Alma is één van die vluchtelingen. In Nicaragua werkte ze als advocate en notaris en steunde ze de protesten tegen de dictatuur. Dat kwam haar duur te staan, ze diende halsoverkop haar land te verlaten. In Costa Rica is ze actief als vrijwilliger bij onze Nicaraguaanse gezondheidspartner in ballingschap, ASOHUMA. FOS sprak met Alma over haar vlucht uit Nicaragua en haar engagement in Costa Rica. Tijdens het interview moet ze vaak haar emoties verbijten. Toch staat ze erop om haar getuigenis te delen. Omdat ze wil dat de wrede realiteit in haar land onder de aandacht blijft. Maar ook om de moeilijke situatie van Nicaraguaanse vluchtelingen in Costa Rica te belichten.
Alma, hoe verliep jouw vlucht uit Nicaragua?
Het was onwerkelijk. In oktober ’21 moest ik halsoverkop vluchten toen ik op de radar van de politie verschenen was. Ik ben ’s nachts gevlucht en in de vroege ochtend de grens met Costa Rica overgestoken. Ik kwam terecht in La Milpa, een arme buurt in de hoofdstad waar veel Nicaraguaanse vluchtelingen en migranten wonen.
In mijn land was ik een geschoolde professional, ik werkte zelfstandig als notaris en advocate. Mijn kantoortje was bescheiden, maar naar Nicaraguaanse normen hadden we het niet slecht. Van de ene dag op de andere was ik een vluchteling zonder papieren met enkel de bagage die ik kon dragen tijdens mijn vlucht. Het was een enorme shock.
Wat waren de eerste problemen waarmee je geconfronteerd werd als vluchteling?
Als je moet vluchten en aankomt in een nieuw land, heb je honderden problemen. Maar voor mij persoonlijk waren het gebrek aan papieren en het niet naar de dokter kunnen gaan de twee zwaarste.
Zonder papieren ben je niemand, heb je geen rechten. Uiteraard kan je ook niet officieel werken. Mijn echtgenoot en ik hadden het werk echter hard nodig, want we zijn hier met bitter weinig aangekomen. Zonder papieren kan je enkel terecht in onderbetaalde, informele jobs. Het heeft vijf maanden geduurd tot ik een eerste voorlopige verblijfsvergunning had. Voor mij was dat een verschrikkelijke periode en dan moet je weten dat de meesten nog langer moeten wachten.
Ik lijd aan chronische hypertensie en moet regelmatig gemonitord worden door een dokter en medicatie nemen. Maar in Costa Rica kan je enkel naar de dokter als je sociale zekerheid hebt. Zonder papieren kan je je uiteraard niet aansluiten, dus kon ik niet bij een dokter terecht. Op bepaalde momenten was mijn situatie zo kritiek, dat ik opgenomen moest worden op spoed, waar ze wettelijk verplicht zijn om noodgevallen te behandelen. Maar na het verlaten van de spoeddienst had ik geen medische opvolging en al snel geen medicatie meer. Waardoor ik een tijd later terug op spoed zat. Ik voelde mij in die periode totaal hulpeloos.
Zijn dat ook de problemen die je hoort van andere vluchtelingen?
Ja. Papieren, gezondheidszorg en daarnaast het huisvestingsprobleem. De goedkoopste woningen in Costa Rica kosten rond de 230 dollar per maand. Dat is bijzonder duur, als je aankomt zonder geld en geen papieren of werk hebt. Veel vluchtelingen zoeken daarom een noodoplossing in een sloppenwijk. Ik ken jongeren die de eerste weken noodgedwongen op straat doorbrachten, of op een matras in vervallen panden.
Zelf hebben mijn man en ik er alles aan gedaan om op zijn minst een woning te kunnen huren. Toen we een aanvraag deden voor sociale steun bij het IMAS (instituut voor sociale hulp in Costa Rica, n.v.d.r.) werd ons dat kwalijk genomen. Volgens de sociale dienst hebben wij geen nood aan hulp, omdat we een huurwoning kunnen betalen. Maar wij kunnen soms geen drie maaltijden per dag veroorloven, net omdat we er alles aan doen om op zijn minst menswaardig te kunnen wonen. Ik heb het zelfs moeilijk om mijn medicatie te kunnen kopen voor mijn chronische ziekte. En het trieste is dat mensen die in sloppenwijken wonen sociale hulp geweigerd worden omdat ze geen ‘wettig domicilieadres’ hebben.
Jij engageert je als vrijwilligster bij ASOHUMA. Wat doen jullie voor de Nicaraguaanse vluchtelingen en migranten?
