‘Centraal Amerikanen ontvluchten een onzichtbare oorlog’, zo kopte MO vorig jaar nog. Het aantal vluchtelingen neemt inderdaad steeds toe, vooral dan uit de ‘Triangulo Norte’: de Noordelijke Driehoek die bestaat uit Honduras, El Salvador en Guatemala. Sinds de jaren ’80 is die migratie gelinkt aan de hoge tekenen van geweld en onveiligheid in de regio.
Aan de grondslag liggen structurele oorzaken, gekenmerkt door een gebrek aan opportuniteiten onder andere op de arbeidsmarkt. De onzichtbaarheid van die vorm van migratie en het politieke vacuüm dat daardoor ontstaat, zorgt ervoor dat migranten heel vaak in onzekere en laaggekwalificeerde arbeidsplaatsen terecht komen zonder enige vorm van bescherming. Maar naast die gedwongen vorm van heroriëntering is er ook het perspectief van economische verbetering: de bewuste zoektocht naar betere werkomstandigheden als motor voor migratie. Deyling Valdez is coördinatrice CGM (Gendercommissie van de Maquila) in Nicaragua, een organisatie waar FOS mee samenwerkt, en experte in arbeidsmigratie. Ze verduidelijkt de migratiecontext in Centraal-Amerika aan de hand van de situatie in Nicaragua.
Migreren: een keuze?
Een belangrijk verschil met de landen in de Noordelijke Driehoek is de relatieve veiligheid in Nicaragua. De laatste zes a zeven jaar is Nicaragua van een emigratie- naar een immigratieland geëvolueerd, hoofdzakelijk voor vluchtelingen uit deze regio. Een ander gevolg is dat men risico’s kan vermijden. De meeste Nicaraguanen die bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten verhuizen doen dit via formele weg, met een visum en verblijfplaats, en komen uit de middenklasse. Dat in tegenstelling tot de gedwongen vluchtelingen uit de Noordelijke Driehoek.
In historisch perspectief werd de Nicaraguaanse emigratie in de jaren 80 hoofdzakelijk gestuurd door socio-politieke factoren door interne conflicten zoals de Contra-oorlog. Sinds de jaren 90 kreeg die, onder invloed van privatisering van overheidsinstellingen en deregulering van de arbeidsmarkt, een meer economisch karakter, een trend die zich tot op heden voortzet.
In tegenstelling tot de andere landen uit Centraal Amerika, migreren de meeste Nicaraguaanse arbeidsmigranten echter naar Costa Rica. Pas in de tweede plaats naar de Verenigde Staten. Daarnaast is Panama een belangrijke bestemming voor eerder geschoolde Nicaraguanen. Ook Spanje is een belangrijk alternatief, hoofdzakelijk voor de vrouwelijke bevolking in de diensten- en zorgsector.
Het beroofde land
De droom van een arbeidsmigrant is steeds dezelfde, geld sparen om te kunnen terugsturen naar het thuisland. Maar het is een dubbeltje op z’n kant, want soms komen ze in een vicieuze cirkel terecht. Zowel onderweg als in het land van bestemming vallen migranten vaak ten prooi aan geweld, uitbuiting en misbruik. Ik interviewde vorig jaar bijvoorbeeld een Nicaraguaanse familie in Costa Rica die er al 15 jaar werkt, en nooit een centavo heeft kunnen sparen. Het was bedoeld als tijdelijke oplossing, maar nu zijn ze te beschaamd om terug te keren en de confrontatie met de familie aan te gaan. Hun kinderen zijn achtergebleven bij de grootouders of tantes en nonkels. Hele families vallen zo uit mekaar.
Veel Nicaraguanen migreren naar Costa Rica met de verwachting meer te verdienen maar vergeten daarbij dat het leven ook duurder is. Daarenboven verdienen ze veelal minder dan hun Costa Ricaanse evenknie. Nicaraguaanse huishoudwerkers in Costa Rica zijn vaak verpleegsters of onderwijzers en dus overgekwalificeerd, maar verdienen 31% minder dan lokale huishoudwerksters. Ze zijn door hun heroriëntering en kwetsbare omstandigheden ook vaker geneigd niet op te komen voor hun rechten.
Toch is er een significante stijging van het aantal vrouwen onder Centraal-Amerikaanse migranten. Wanneer een vrouw beslist te migreren is dat een belangrijke stap in het verkrijgen van controle over haar eigen leven, vaak vluchtend voor een gewelddadige thuissituatie. Het aandeel vrouwen dat geld stuurt naar het thuisland neemt ook toe. Vrouwen blijven met bijna 80% ook de belangrijkste ontvangers van een geldzending en zijn zo in belangrijke mate verantwoordelijk voor het welzijn van de familie.
Vakbonden voorop
Deyling ziet een belangrijke rol weggelegd voor vakbonden in de verdediging van de arbeidsrechten van de migrantenbevolking.
De rol van de vakbonden is nog te vaak gericht op hulp zoals administratieve hulp en bevoorrading, maar te weinig proactief. Het uitgangspunt moet zijn dat migreren een recht is. Dus als mensen willen migreren moet dat via formele weg mogelijk zijn. Sinds een aantal jaar bestaat er een overeenkomst tussen Nicaragua en Costa Rica over arbeidsmigratie waar de vakbonden een belangrijke rol spelen bij het garanderen van arbeidsrechten zoals het recht op een contract en sociale zekerheid.
Ten tweede is er nood aan een uniform arbeidsreglement voor de regio Centraal-Amerika. Het blijft me verbazen met welk gemak kapitaal en goederen over de wereld kunnen circuleren, wanneer het centrum van het leven, de mens, op alle manieren wordt tegengewerkt in zijn bewegingsmogelijkheden. De vakbonden moeten de vaandeldragers zijn voor het recht op migratie in waardige omstandigheden, opdat de meerwaarde van arbeidsmigranten aan de ontwikkeling van een land wordt erkend.
Het uitgangspunt moet zijn dat migreren een recht is
In de maquilas, bedrijven in de Centraal-Amerikaanse vrijhandelszones, is migratie meestal een binnenlandse aangelegenheid. Vaak gaat het om migratie van het platteland naar de steden. Via de acties van FOS-partner CGM tracht men op sectorniveau bij te dragen aan een verbetering van arbeidsomstandigheden van de hoofdzakelijk vrouwelijke werknemers. CGM ijvert onder andere voor een verbetering van de medische posten in de maquilas, kinderopvang op de arbeidsplaats en gelijke loonomstadigheden. Op die manier vermindert de organisatie de noodzaak tot emigratie en de sociale en economische gevolgen die met die beslissing gepaard gaat.
Blijf op de hoogte
Meer weten over migratie in Centraal-Amerika? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!