Net de meest kwetsbare mensen werken in die sectoren waar veilige en gezonde werkomstandigheden amper een garantie zijn. Denk aan huishoudwerkers die blootgesteld worden aan de grillen van hun werkgever, de zware fysieke arbeid in de bouwindustrie, of het gendergerelateerd geweld in de textielsector. Stuk voor stuk essentiële sectoren gekenmerkt door lastige arbeid, lage lonen, lange uren en een gebrek aan gezondheidsvoorzieningen. Desondanks ontbreekt het in, veelal lage-middeninkomenslanden, aan degelijke overheidsmaatregelen.
In 2022 nam de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de historische beslissing om een veilige en gezonde werkomgeving (VGW) op te nemen als een vijfde fundamenteel principe en recht. Nu hebben werknemers een cruciaal en noodzakelijk instrument om hun rechten af te dwingen, en dragen de werkgevers én overheid een grotere verantwoordelijkheid. Want ongeacht of een land essentiële conventies heeft ondertekend of niet, veiligheid en gezondheid is nu een fundamentele arbeidsnorm die werkgevers en overheid verplicht moeten nakomen.
De nieuwe norm kwam tot stand door het niet-aflatende en vaak gevaarlijke werk van vakbondsactivisten en middenveldorganisaties. Zij spelen een cruciale rol in het verzekeren van VGW voor alle werknemers.
Met de verheffing van VGW als fundamenteel recht is het startschot gegeven om dit om te vormen tot een realiteit voor iedereen. Want voor huishoudwerkers, textielarbeiders of de werknemers in de bouwsector blijft een veilige en gezonde werkomgeving een dagelijkse strijd.