Wij focussen in de eerste plaats op gezondheid, net omdat de toegang tot de zorg zo moeilijk is. Zelfs met een verblijfsvergunning is het niet eenvoudig om je aan te sluiten bij de sociale zekerheid. Ik heb geluk dat ik nu verzekerd ben via het werk van mijn man. Maar als je geen werk hebt – of informeel tewerkgesteld bent – moet je de aansluiting zelf betalen. Dat is voor de meeste migranten financieel niet haalbaar.
We zetten dus sterk in op gezondheidspromotie en -preventie. Daarbij hebben we ook specifiek aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid. We werken met adolescenten om de problematiek van soa’s en tienerzwangerschappen te verminderen. In Nicaragua zijn de tienerzwangerschappen torenhoog, maar ook in de migrantengemeenschap hier blijft het een hardnekkig probleem. Vaak speelt seksueel geweld en geweld tegen vrouwen in het algemeen een rol.
Bij de huis- aan huisbezoeken krijgen we veel problemen te horen en te zien. Zelf probeer ik altijd te helpen waar mogelijk, ik beperk mij niet tot gezondheidswerk. Landgenoten helpen bij het maken van een afspraak met de dienst migratie, zoeken van een slaapplaats voor pas aangekomen vluchtelingen, een luisterend oor bieden voor de problemen.
Als mensen met gezondheidsproblemen kampen, proberen we ook een oplossing te vinden en hen naar de zorg toe te leiden, maar zoals ik heb uitgelegd, is dit niet evident door de manier waarop de gezondheidszorg in Costa Rica is georganiseerd. Veel vluchtelingen kampen ook met psychologische problemen, door de contacten die ASOHUMA heeft, kunnen we voor sommigen ook gratis psychologische hulp inschakelen.
Vooral het gebrek aan toegang tot gezondheidszorg vind ik schrijnend. Gezondheid is toch een fundamenteel mensenrecht.
Vind je dan dat Costa Rica niet genoeg doet voor vluchtelingen uit het buurland?
De toestroom van Nicaraguaanse vluchtelingen en migranten is groot. Bovendien stelt de huidige president zich vrij negatief op tegenover migratie. Maar ja, ik vind dat het beter kan. Ook in het belang van Costa Rica zelf. Er zijn veel Nicaraguaanse professionals – dokters, verpleegkundigen, leerkrachten, advocaten – die hier aan het werk zijn als huishoudwerkers, in de horeca of als winkelpersoneel. Costa Rica zou dat menselijk kapitaal beter kunnen benutten als er een beter beleid zou zijn rond gelijkschakeling van diploma’s.
Soms krijg je ook het gevoel dat er echt een ontradingsbeleid is naar vluchtelingen toe. Een afspraak op de dienst vreemdelingenzaken om verblijfspapieren aan te vragen, kan je enkel telefonisch maken. Maar je krijgt eeuwig de bezettoon en je moet soms dagen aan een stuk bellen om binnen te raken. Vooral het gebrek aan toegang tot gezondheidszorg vind ik schrijnend. Gezondheid is toch een fundamenteel mensenrecht. Het doet pijn om oudere Nicaraguanen te zien met hartproblemen of diabetes die niet opgevolgd worden omdat ze geen verzekering hebben.
Ik zeg niet dat Costa Rica alle lasten alleen moet dragen. De internationale gemeenschap en ngo’s zouden het land hierbij kunnen steunen. Voor ik vervolgd werd, had ik er nooit aan gedacht om mijn land te verlaten. Maar als Nicaraguaanse zag ik geen andere uitweg dan te vluchten. Ik heb mijn familie, mijn vrienden, mijn hele leven moeten achterlaten omdat het niet meer veilig was in mijn land. Het is erg pijnlijk om je land op die manier te moeten verlaten. Maar de situatie waarin we verzeild raken in Costa Rica vergroot die frustratie.
Alma, waar ligt jouw toekomst? Hier of in Nicaragua?
Ik zou zo graag terugkeren naar mijn familie, naar mijn moeder, mijn huis, mijn gemeenschap. Maar het is moeilijk om die hoop levend te houden. Sinds ik vertrokken ben is het regime alleen maar driester geworden. Er zijn geen vrijheden meer, zelfs katholieke processies zijn vandaag verboden. Ik hoop op een omwenteling, maar het repressieapparaat is enorm. Het gevolg is dat mijn landgenoten kiezen voor de enige uitweg die ze nog zien en dat is migreren. Mijn perspectief – en dat van de meeste vluchtelingen die ik ken – is dat een terugkeer nog niet voor de korte termijn is. Vandaag leef ik in een erg moeilijke situatie, het is soms vechten om te overleven. Maar zolang ik hier ben, wil ik mijn steentje blijven bijdragen voor mijn landgenoten die net als ik op de vlucht zijn voor de dictatuur. Die onderlinge solidariteit is voor mij een sprankel hoop in deze moeilijke tijden.