Een stap vooruit na de verkiezingen?

In Angola vonden begin september de eerste parlementsverkiezingen in 16 jaar plaats. Vele Angolezen hielden uit angst voor een hernieuwd conflict even de adem in toen de oppositiepartij de uitslag betwistte. Bij de verkiezingen in 1992 gebeurde immers hetzelfde, en dit leidde tot een hervatting van de bloedige burgeroorlog. Maar ze legde zich neer bij de uitslag en de regerende partij blijft aan de macht. Samen met Alipio de Oliveira van fos-partner CFPLa maken wij een balans op.

CategorieNieuws

Angst voor verkiezingen
Alipio de Oliveira is directeur van fos-partner CFPLa: het Centrum voor Vorming en Onderzoek over Arbeid. Hij legt uit hoe de burgers tegen de verkiezingen aankeken. “In 2005 peilden we naar de gevoelens van de Angolezen over de aangekondigde verkiezingen. Bijna 6 op de 10 ondervraagden zei niet geïnteresseerd te zijn of geen mening te hebben. Er leefde duidelijk de angst dat de verkiezingen zoals in 1992 het land wederom in de burgeroorlog zouden kunnen storten. Daarnaast bleek 8 op de 10 ondervraagden geen kennis te hebben over de electorale wetgeving en de nationale grondwet.”

Burgeroorlog
De uitslag van de verkiezingen van 1992 met een hervatting van de burgeroorlog als gevolg is daar niet vreemd aan. Toen Angola in 1975 haar onafhankelijkheid verwierf, werd het land meegezogen in de hete strijd van de koude oorlog tussen de Sovjetunie en de Verenigde Staten en hun bondgenoten. De Sovjetunie steunde het Volksfront voor de Bevrijding van Angola (MPLA), geleid door de oud-vrijheidsstrijders, dat de hoofdstad domineerde. De tegenpartij was de Nationale Unie voor de Totale Onafhankelijkheid van Angola (UNITA), dat steun ontving vanuit de Verenigde Staten en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. UNITA hield vooral huis door middel van terreurcampagnes op het platteland. Met het einde van de koude oorlog volgde dan ook direct een periode van relatieve rust. In 1991 tekenden de strijdende partijen een vredesakkoord en kwamen ze overeen in 1992 verkiezingen te houden.

Toen liep het opnieuw mis. Deze verkiezingen werden gewonnen door de MPLA. UNITA verwierp de resultaten en pakte niet lang daarna de wapens weer op. De burgeroorlog sudderde vervolgens nog tien jaar voort en maakte honderdduizenden slachtoffers. Miljoenen mensen raakten ontheemd. Pas toen de gevreesde UNITA-leider Savimbi om het leven werd gebracht door regeringstroepen gaf UNITA de strijd op en werd er in april 2002 een nieuw vredesakkoord getekend. Een tijd van rust en wederopbouw brak aan en pas in september van dit jaar stonden de eerste parlementsverkiezingen in 16 jaar op het programma.

Het vertrouwen van de burgers zat echter onder het vriespunt. De overheid en maatschappelijke organisaties hielden uitgebreide voorlichtingscampagnes. Uiteindelijk werden 8 miljoen kiezers geregistreerd voor de verkiezingen. Angola telt 17 miljoen inwoners.

Campagnetijd
De campagne, die op 5 augustus van start mocht gaan, werd gedomineerd door de regerende partij MPLA. Zij domineren de enige krant evenals andere nationale media: in de steden is vooral televisie belangrijk en op het platteland de radio. De aandacht voor andere partijen viel daarbij in het niet. UNITA heeft zich herhaaldelijk beklaagd over incidenten waarbij haar aanhangers en de bevolking geïntimideerd en bedreigd zouden zijn door de overheid en de MPLA. In haar campagne beloofde die laatste toenemende stabiliteit, behoud van de economische groei – die dankzij de olie-inkomsten 21% bedraagt – en investeringen in gezondheidszorg en onderwijs. UNITA richtte haar pijlen op de heersende corruptie, de toenemende sociale ongelijkheid en de oneerlijke verdeling van de olie-inkomsten.

