“Europese Unie mag nieuwe president Honduras niet uitnodigen!”

Aldus fos in een brief aan minister Vanackere

De laatste dagen werden verschillende boeren- en vakbondsleiders vermoord. De situatie in Honduras loopt verder uit de hand. Terecht verzetten de internationale netwerken, zoals CIFCA zich tegen het herstel van de diplomatieke relaties van de Europese Unie en Honduras. De eerste minister van Spanje, Zapatero, wil Porfilio Lobo Sosa uitnodigen voor de VI top van staats- en regeringsleiders van de Europese Unie, Latijns Amerika en de Caraïben, die in mei in Madrid zal doorgaan. fos sluit zich aan bij het standpunt van CIFCA en verzoekt de Belgische Minister van buitenlandse zaken Steven Vanackere om de diplomatieke sancties tegen het regime te handhaven. Wat volgt is onze brief aan Minister Vanackere, die gebaseerd is op het communiqué van CIFCA en andere netwerken.

LocatieHonduras
CategorieNieuws

Aan de Heer Vanackere,
Minister van Buitenlandse Zaken
Karmelietenstraat
1000 Brussel

Brussel, 31 maart 2010.
Geachte heer Minister,

Bij deze spreken wij onze bezorgdheid uit over de uitnodiging die de heer Zapatero aan Porfilio Lobo Sosa heeft verstuurd om deel te nemen aan de VI top van staats- en regeringsleiders van de Europese Unie, Latijns Amerika en de Caraïben, die in mei in Madrid zal doorgaan. Daarmee sluit fos zich aan bij de oproep van belangrijke internationale netwerken van ontwikkeling- en mensenrechtenorganisaties.

We hebben er al herhaaldelijk op gewezen dat de machtsoverdracht naar de heer Porfilio Lobo Sosa het fundamentele democratische deficit van de regering van Honduras sinds de staatsgreep van 28 juni 2009 niet heeft opgelost. De snelle erkenning van de regering in Honduras door de internationale gemeenschap creëert een kwalijk precedent in Latijns Amerika, een regio die al twee eeuwen bouwt aan haar onafhankelijkheid en democratie en die geloofde dat het spook van een staatsgreep definitief overwonnen was. Daarom willen we uw aandacht nog eens vragen voor:

1) De heer Lobo Sosa werd verkozen bij verkiezingen die niet erkend werden door de internationale gemeenschap en die verliepen onder een sterke militarisering van het land, met sterke beperking van de fundamentele vrijheden en onder dreiging van politieke vervolging.
De heer Lobo Sosa heeft nooit de staatsgreep veroordeeld en heeft als partijvoorzitter zich niet gekant tegen de steun van zijn partij aan de staatsgreep. Eenmaal verkozen tot president heeft hij niets ondernomen om eerst de democratie te herstellen en het Akkoord van Guaymuras-San José uit te voeren.

2) Als voorzitter van de Nationale Partij heeft Lobo Sosa op het ogenblik van de staatsgreep de parlementsleden van zijn liberale partij aangezet deze te steunen

3) Samen met zijn partij heeft de heer Lobo Soza zijn steun gegeven aan het toekennen van de titel van ‘parlementslid voor het leven’ aan Roberto Micheletti, wat in tegenspraak is met de Hondurese grondwet.
Bovendien decreteerde hij als eerste politieke daad in zijn functie als president een amnestie voor alle personen betrokken bij de staatsgreep.

4) De status van feitelijke regering is niet opgeheven met de onwettige machtsoverdracht op 27 januari 2010. Zowel het Hoog Gerechtshof, als het Openbaar Ministerie, de Nationale Commissaris voor Mensenrechten, de nationale politie en het leger als andere overheidsdiensten zijn besmet door de staatsgreep en hebben zich schuldig gemaakt, door hun optreden of door nalatigheid, aan zware schendingen van de mensenrechten, in het bijzonder aan politieke vervolging, zoals bekend bij het Internationaal Strafhof.

