Het geweld is geen losstaand feit. Sinds januari wordt het grensgebied in de provincie Esmeraldas regelmatig opgeschrikt door bomaanslagen en schermutselingen tussen het Ecuadoraanse leger en de georganiseerde misdaad. Een groep dissidente FARC-rebellen heeft er de wapens in 2017 niet neergelegd en haar politieke motieven ingeruild voor economische.
Met cocateler en cocaïneproducent Colombia naast de deur is drugshandel een lucratieve business in dit gebied. Maar ook Afrikaanse palm en petroleum zijn economische belangen die er spelen. Dezelfde situatie zien we in grensprovincie Sucumbios. De controle over deze gebieden is al lang niet meer in handen van de overheid. Vadertje Staat heeft de lokale bevolking, meerderheid van inheemse of Afrikaanse afkomst, al lang geleden de rug toegekeerd. Als gevolg daarvan slaagt meer dan 80% – in sommige dorpen tot 98% – van hen er niet in aan basisbehoeften te voldoen.
Tussenkomst met respect voor mensenrechten gevraagd!
De Nationale Vrouwencoalitie die de realiteit van de vrouwen ter plekke maar al te goed kent, vraagt de Ecuadoraanse overheid met aandrang een beleid op poten te zetten dat kansen moet bieden inzake economische ontwikkeling en toegang tot integrale sociale dienstverlening ten gunste van de lokale bevolking, mét respect voor de mensenrechten.
Ook Eberto Díaz, de voorzitter van FOS-partner FENSUAGRO (Unitaire Nationale Syndicale Landbouwfederatie) in Colombia, doet een dringende oproep aan de Colombiaanse overheid om beleid te voeren ten gunste van de lokale bevolking. Hij verwerpt categoriek de gewelddadige acties van drugsbaas Guacho op Ecuadoraans grondgebied én de acties van de illegale gewapende groepen op Colombiaans grondgebied. “Dit draagt absoluut niet bij tot de vrede en sociale rechtvaardigheid die we nastreven. Geweld is nooit de beste manier om maatschappelijke problemen op te lossen.”
Het Colombiaanse conflict
FENSUAGRO heeft altijd geijverd voor een onderhandelde oplossing voor het gewapend conflict, waarbij vooral de onderliggende oorzaken moeten worden aangepakt. Het bestrijden van de enorme ongelijkheid in het land en het herverdelen van de grond en rijkdom in Colombia, is prioritair. Daarvoor zijn volgens Eberto diepgaande structurele hervormingen nodig. De concentratie van politieke en economische macht, en de angstcultuur in Colombia, moet worden doorbroken. Maar lang niet alle actoren in de Colombiaanse burgeroorlog zijn ervan overtuigd dat hun belangen hiermee gediend zullen worden. Heeft het vredesproces dat in 2017 werd opgestart dan wel kans van slagen?
Ontstaan van het conflict
De ontevredenheid bij de arme boeren over de ongelijkheid en landgrabbing, leidde in de jaren ’60 tot het ontstaan van de rebellenbeweging FARC-EP op het platteland. Tegelijkertijd richtten studenten, geïnspireerd door de Cubaanse revolutie, en ontevreden over het hyperkapitalisme en de uitbuiting door de grootgrondbezitters, de rebellenbeweging ELN op. Als tegenreactie creëerde de regering de paramilitairen, een illegaal leger, parallel met het officiële leger, dat de rebellen moest bestrijden. Deze en andere actoren hielden Colombia 60 jaar lang in een wurggreep. Verschillende van die actoren waren en zijn bovendien betrokken bij de drugseconomie die de situatie nog complexer maakt.
Verderzetting van het conflict
Eind 2016 ondertekenden de FARC-EP vredesakkoorden met de Colombiaanse overheid. Ex-president Uribe die de grootgrondbezitters in Colombia belichaamt en vertegenwoordigt, voerde openlijk campagne tégen de vredesakkoorden. In 2017 legden de meeste FARC-rebellen hun wapens neer en richtten ze een politieke partij op, maar kregen ze desondanks geen garanties voor hun veiligheid en reïntegratie in het maatschappelijk leven. Daardoor konden ze niet effectief deelnemen aan de verkiezingscampagne en werden meer dan 40 ex-rebellen vermoord, net als een vijftiental van hun naaste familieleden. Ook 210 sociale leiders werden uit de weg geruimd. In de meeste gevallen bleven deze misdaden onbestraft. De overheid laat na de paramilitairen een halt toe te roepen. Daarnaast worden boeren die hun cocateelten willen registreren om te kunnen deelnemen aan het substitutieprogramma voorzien in de vredesakkoorden, tegengehouden door paramilitaire groeperingen en corrupte politici. Het ELN startte een vredesdialoog op met de Colombiaanse regering, maar deze is nog steeds niet afgerond. De strijd om de controle over het grondgebied en zijn natuurlijke rijkdommen gaat door, nu echter zonder de aanwezigheid van de guerilla-eenheden van de FARC-EP. Enerzijds woedt die strijd op het platteland waar land- en mensenrechtenactivisten groot gevaar lopen, anderzijds op politiek niveau in het Colombiaanse Parlement en bij de komende presidentsverkiezingen. Wint Ivan Duque, kandidaat van Uribe, dan wordt de vredespijp definitief opgeborgen.