Verrassend grote overwinning
De verkiezingen van 5 september verliepen volgens de meeste internationale waarnemers relatief eerlijk. Met ruim 85 % van de geregistreerde kiezers lag de opkomst hoog. De overwinning van de MPLA was geen verrassing, maar de omvang van die overwinning was dat wel. De partij kreeg ruim 81 % van de stemmen, wat hen in staat stelt om op eigen houtje de grondwet naar eigen wens aan te passen. Heel ver daarachter en met slechts iets meer dan 10 % van de stemmen kwam UNITA als tweede en grootste oppositiepartij uit de bus. Slechts drie andere partijen haalden de kiesdrempel en zullen in het parlement vertegenwoordigd zijn.

De laatste jaren kwamen er heel wat verontrustende berichten uit Angola over repressie en beperkingen van vrijheden, zoals die van onafhankelijke vakbonden. Ook de zelfverrijking van een kleine MPLA-elite liep in de kijker als een van de oorzaken voor de aanhoudende armoede in het land, waar het overgrote deel van de bevolking nog steeds straatarm is. De vraag rijst dan ook of de klinkende overwinning van de regerende partij en de gematigd positieve analyses over het verkiezingsproces echt een uiting zijn van de wensen en de vrije mening van de bevolking … of geeft men zijn stem aan het MPLA-regime uit angst voor repressie?

Dreiging afgewend
In het land werd een paar dagen de adem ingehouden toen UNITA op basis van onregelmatigheden in de hoofdstad in eerste instantie de uitslag niet leek te respecteren en aandrong om de verkiezing in de hoofdstad over te doen. Het verzoek werd door de kiescommissie en met steun van waarnemers vanuit onder meer de SADC (Zuidelijk Afrikaanse Gemeenschap) afgewezen. Op 8 september kondigde de UNITA op een plotse persconferentie aan dat ze zich bij de verkiezingsuitslag zou neerleggen.

De balans van Alipio
Voor Alipio de Oliveira helt de balans over naar de positieve kant: “Er is de grote opkomst en voorbeeldige rol van de burgers die uiteindelijk toch hun geloof hebben hervonden in democratische verkiezingen en parlementaire democratie. De nationale politie speelde een positieve en veelal neutrale rol: conflicten en agressie bleven beperkt. Tijdens de campagne was er meer en meer vrijheid van meningsuiting in de media. Er lijkt een sfeer te heersen van toenemende tolerantie tussen politieke partijen en hun aanhangers.”

Maar Alipio ziet ook een aantal minpunten: “Het feit dat UNITA dreigde om de verkiezingsuitslag niet te accepteren heeft toch enige tijd voor onrust en onzekerheid heeft gezorgd. Maar belangrijker is dat de perceptie dat de Staat en de MPLA niet voldoende gescheiden zijn, blijft bestaan. Zo is er de grip op de media die de partij heeft, en die haar ongetwijfeld in de kaart heeft gespeeld. Er is een gebrek aan evenwicht in het politieke debat omdat andere partijen een zwakke organisatie en weinig middelen hebben. ”

Een blik op de toekomst
Vooral het gebrek aan gedegen oppositie zal naar verwachting het gebrek aan scheiding tussen Staat en Partij doen toenemen. Dit kan het kritische politieke debat negatief beïnvloeden. Met de bestaande repressie en beperking van vrijheden kan het twee kanten uit. De goede kant, omdat de MPLA-top minder weerstand heeft te duchten en zich toleranter wil opstellen – dit kan ertoe leiden dat ze democratie hoger in het vaandel draagt, wat later positief kan doorwerken in de publieke opinie. Maar het kan ook de slechte kant uitgaan, indien de greep van de Staat op de media en de controle op de bevolking nog verder toeneemt. Pikant detail in dat verband zijn recente berichten over de wens van een Angolaans mediabedrijf om onafhankelijke media in de voormalige koloniale macht Portugal, op te kopen met dank aan de olie-inkomsten…