5) Zo ook verwerpen we de beslissing van het Hoog Gerechtshof om de 6 hoge officieren die de staatsgreep steunden, buiten vervolging te zetten, met het argument dat hun optreden was gericht op het verdedigen van de democratie en de vrede in Honduras. Deze resolutie van de voorzitter van het Hoog Gerechtshof, Jorge Rivra Avilés, spreekt de militairen die de staatsgreep uitvoerden, vrij van hun verantwoordelijkheid. Hieruit blijkt eens te meer de politisering van het rechtsapparaat en het ontbreken van garanties dat de waarheid aan het licht komt, zodat gerechtigheid voor de slachtoffers kan geschieden.

6) We klagen de benoeming van Romeo Vásquez, nochtans een notoir gezicht achter de staatsgreep, tot directeur van Hondutel aan. Door deze benoeming bij een van de sleutelbedrijven van de Hondurese staat toont de heer Lobo Sosa dat hij niet bereid is om grondige hervormingen door te voeren en dat hij zijn engagementen tav de mensen achter de staatsgreep blijft nakomen.

7) We verzoeken u om de opschortende maatregelen tegenover Honduras te handhaven, zowel wat betreft de internationale samenwerking – met uitzondering van steun aan organisaties van de civiele samenleving en aan humanitaire acties – als de diplomatieke sancties; wat o.m. inhoudt om geen enkele persoon die iets te maken heeft met de staatsgreep van 28 juni 2009 tot het grondgebied van de Europese Unie wordt toegelaten. De hervatting van de internationale steun aan Honduras kan pas onder voorwaarde dat de verantwoordelijken voor de staatsgreep uit de belangrijkste overheidsinstanties zijn gezuiverd.

8) We vragen om het decreet op de amnestie voor de verantwoordelijken van de staatsgreep niet te erkennen. De steun die de Europese Unie overweegt te geven aan de Waarheidscommissie moet aan scherpe voorwaarden verbonden worden, nl. dat de onpartijdigheid en objectiviteit wordt gegarandeerd; dat de rechten van de slachtoffers om de waarheid te kennen, worden gewaarborgd, evenals hun recht op rechtvaardigheid en herstel; garanties die een herhaling van een staatsgreep en van de andere misdaden onmogelijk maakt.

9) We willen uw aandacht vestigen op de top van de Groep van Río die doorging op 22 en 23 februari in Mexico. De deelnemende landen keurden daar de oprichting van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten goed. Op deze top werd de president van Honduras niet uitgenodigd, omdat het lidmaatschap van het land bij de OEA – de Organisatie van Amerikaanse Staten – werd opgeschort n.a.v. de staatsgreep tegen president Manuel Zelaya op 28 juni. De Europese Unie moet een consequent beleid voeren, met respect voor de resoluties en beslissingen van regionale instanties zoals de Groep van Rio.

10) We dringen er bijgevolg op aan dat de Europese Unie en de lidstaten geen enkel signaal geven dat legitimiteit verleent aan de staatsgreep via de erkenning van het verkiezingsproces, wanneer het duidelijk is dat voorafgaand de democratie niet was hersteld en dat de verkozen personen zelf betrokken waren bij het schenden van de democratische orde.
Om al deze redenen herhalen we onze dringende vraag alles in het werk te stellen om te beletten dat de heer Porfilio Lobo Sosa wordt uitgenodigd op de VI top van staatshoofden en regeringsleiders die in mei e.k. in Madrid wordt gehouden.
De uitnodiging kan de relaties tussen Europa en de Latijns Amerika bezwaren en hypothekeert de toekomst voor de democratie in dat continent.
Aan de vooravond van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie verwachten we van U een duidelijk signaal dat de democratische waarden en principes en het respect voor de mensenrechten, waarop Europa gestoeld is, ook de internationale politiek mag richting geven.
Hoogachtend

Annuschka Vandewalle
Algemeen Secretaris
fos-Socialistische Solidariteit
Grasmarkt 105/46
1000 Brussel

In bijlage:
Brief van het netwerk van ontwikkelings- en mensenrechtenorganisaties aan het Spaanse voorzitterschap van de Europese Unie