Elk jaar organiseert FOS Zuidelijk Afrika een regionaal lerend netwerk over gezondheid voor partners. Vakbonden en ngo’s uit Mozambique, Zuid-Afrika en Zimbabwe komen samen om te leren van elkaars ervaringen en elkaar te versterken. Zowel de successen als de uitdagingen krijgen er een plaats. Dit jaar stond het netwerk in het teken van gezondheid en veiligheid van landarbeiders, op hun werkplek en in hun gemeenschap. Dit jaar vormde Mutare, Zimbabwe het decor voor de ontmoeting.
De politieke economie van gezondheid
De partners begonnen met een stevige theoretische discussie. Wie heeft de macht in handen als het gaat over gezondheid? Er werd hierbij gekeken naar de specifieke case van Zimbabwe. De overheid heeft proportioneel gezien steeds minder geld over voor de gezondheid van haar bevolking. Zimbabwanen moeten zelf grote bedragen op tafel leggen bij een bezoek aan de dokter of het ziekenhuis door de privatisering van de gezondheidszorg. Daarbij is Zimbabwe ook sterk afhankelijk van buitenlandse donors. Die organisaties zetten in op grootschalige verticale gezondheidsprogramma’s, zoals de bestrijding van moedersterfte of hiv/aids. Goedbedoeld, maar hierdoor ontbreekt een horizontaal gezondheidssysteem en staat of valt het systeem met de goede wil van buitenlandse geldschieters.
Participatie van gemeenschappen en werknemers
Alle FOS-partners geloven sterk in de meerwaarde van participatie van gemeenschappen in hun eigen gezondheid. Enkel door hun stem te laten meewegen in het beleid kan een horizontaal, algemeen dekkend gezondheidssysteem opgezet worden. Ook op de werkplek is de participatie van arbeiders essentieel voor het verzekeren van de gezondheid en veiligheid.
Verschillende FOS-partners starten daarom met het opzetten van gezondheidscomités, zowel in de gemeenschap als op de werkplek. Na de theorie ging het gezelschap daarom verder in op hun praktische ervaringen met die comités. Hoe verliep de opstart? Welke trainingen hebben de leden van een comité nodig? Welke uitdagingen hebben comités in de samenwerking met overheid en werkgevers?
Gebrek aan beschermende kledij
De tweede dag van het netwerk bezochten de partners samen met FOS Zuidelijk Afrika een landbouwbedrijf in Penhalonga. Hoewel het management van de houtplantage moeite gedaan heeft om de gezondheid en veiligheid van de arbeiders te garanderen, waren de FOS-partners toch kritisch. Enkel de arbeiders die zelf met de houtzagen werken, hadden oorbeschermers, die dan ook nog eens niet aangepast zijn aan de hitte en onpraktisch zijn. De andere arbeiders hadden geen oorbeschermers, maar werkten evengoed in dezelfde ruimte waar de houtzagen staan. Hun gehoor zal ongetwijfeld schade oplopen. Ook het stof in de houtzagerij gaf reden tot bezorgdheid. Er waren geen maskers voorzien.
Vrouwen trekken aan het kortste eindje
Om de uitwisseling af te sluiten werd er tijdens de derde dag ingezoomd op de gezondheids- en veiligheidssituatie van vrouwelijke arbeiders. Women on Farms deelde hun ervaringen op de boerderijen in Zuid-Afrika. Volgens een enquête die ze uitvoerden bij landarbeidsters blijkt dat 25% geen toilet heeft op haar werkplek. De vrouwen moeten in de bosjes gaan in de buurt van de wijngaarden, maar krijgen daarbij te maken met seksuele intimidatie van mannen. Naar het toilet gaan, wordt zo onmiddellijk een gevaarlijke situatie. Auntie Jacoba, een van de landarbeidsters die actief is bij Women on Farms en deelnam aan het FOS netwerk, legt uit dat landarbeidsters vaak hun plasje ophouden: ‘knyp’ in het Afrikaans. Heel ongezond, want het kan tot zware blaasinfecties leiden. Als er wel een toilet aanwezig is op de boerderijen zijn ze vaak heel onhygiënisch.
In de getuigenissen van de drie landen komt telkens het probleem van discriminatie en seksuele intimidatie terug. Vrouwelijke arbeiders worden gedwongen tot seksuele handelingen met hun verantwoordelijke, krijgen niet dezelfde kansen als hun mannelijke collega’s, moeten de lastige karweitjes opknappen, enz. Het is een grote uitdaging van de gezondheidscomités om deze zaken aan te pakken. Problemen specifiek voor vrouwen lijken niet altijd hoog op de agenda te staan van de door mannen gedomineerde comités.