Gezondheid in Honduras na de staatsgreep

Zelfs zonder coups is gezondheid in een land als Honduras geen evidentie. fos steunt er daarom partnerorganisaties die opkomen voor inspraak van de bevolking in het gezondheidsbeleid van de overheid. fos-medewerker Daniel Gamez geeft tekst en uitleg bij de solidaire systemen die ze opzetten, zoals gemeenschapsmutualiteiten of -apotheken die betaalbare medicijnen aanbieden en vertelt over de gevolgen van de staatsgreep van juni vorig jaar.

CategorieNieuws

Honduras is een van de armste landen in Centraal-Amerika. Momenteel vindt er – net zoals in vele andere landen in Latijns Amerika – een proces van privatisering van de gezondheidszorg plaats. Een belangrijk gevolg hiervan is dat het budget van de overheid voor gezondheid enorm gedaald is.

De komst van president Manuel Zelaya in 2006 bracht een kentering op gang die perspectieven bood voor een sociaal beleid. Zelaya toonde interesse voor maatregelen die de toegang tot betaalbare geneesmiddelen vergrootten. Er werden ook initiatieven genomen om de sociale zekerheid open te stellen voor mensen die in coöperatieven werken, dit als een tussenstap naar sociale zekerheid voor iedereen. Dit hoopvol perspectief werd helaas afgebroken toen vorig jaar in juni met de steun van het leger een staatsgreep plaatsvond.

Een verplichte ziektekostenverzekering zoals we hier in België kennen, bestaat niet in Honduras. Nog geen twintig procent van de actieve bevolking is aangesloten bij het instituut voor sociale zekerheid. De overige tachtig procent zijn, wanneer ze ziek worden, aangewezen op een netwerk van openbare gezondheidsdiensten. Dit netwerk is wel gratis, maar biedt zorgen van slechte kwaliteit. De afstand tot de publieke gezondheidsposten is vaak groot, er is niet altijd medisch personeel aanwezig en er is een gebrekkige infrastructuur. “Vaak is er te weinig materiaal aanwezig in de gezondheidspost waardoor de artsen niet de juiste zorg kunnen bieden”, vertelt Daniel Gamez, thematisch coördinator van de gezondheidswerking van fos in Centraal-Amerika. “Zo kan het voorvallen dat de arts aan een patiënt die een operatie moet ondergaan, vraagt om zelf medisch garen mee te nemen, omdat het in het ziekenhuis niet voorhanden is.”

Werkgevers zijn verplicht om hun werknemers aan te sluiten bij het instituut voor sociale zekerheid. Deze wetgeving wordt echter vaak met de voeten getreden door de werkgevers die geen bijdragen willen betalen. “Maar de werknemer wil niet altijd aangesloten zijn, omdat zelfs de diensten van de sociale zekerheid van slechte kwaliteit zijn”, legt Gamez uit. “In dat geval verdienen ze iets meer en gaan ze als ze ziek worden naar de openbare of de volledig private gezondheidsinstellingen.” Daarenboven werkt een heel groot deel van de Hondurese bevolking in de informele economie en kan zich dus niet gemakkelijk aansluiten bij het instituut voor sociale zekerheid.

De gezondheidswerking van fos in Honduras heeft twee luiken. Enerzijds steunt fos de oprichting van kleine mutualiteitsystemen en anderzijds helpt fos bij de promotie van gemeenschapsapotheken. In heel Latijns-Amerika is er namelijk een gebrek aan toegang tot essentiële, kwalitatieve en goedkope medicijnen. “Al in 40 kleine dorpen werden kleine gemeenschapsapotheken opgericht. Op drie grotere plaatsen waar minimum 5.000 mensen wonen, werden intussen Sociale Verkooppunten voor Geneesmiddelen opgericht, die tevens dienst doen als verdeelcentrum naar de gemeenschapsapotheken”, vertelt Gamez enthousiast. “Dit heeft een direct gevolg op de onkosten die mensen hebben als ze medicijnen kopen. We schatten dat de mensen tot 40 procent kunnen besparen.”

fos werkt samen met Comixmul, een spaar- en kredietcoöperatieve van vrouwen die voor haar leden aanvullend gynaecologische raadplegingen organiseert, zegt Gamez. “De vrouwen betalen een kleine bijdrage voor consultatie en 20 procent van de kostprijs van de medicatie. De overige 80 procent van de kost van het geneesmiddel wordt betaald door de interesten op een sociaal fonds dat de Belgische verzekeringsmaatschappij P&V ter beschikking gesteld heeft.”

Deze nationale gezondheidscoöperatieve krijgt momenteel geen steun van de overheid. fos probeert zijn partners te steunen in hun beleidsbeïnvloedend werk. “Onze ambitie leeft om ooit tot afspraken met de overheid te komen. De staatsgreep heeft deze verwachting helaas doorkruist”, aldus Gamez. “Ook Cossamul, een andere gezondheidscoöperatieve waar we mee samenwerken, was in onderhandeling met de minister van gezondheidszorg om hun coöperatieven op te nemen in het “Solidariteitsnetwerk”. Deze overheidscampagne had de bedoeling om de leden van coöperatieven op te nemen in de sociale zekerheid. Maar dat plan ligt nu ook stil.”

De staatsgreep in juni vorig jaar bracht heel wat (internationaal) protest met zich mee. Intussen hebben er verkiezingen plaatsgevonden en trad een nieuwe president aan, Porfirio Lobo. Een brede volksbeweging weigert echter om deze president te erkennen en er vinden grote protesten tegen de ondemocratische gang van zaken plaats. Gamez verwacht echter dat de situatie zich zal herstellen. “Helaas! Het is goed om terug over te gaan naar de normale gang van zaken, maar een staatsgreep mag niet goedgekeurd worden. Het mag geen precedent vormen.”

Gamez ziet wel een opportuniteit opduiken: “De vorige regering was heel open naar sociale bewegingen toe. De staatsgreep is niet bepaald een teken van openheid, maar ik verwacht wel dat de nieuwe regering blijk van sociale openheid zal geven om zichzelf te legitimeren. Van deze opening moeten we gebruikmaken, fos en de partners!”


Bookmark and Share