In Peru, Ecuador en Bolivia zijn het vooral middenveldorganisaties die de belangen van mensen behartigen wanneer het gezondheidsbeleid van een regering wordt uitgestippeld. De institutionele kanalen die de stem van het volk met de politiek moeten verbinden, zijn vaak niet erg kritisch voor de regeringen of hebben amper de macht om invloed op het beleid uit te oefenen. FOS werkt daarom samen met verschillende organisaties die hun steentje bij proberen te dragen aan het maatschappelijke debat in de drie landen. Het is echter enorm moeilijk om grote revoluties te ontketenen. Economische belangen en eigenzinnige regeringen die geen zin hebben in een open debat verhinderen vaak vooruitgang.
Peru
Een mooi voorbeeld van een land met een gebrek aan inspraak in de gezondheidszorg is Peru. In 2013 zette de regering er het parlement buitenspel om de gezondheidszorg sneller te privatiseren. De hervorming moest officieel besproken en goedgekeurd worden in de Nationale Gezondheidsraad, daarin was maar één organisatie uit de civiele maatschappij vertegenwoordigd. Die organisatie was Foro Salud, een partner van FOS. Ze stemde er als enige tegen de hervorming.
De nationale en regionale gezondheidsraden kunnen in Peru advies geven, maar hun beslissingen zijn niet bindend. Bovendien roept het ministerie van Gezondheidszorg de meeste regionale raden nooit bijeen. Toch rekent de Peruaanse overheid al decennialang op de gratis en belangeloze inzet van de burger om de gezondheidszorg te verbeteren. Dat komt vooral tot uiting bij de duizenden ‘gezondheidspromotoren’. Dat zijn vrijwilligers, vaak vrouwen, die van deur tot deur gaan om gezondheidsthema’s te bespreken. Ze krijgen jammer genoeg weinig erkenning van de overheid, laat staan inspraak in het beleid.
In Peru opent enkel hevig protest op straat en in de media de deuren voor beleidsbeïnvloeding. De overheid weigerde jarenlang om Foro Salud te erkennen als gesprekspartner. Toch bleef de organisatie volharden en zette ze haar werk verder. Plots schoven de minister van Gezondheidszorg, de directeur van de ziekteverzekering voor armen en andere hoge functionarissen aan bij de nationale bestuursraad van Foro Salud eind april 2015. Daar luisterden ze naar de klachten en suggesties van de vertegenwoordigers uit de regio’s.
Die luisterbereidheid betekent helaas nog geen koerswijziging, want daarvoor zijn de economische belangen te groot. Privéfirma’s verdienen grof geld aan de bouw en uitbating van ziekenhuizen. Die worden gefinancierd door de overheid en weinig gecontroleerd, zo ontstaan er grote winstmarges. De dienstverlening is er vaak gebrekkig, want men moet besparen om meer winst te boeken. Het personeel heeft er minder rechten en de patiënten krijgen amper inspraak.
Dan is er nog de farmaceutische industrie. De onderhandelingen over nieuwe vrijhandelsverdragen zijn zelfs voor het parlement geheim. De Peruanen kunnen enkel vaststellen hoe ze peperdure geneesmiddelen uit eigen zak moet betalen, bij gebrek aan generische alternatieven. In de verdragen worden intellectuele rechten en patenten tot meer dan 30 jaar verlengd en wordt de vrijheid van de overheid bij het aankopen van medisch materiaal aan banden gelegd.
Vooral op vlak van seksuele gezondheid betreedt de burger het publieke strijdtoneel. Een brede waaier aan vrouwenorganisaties, met FOS-partner Promsex voorop, verzamelden ruim 80.000 handtekeningen om het parlement te dwingen een wetsvoorstel te bespreken dat abortus toelaat in geval van verkrachting. Daarop stuurden protestantse en katholieke kerken prompt tienduizenden burgers de straat op om het ongeboren leven te beschermen.
