Tijdens deze jaarlijkse IAO-conferenties focuste FOS vooral op de ‘normencommissie’. Voor FOS en haar partners biedt het werk van de commissie een opportuniteit om solidariteit en steun te vinden bij aanwezige vakbonden en overheden voor het vakbondswerk in Latijns-Amerika en Zuidelijk Afrika.
Focus op schendingen van arbeidsrechten
De normencommissie ziet toe op de naleving van afspraken die overheden maken om arbeidsrechten te garanderen. Concreet betekent dat nagaan of de conventies die door landen zijn geratificeerd in nationale wetgeving worden vertaald én toegepast. Een van daarvan is bijvoorbeeld conventie 87, die vakbondsvrijheid garandeert.
Bij schendingen van de arbeidsnormen kunnen vakbonden en werkgevers klacht indienen bij de IAO. De meest ernstige casussen komen dan aan bod tijdens het jaarlijks overleg binnen de normencommissie, waarbij overheden op het matje worden geroepen. Het is een van de kernfuncties van de IAO.
Ecuador op het matje
Deze editie stond Ecuador op de shortlist van de commissie, voor het schenden van conventie 87 over de vrijheid van vereniging. FOS maakte van de gelegenheid gebruik om te wijzen op de erbarmelijke werkomstandigheden in de bananensector. De wantoestanden op de bananenplantages in Ecuador zijn gekend: lage lonen, slechte contracten, blootstelling aan pesticiden, ontslag of bedreiging wanneer men zich probeert te organiseren.
ASTAC, een Ecuadoraanse vakbond waarmee FOS samenwerkt, neemt het op voor plantagearbeiders en probeert zich al jaren te registeren als vakbond. Zonder resultaat. De Ecuadoraanse overheid weigert, ondanks internationale campagnes en druk vanuit de IAO en de EU, om ASTAC officieel te erkennen. Nochtans is de overheid, door ondertekening van conventie 87 van de IAO, verplicht om ‘vrijheid van vereniging’ te garanderen.
Redenen genoeg dus om de druk op te voeren en dit thema op de agenda van internationale vakbonden, de EU, en de IAO te blijven houden. Concreet willen we dat de overheid haar wetgeving wijzigt, zodat vakbonden zoals ASTAC geregistreerd kunnen worden. Zoals aangegeven in het expertenrapport van de IAO (2017), ligt het wettelijk bepaald aantal werknemers (minimum 30 per bedrijf) dat momenteel nodig is om een vakbond te mogen oprichten, veel te hoog.
Vorig jaar was ASTAC enkele dagen in Brussel voor ontmoetingen met EU-parlementsleden, in het kader van het handelsakkoord tussen de EU en Ecuador. Dit jaar werkten we vooral richting de IAO, om ook daar steun te vinden voor het werk van ASTAC.
Resultaat
Vakbonden en EU kwamen dus op voor de bananenarbeiders en Ecuador werd op het matje geroepen. Maar wat heeft dat uitgehaald?
- Tijdens de commissiezitting brachten de Belgische vakbonden ABVV, ACV, de Italiaanse (CGIL), Oostenrijkse (OGB), Luxemburgse (OGBL) en Hondurese (CGT) vakbonden een gezamenlijk statement, waarbij ze de opriepen om:
– De vereiste wetswijziging door te voeren, zodat vakbonden zoals ASTAC zich wel degelijk kunnen registreren
– Een onafhankelijk onderzoek te voeren naar de vele anti-vakbondsacties in Ecuador. - Tegelijkertijd hebben we de vertegenwoordigers van de EU in de normencommissie gevraagd om, in het kader van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Ecuador, nauwlettend toe te zien op de verplichting van Ecuador om de ‘vrijheid van vereniging’ te garanderen. Deze aanbevelingen en statements van de vakbonden en de EU worden nu gebundeld in het eindrapport van de 106de conferentie van de IAO. De Ecuadoraanse overheid moet hier gevolg aan geven. ASTAC zelf kan met dit officieel rapport de druk op de overheid verder opvoeren. Klik hier en lees hier het volledige eindrapport
Blijf op de hoogte
Meer weten over de internationale strijd voor arbeidsrechten? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!