Maar de laatste tijd worden vakbonden en middenveldorganisaties steeds vaker bestempeld als ‘crimineel’ of zelfs ‘terrorist’. Zo is de kersverse president van Peru, Dina Boluarte, bijzonder hard voor de manifestanten die zich tegen haar regime verzetten. Ze noemt hen “terroristen”, die “chaos en wanorde willen scheppen”. De Salvadoraanse president Nayib Bukele pareert kritiek op zijn beleid dan weer door mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke journalisten “vriendjes van de moordenaars” te noemen. En in Zimbabwe voert de regering nieuwe wetten door, zoals de Private Voluntary Organizations Amendment Bill, die “terrorisme en witwassen” moeten tegengaan. In feite maken ze vooral het kritische middenveld monddood.
De context is telkens anders, de tendens dezelfde. Wordt opkomen voor je rechten een misdaad? Je leest er meer over in deze nieuwe Fosfor.