Gevluchte migranten met lege handen thuis

Het valt meteen op in Chitobe, de districtshoofdplaats van het Machaze district in Mozambique. Normaal zie je hier voortdurend bussen volgeladen met zakken graan, matrassen en fietsen, meegebracht door de Mozambikaanse mannen die in Zuid-Afrika werken. Deze keer zijn ze hals over kop en berooid teruggekeerd, op de vlucht voor het geweld gericht tegen Afrikaanse immigranten in Zuid-Afrika.

CategorieNieuws

Het leven in Machaze
Machaze is een district gelegen in centraal Mozambique en heeft een oppervlak dat ongeveer een derde is van dat van België. De 98.000 inwoners wonen erg verspreid. Maar liefst 58% van de inwoners zijn vrouwen. Veel mannen werken immers buiten het district, met name in Zuid-Afrika. Er zijn geen asfaltwegen, er is geen electriciteit en het district telt slechts vier vaste telefoonverbindingen. Het merendeel van de bevolking bestaat uit arme boeren – voornamelijk boerinnen – die proberen te overleven op arme gronden en met schaarse regenval. Alle werk op het land gebeurt met de hak. Er is geen geld om kunstmest of verbeterde zaaizaden te kopen. De verkoop van cashewnoten levert wat geld op.

Een keer per jaar komen de migranten terug naar hun dorpen in Machaze. Het graan en geld dat ze meebrengen is meer dan welkom in een gebied waar de regenval schaars is en de bodem arm. De achterblijvende boerinnen produceren niet genoeg voedsel om hun gezinnen te voeden. Er wordt gerekend op het geld en het voedsel dat door de migranten uit Zuid- Afrika wordt meegebracht. Ook de meegebrachte fietsen zijn erg belangrijk om de vrouwen te helpen met het vervoer van water voor het huishouden. Zonder fiets is een boerin zo’n vier uur per dag bezig om water te halen. Met fiets is dit “slechts” twee uur.

Volslagen berooid
In de afgelopen weken zijn er ineens heel veel migranten teruggekeerd, dit keer zonder graan, fietsen of geld, maar volslagen berooid. Ze zijn op de vlucht geslagen voor het xenofobische geweld in de arme wijken van de Zuid-Afrikaanse steden. Dit jaar werkt nu ook de natuur nog eens tegen. Het regenseizoen begon veelbelovend in december vorig jaar, maar de laatse regens vielen al in januari. In een normaal jaar stoppen de regens pas in april. De gewassen op de velden staan te verpieteren. De opbrengst van de sorghum – het hoofdgraangewas in Machaze – is net genoeg om een boerenfamilie gedurende één maand te voeden. Wat te doen in de overige elf maanden? Niemand weet het. Veel boerinnen zijn van plan op de vruchtbaardere akkers van de boeren in nabijgelegen districten te gaan werken. Hard werken met de hak, in ruil voor een karige zak graan, net genoeg voor een week. Alleen de kinderen en de ouderen blijven achter. De meeste boerenfamilies proberen hun armzalige menu aan te vullen met wilde vruchten en knollen uit de bossen. Erg tijdrovend om die wilde knollen eetbaar te maken omdat ze giftig zijn. Een van die wilde vruchten komt van de baobabboom. In dit droge jaar draagt zelfs die weinig of geen vruchten.

Sommige boerengezinnen hebben wat cashewbomen. Met het geld dat ze verdienen door de verkoop van de cashewnoten, kunnen ze wat graan kopen, maar door de stijgende voedselprijzen steeds minder graan voor hetzelfde geld. Bovendien is het wachten op de volgende oogst tot november. Wat te doen tot die tijd?

De mannen zijn nu terug in Machaze en voor hoe lang weet niemand. Er zijn nu nog meer monden om te voeden. Hun terugkeer voor langere tijd brengt reeds veel sociale problemen met zich mee. De stedelijke gewoonten die ze meenemen uit Zuid-Afrika rijmen niet met de boerentraditie van Machaze. Zo zijn de migranten in Zuid-Afrika gewend geraakt aan het eten van het relatief luxueuze voedingsmiddelen zoals brood en maïs en veel van hen hebben problemen met het accepteren van het armzalige sorghum. Bovendien missen veel van de jonge migranten de uitgaansmogelijkheden die in de Zuid-Afrikaanse steden zo gewoon zijn, en misschien nog meer de vrijheid en het gebrek aan sociale controle. In het traditionele Machaze is het lastiger om buitenshuis seksuele contacten te onderhouden en worden drugs niet geaccepteerd. Ook neemt het aantal diefstallen en huishoudelijk geweld toe. Het feit dat veel van de migranten alsook hun families in Machaze getroffen zijn door hiv/aids of de gevolgen daarvan, maakt de situatie zeer moeilijk.

Het fos-BOF Project probeert de voedselzekerheid in Machaze te verbeteren op de volgende manieren:
• Het verenigen van de boeren zodat ze meer kunnen samenwerken, onkosten kunnen besparen, problemen samen kunnen aanpakken, en betere prijzen kunnen afdwingen voor onder andere de cashewnoten.
• Het introduceren van ossentractie, zodat men meer voedsel kan produceren terwijl er bespaard wordt op arbeidsinzet. Dat is belangrijk om de gevolgen van AIDS op te vangen.
• Het introduceren van droogtebestendige gewassen zoals cassave en caju, zodat er zelfs in een droog jaar genoeg voedsel wordt geproduceerd;
• De aanleg van kleinschalige stuwdammen door lokale man- (en vrouw-) krachten, zodat men wat geld kan verdienen met de verkoop van groenten en hun dagelijkse diëet kan verbeteren;
• Het verhogen van het bewustzijn over HIV en AIDS in de boerengemeenschappen door middel van straattheater.

Afsluitend de woorden van de administratrice van Machaze, Alice Tamela: “laten we wel eerlijk blijven, in dit extreme jaar is alles wat we doen aan armoedebestrijding in dit district slechts een druppel op een gloeiende plaat”.