. Daardoor hebben vakbonden minder impact, waardoor heel wat arbeiders zich anders organiseren. Zeker de meest kwetsbare groepen proberen de leemte die vakbonden achterlaten te vullen door nieuwe vormen van organisatie.
Casual Workers Advice Office (CWAO) is een van de organisaties waar FOS mee samenwerkt in Zuid-Afrika. Zij richten zich op arbeiders met onzekere statuten. Ook zij staan kritisch tegenover het minimumloon. “Het grote probleem is dat werkgevers het huidige minimumloon, dat maar een habbekrats is, kunnen ontwijken. Er zijn allerlei uitzonderingen waardoor het minimumloon tal van Zuid-Afrikanen nooit zal bereiken”, zegt Igshaan Schroeder van CWAO.
Het nieuwe parlement zal dus nog moeten bewijzen dat het een land met waardig werk voor iedereen voor ogen heeft.