Ecuador
In Ecuador voert FOS-partner Luna Creciente een gelijkaardige strijd. De organisatie brengt allerlei sociale en inheemse organisaties op de been, om het recht van de vrouwen te verdedigen. De versoepeling van het verbod op abortus neemt hierbij een belangrijke plaats in. Door de toenemende druk dreigde president Rafael Correa af te treden indien het parlement de abortuswetgeving zou versoepelen.
Ecuador kent een progressief regime dat van bovenaf een verregaande hervorming van de gezondheidszorg oplegt, maar hierbij weinig ruimte laat voor inspraak. Dat gebeurt onder andere door coöptatie, het opnemen van volksleiders en experten in de ministeries en andere overheidsinstellingen, waardoor ze hun kritische stem verliezen.
Movimiento Mujeres por la Vida, ook een FOS-partner, heeft een bewonderenswaardige expertise opgebouwd met haar enquêtes in ziekenhuizen en bijhorende verslagen. Toch kan de organisatie niet luidop hameren op verbeterpunten, want dan krijgt de organisatie het verwijt dat ze de oppositie in de kaart speelt. Uit strategische overwegingen kiest men ervoor om dicht bij Correa aan te leunen. Zo kan er volgens de organisatie meer invloed uitgeoefend worden.
FOS-partner Fundación Donum roeit wel tegen de stroom in. Een grondig wetenschappelijk onderzoek toonde aan hoe de toegenomen overheidsuitgaven voor gezondheidszorg in Ecuador vooral in de zakken verdwijnen van enkele machtige privé-bedrijven. Het is wel moeilijk om hierover een publiek debat op gang te krijgen. Veel experten en organisaties durven zich niet uitspreken, uit vrees dat de Ecuadoraanse overheid de geldkraan dichtdraait.
Tenslotte worden boerengemeenschappen, die durven opkomen tegen de buitenlandse mijn- en oliebedrijven, gecriminaliseerd door de overheid. Dat gebeurt niet uitsluitend in Equador, maar evengoed in Peru en Bolivia. De vervuiling van lucht en drinkwater brengt de gezondheid van de lokale bevolking dan wel in gevaar, de overheid heeft de bedrijven die ervoor verantwoordelijk zijn nodig om net die gezondheidsprogramma’s te kunnen betalen.
Bolivia
In Bolivia belooft de socialistische president Evo Morales al jarenlang een grote topontmoeting met alle volksorganisaties over gezondheid. Maar het komt er niet van, ondanks allerlei veelbelovende artikels in de progressieve grondwet. Vooral de economische belangen in de sector en de privileges waaraan sommige ziekenkassen willen vasthouden, gaan inspraak tegen.
Ondanks het exorbitante communicatiebudget van de regering, doorprikte het middenveld de goednieuwsshow. Recent kwam aan het licht dat het nationale gezondheidsbudget veel lager ligt dan gedacht werd én gecommuniceerd is. Het nationale gezondheidsbudget bestaat slechts uit 3,2% van het BNP. Daarmee zit Bolivia samen met Haïti en Nicaragua op de allerlaatste bank.
FOS-partner Alternativa, besefte samen met de federatie van koffieboeren FECAFEB dat er heel wat schort. Om in aanmerking te komen voor sociale gezondheidsprogramma’s moet men over de juiste papieren en documenten beschikken. Als de boeren die papieren bezitten moeten ze ook nog toegang hebben tot een ziekenhuis of gezondheidspost en dat is niet zo vanzelfsprekend.
De lokale gezondheidsraden uit Bolivia functioneren niet zoals de wetgeving het voorschrijft. Dat komt doordat de mensen niet voldoende op de hoogte zijn van hun rechten en de lokale overheden dus hun gang gaan, zonder de nodige sociale controle. Hetzelfde verhaal dus als in Peru en Ecuador: de nodige politieke en institutionele wil ontbreekt om de burgers reële inspraak en participatie te geven in het gezondheidsbeleid van hun gemeente, provincie en land. Maar dat ontneemt onze FOS-partners de moed en volharding niet om hun sociale strijd verder te zetten en te wegen op het beleid.
Lees meer over participatie in gezondheidszorg in ons FOSFOR-magazine