4
Toeschouwers bekijken een betoging (2017) tegen geweld op vrouwen in Ecuador.beeld:

Geweld en pesterijen op het werk: steeds minder ‘part of the job’

Stappen naar een wereld zonder geweld op de werkvloer

Steeds vaker getuigen werknemers over geweld, intimidatie of pesterijen in hun werkomgeving. De #metoo-beweging ontstond eind 2017 in de kunstensector en ontwikkelde zich al gauw tot een brede beweging van vrouwen en mannen die getuigden over misbruik en geweld in de meest uiteenlopende werkcontexten. Een ding is duidelijk: geen enkele sector is immuun voor machtsmisbruik, pesterijen of geweld.

LocatieBelgië
CategorieGenderNieuws

Er zijn verschillende vormen van geweld en die kunnen op elke werkplek voorkomen. Zowel vrouwen als mannen krijgen ermee te maken. Toch zijn bepaalde sectoren en bepaalde groepen extra kwetsbaar.

Ongelijkheid

Ongelijke status en ongelijke machtsrelaties in de samenleving en op het werk, zorgen ervoor dat specifieke groepen zoals vrouwen, personen met een handicap, personen met een migratieachtergrond, LGBT+’ers en werknemers in bepaalde sectoren vaker te maken krijgen met geweld op het werk. En daarbij hoort ook grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik.

Zo bestaat een groter risico op geweld in sectoren waar mensen geïsoleerd werken, zoals in de huishoud- of de zorgsector. Daarnaast komt dit vaker voor in informele jobs, waar mensen veelal zonder contract of duidelijke afspraken werken en waar vakbondswerk onbestaande is of afgestraft wordt.

DSC_0417
Een huishoudwerker vervult taken bij haar werkgever in Medellín, Colombia

Ook gendergerelateerd geweld wordt nog te vaak genegeerd en getolereerd. Tussen 40 en 50% van de vrouwelijke werknemers ervaart een vorm van seksueel geweld op het werk.

Gesegregeerde sectoren, sectoren waar voornamelijk vrouwen of mannen werken, verhogen het risico op gendergerelateerd geweld. Vrouwen zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in de huishoud- of zorgsector, in de textielsector, op bloemen- en thee-plantages, en in de onderste regionen van toeleveringsketens van multinationals. Hun bazen en managers zijn doorgaans mannen. Zo komen bijvoorbeeld verhalen van geweld tegen vrouwelijk huispersoneel in onder andere diplomatieke milieus telkens weer terug. Ook vrouwen in door mannen-gedomineerde sectoren zoals de bouw- of transportsector zijn regelmatig het slachtoffer van geweld.

De hoge werkloosheidsgraad van jonge vrouwen in vele ontwikkelingslanden maakt hen extra kwetsbaar, wat leidt tot lage meldingscijfers en straffeloosheid. Op langere termijn heeft geweld op het werk, al dan niet gelinkt aan gender, een blijvende impact op de autonomie en de economische en sociale positie van vrouwen.

Gelukkig is er een toenemend bewustzijn dat geweld en pesterijen op het werk onaanvaardbaar zijn en bestraft moeten worden. Maar daarvoor is duidelijke regelgeving nodig.

2017-07-06 09.43.46
Cubaanse mannen en vrouwen samen aan het werk in een koekjesfabriek.

Internationaal kader

Weinig landen hebben arbeidswetgeving die zich uitspreekt over geweld en pesterijen op het werk. En zelfs wanneer wetgeving bestaat, ontbreekt vaak concrete toepassing. Naast wetgeving is er namelijk ook een mentaliteitswijziging nodig. Nog te vaak durven werknemers geen klacht indienen wanneer ze slachtoffer worden van geweld of pesterijen, uit schrik niet geloofd te worden of hun job te verliezen. Vooral werknemers in een zwakke positie, denk maar aan vrouwen of migranten, verzwijgen hun situatie. Een bindend kader met duidelijke richtlijnen voor werkgevers, overheden en werknemers zou dat moeten verhelpen.

Vandaag bestaat er geen internationaal aanvaarde regelgeving om geweld op de werkvloer aan te pakken. Daarom probeert men nu stappen te zetten. Dat gebeurt binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), een internationale organisatie die onder de Verenigde Naties valt en werkgevers, -nemers en overheden samenbrengt.

Dit jaar heeft de IAO de eerste voorbereidingen gedaan om een nieuwe conventie en aanbeveling te lanceren. Die moet door overheden in nationale wetgeving worden vertaald. Tijdens de IAO-conferentie in juni 2018 werd hierover een eerste discussie gevoerd tussen de drie partijen.

FOS was, samen met een aantal bevriende organisaties, aanwezig tijdens de eerste bespreking van de tekst.  Zo waren we in het gezelschap van organisaties die huishoudwerkers verenigen zoals Fenetrahob uit Bolivia en SADSAWU uit Zuid-Afrika. De kledingsector was dan weer vertegenwoordigd door de vakbond RSMH uit Honduras. Op die manier konden ook middenveldorganisaties  input geven voor de tekst en deelnemen aan de discussie.

Rol voor België

Ook in België staat het thema op de agenda. Via de Adviesraad Gender en Ontwikkeling kon FOS de Belgische overheid adviseren bij haar standpuntbepaling. In november organiseert de adviesraad ook nog een conferentie over het thema ‘geweld op het werk’ in het federaal parlement. Vertegenwoordigers van de IAO en van het Instituut voor Gelijkheid van vrouwen en mannen en parlementairen zullen er het woord nemen. Ook vakbondsvertegenwoordigers uit verschillende landen zullen aanwezig zijn. Ze zullen de uitdagingen kaderen en pleiten voor het belang van een internationale conventie en aanbeveling.

Het tweede deel van de discussie op internationaal niveau volgt dan in juni 2019. Dan wordt finaal beslist of er effectief een conventie en een aanbeveling komt die geweld op het werk aan banden moet leggen. Voor onder andere vakbonden en vrouwenorganisaties is zo’n internationale bindende conventie alvast noodzakelijk om van onderuit druk te kunnen zetten op de eigen overheden en werkgevers.

Taking the bus home after dark because of a rush job is dangerous. Women are often raped on the way home.

Blijf op de hoogte

Meer weten over de mondiale strijd tegen geweld op de werkvloer? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!