Tijdens de Gentse Feesten organiseerde FOS samen met VIVA-SVV en Linx + Oost-Vlaanderen een fototentoonstelling over uitbuiting. In de feestvreugde en tussen de overvloed aan activiteiten van de Feesten was dat thema brengen een grote uitdaging. “Bitter Oranges, de bittere vruchten van uitbuiting” ging over Afrikaanse vluchtelingen die in afwachting van hun asielprocedure in Zuid-Italië op de appelsienenplantages gaan werken. De Afrikaanse landarbeiders brachten met digitale camera’s zelf hun leven in beeld. Ze leggen een enorme creativiteit aan de dag, maar hun mindset staat op overleven, eerder dan dat je van een waardig leven kan spreken.
Vroeger en nu
Toen ik permanentie deed op de tentoonstelling, kwam ik een vrouw tegen. Bijna 90 jaar, kwiek en geïnteresseerd. Ogen in het blauw van waterplasjes en een en al lach en rimpel. Ik vroeg haar of ze geen rondleiding wilde. Uiteindelijk landde ons gesprek bij het aloude thema ‘vroeger en nu’. Ze vertelde me dat ze een buurjongen had, een student die haar als grote liefhebber van de fotografie van tijd tot tijd meenam naar een fototentoonstelling. Of ze doken samen het nachtleven in in een Gents jazzcafé. Ze genoot van het gezelschap van jongere generaties en die buurjongen hield van haar verhalen over vroeger. “Vroeger bleef iedereen in zijn eigen vakje”, zei ze “de jongeren bij de jongeren en de ouderen bleven met een sjaal geknoopt aan de haard zitten”. Ze lachte en voelde zich gezegend dat die vakjes alvast gebroken worden. Ja, die omwenteling voelde ze wel. Clichés als ‘die goeie oude tijd’ of ‘de jeugd van tegenwoordig’ kwamen bij haar niet op.
“In Honduras, Ecuador of Zuid-Afrika; overal vind je extreme uitbuiting van kwetsbare mensen”
Ze had niet veel tijd, zei ze, want ze moest op tijd zijn voor een boottochtje. Toch was ze er twee uur later nog steeds. Ze vond de foto’s geweldig. En het gesprek ging verder, over appelsienen en ander fruit. Als trekker van de campagne eerlijk fruit weet ik dat of het nu op de meloenenvelden in Honduras, de bananenplantages in Ecuador of op de Zuid-Afrikaanse wijnplantages is; overal vind je extreme uitbuiting van kwetsbare mensen. Het verhaal van de Afrikaanse appelsienenplukkers bewijst dat dit geen ver van mijn bed show is; ook in Europa wordt de arbeidsmarkt steeds meer flexibel gemaakt en kan men zo profiteren van de zwaksten in de samenleving.
Door me te verdiepen in die cases voelde in me steeds meer gechoqueerd en machteloos. Hoe kan er in onze wereld zo veel kilheid, zo weinig respect voor de levens van andere mensen zijn?
En toen zei de 90-jarige dame iets waardoor het lampje in mijn hoofd aanknipte. “Toen ik klein was”, zei ze, “was een appelsien iets speciaals, en een banaan, daar had ik nog nooit van gehoord.” Wij zijn het zo gewoon om het hele jaar door en aan schappelijke prijzen tropisch fruit te kunnen kopen in de supermarkten. Wij zijn dat zo gewoon dat we er meestal zelfs niet bij nadenken waar het fruit vandaan komt. Maar in mijn hof groeien geen appelsienen, ananassen noch bananenbomen, dat kan ik je verzekeren. Laat staan dat we stilstaan bij de arbeidsomstandigheden waarin het fruit geteeld en geplukt werden.
Een mensenleven was dus genoeg geweest om al het tropisch fruit op elk moment van het jaar de normaalste zaak ter wereld te vinden…
Wel, dan vraag ik u: hoeveel tijd hebben we nodig om het belang van duurzaamheid binnen de mondiale productieketens met respect voor mens en natuur de normaalste zaak te gaan vinden?
Ontdek de foto’s van de tentoonstelling Bitter Oranges! Klik hieronder:
Dit opiniestuk werd geschreven in het kader van de campagne eerlijk fruit. Wil je weten hoe je het kan opnemen voor een wereld waar fruit in eerlijke omstandigheden geproduceerd worden? Ga naar onze campagnepagina! Klik hier