Eberto is van mening dat de implementatie van de vredesakkoorden fout loopt. Maar hij is er ook van overtuigd dat iedereen verliest indien het vredesproces mislukt. Daarom is het absoluut noodzakelijk vooruitgang te boeken met de vredesakkoorden en de inspanningen te verdubbelen om tot een akkoord te komen met het ELN. Door de oorlog verloren de boeren hun gronden en hun hoop; het vredesproces heeft hen opnieuw doen dromen. “Maar ze zijn erg ongerust omdat ze voelen dat de mogelijkheid van een waardig leven, in vrede, hen door de vingers aan het glippen is.”, rondt hij ons gesprek af.
Geweld met geweld bestrijden
De Ecuadoraanse en Colombiaanse overheden bleven niet bij de pakken zitten. Op 15 februari spraken beide overheden af 10.000 manschappen extra in de grensstreek te positioneren en samen te werken in de strijd tegen de drugshandel. Dit klinkt verdacht veel als een uitbreiding van het fameuze Plan Colombia, opgezet in 2001, waarbij de VS Colombia voor 10 miljard dollar technische en militaire bijstand heeft verleend om de drugshandel uit te roeien, justitie en de staatsinstellingen te versterken, en de rebellen te verslaan. Op dat moment werd Ecuador bij het Colombiaanse conflict betrokken. Deel van het Plan was immers de bouw van één militaire basis in Manta in Ecuador en zeven in Colombia.
In 2016, 15 jaar later, bij het ondertekenen van de vredesakkoorden, werd in Colombia nog steeds coca geteeld, en produceerde en exporteerde het land nog steeds cocaïne naar de VS en Europa. De FARC-rebellen hebben tijdens het Plan Colombia enorme verliezen geleden. Het militair offensief ging bovendien gepaard met zware mensenrechtenschendingen. De klap op de vuurpijl waren de ongeveer 3.000 burgers die door het leger werden vermoord en daarna voorgesteld als rebellen, de zogenaamde ´valse positieven´. Bovendien vonden tijdens de 8 jaar dat Uribe aan de macht was, tussen 2002 en 2010, in volle uitvoering van het Plan Colombia, 3.400.000 gedwongen verplaatsingen plaats. Het ging daarbij vooral om arme boeren die verjaagd werden door paramilitairen, het leger of de rebellen, of die het slachtoffer werden van de besproeiingen met glysofaat om de cocateelten te vernietigen. Met andere woorden, geweld bestrijden met geweld werkt niet.
Nu, anderhalf jaar na het ondertekenen van de vredesakkoorden, is de cocateelt, drugshandel en oorlog nog steeds niet uitgeroeid. En de VS blijft zich moeien. De recente aanhouding en vraag om uitlevering van vredesonderhandelaar en FARC-kopstuk Santrich op verdenking van drugshandel bewijst dit. Waarom wordt niet om de aanhouding van Uribe gevraagd? Verder dan een onderzoek naar zijn doen en laten is men niet gekomen. Er is nochtans bewijsmateriaal genoeg in omloop dat zijn banden met drugsmaffia en paramilitairen en zijn rol in verschillende misdaden tegen de menselijkheid aantonen. Op 18 april kondigde de president van Ecuador aan dat zijn land niet langer kan dienen als garant en zetel van de vredesdialoog tussen de Colombiaanse overheid en het ELN. Op 20 april werden op twee plaatsen in Colombia verschilllende sociale leidsters, mensenrechtenactivisten en vredesactivisten gevangen genomen en voorgesteld als leden van het ELN, onder beschuldiging van rebellie. Nog meer valse positieven. Nog meer geweld.
Het merendeel van de bevolking vraagt om een krachtdadig optreden vanwege de overheden. Dat is wat een angstcultuur veroorzaakt. En overheidspartijen willen nu eenmaal stemmen ronselen. Maar het is minstens even belangrijk te leren uit het verleden en te begrijpen dat er een internationaal netwerk van georganiseerde misdaad aan het werk is in de regio. Dit vraagt om regionale antwoorden, maar geweld is nooit het gepaste antwoord om maatschappelijke problemen op te lossen.