Een organiser is iemand die werknemers werft om zich aan te sluiten bij de vakbond. Voor de vakbond van huishoudwerkers is dat een creatieve job; huishoudwerkers vind je immers niet allemaal samen op eenzelfde werkplaats. Zij werken in de huizen van hun werkgevers zonder per se contact te hebben met andere huishoudwerkers. Organisers moeten de huishoudwerkers opzoeken in hun eigen leefwereld.
“Ik werkte negen jaar voor dezelfde vrouw. Ze was een alleenstaande moeder met twee kinderen tot er een nieuwe man in haar leven kwam met wie ze ook een kind kreeg. Hij moest me niet omdat ik zwart ben. Hij noemde me altijd ‘kaffir’, een scheldwoord jegens zwarten hier in Zuid-Afrika. Toen Apartheid werd afgeschaft zei men dat het oude niet meer bestond en dat nu iedereen hetzelfde is, racisme moest stoppen. Maar nog steeds worden zwarten ondermijnd.
Hij mishandelde niet alleen mij, maar ook mijn werkgever en haar twee oudste kinderen. Ik heb de kinderen altijd beschermd. Ik kende hen al van voor hij in beeld kwam en had hen mee opgevoed. Ondanks het misbruik hield mijn ex-werkgever van hem. Als er ’s avonds iets was gebeurd praatten we er de volgende ochtend vaak over. Ik was een steun voor haar. Tijdens één van onze laatste gesprekken, zei ik haar: ‘ik kan rijk worden, want ik kan een boek schrijven over wat er in dit huis gebeurt.’ en ze lachte en zei: ‘ja, Gloria, dat is waar.'”
Voor de rechter
“Mijn job was goed tot de man in beeld kwam. Na een jaar van mishandelingen was ik altijd ziek en kreeg ik antidepressiva voorgeschreven. Uiteindelijk werd het me te veel en kwam ik op voor mijn rechten. Met de hulp van de vakbondsorganisatie SADSAWU opende ik een rechtszaak om het misbruik jegens mij aan te klagen. Door de rechtzaak kreeg ik een privépsycholoog toegewezen. Ik moest niet betalen omdat ik er als huishoudwerker geen geld voor heb.
Veel van mijn vriendinnen en collega’s van SADSAWU waren bij de rechtszaak komen opdagen om me te steunen. Mijn werkgever wou niet naar buiten komen als slachtoffer, maar was wel getuige. Ze loog en probeerde mij in een slecht daglicht te brengen. Maar ze slaagde er niet in.
Haar dochter Michaela is nu 18 jaar. Toen ze 14 jaar was hoorde ze dat ik wegging. Ze nam een blad papier, ging in haar kamer zitten en schreef me een brief. Toen ze me de brief gaf, vroeg ze me om te wachten tot ik thuis was om hem te lezen. Ze huilde en ik zei ‘Ok Mickey’.”
“Op een dag besprak ik de zaak met mijn advocaat en hij zei me: ‘breng me alles wat je hebt dat de case kan helpen.’ Mijn oudste dochter hoorde dit en vroeg: ‘kan die brief je niet helpen?’ Waarop ik hem meenam naar mijn advocaat. In de rechtszaal kreeg iedereen een kopie van de brief. Mijn ex-werkgever zat in de getuigenbank en ze vroegen haar: ‘Ken je deze brief?’ ‘Nee’, antwoordde ze. ‘Ken je dat geschrift?’ ‘Ja, van mijn dochter.’ En ze lazen de brief luidop voor. In haar brief noemde het kind mij haar echte moeder die hen beschermde in goeie en slechte tijden. Ik was altijd bij hen als zwarte huishoudwerker bij witte mensen. In de brief stond ook: ‘als ik een vriendje heb, als ik trouw, als ik een baby krijg. Jij bent de eerste die moet komen.'”
Gerechtigheid geschiedt?
“Uiteindelijk heb ik de zaak gewonnen. De dader werd veroordeeld tot twee jaar gemeenschapsdienst en huisarrest en hij moest een schadevergoeding van 50 000 Rand betalen. Toch voelde ik me niet opgelucht. Na de uitspraak bleef ik er nog een tijdje werken en om te tonen dat het hem niets kon schelen bleef de man gewoon doorgaan met het misbruik. Door de rechtszaak en het gevolg ervan zijn de ogen van mijn ex-werkgever opengegaan. Ze heeft hem weggestuurd en later is ook mijn contract daar afgelopen.
Na mijn vertrek, sprak ik nog steeds met de kinderen. Op een bepaald moment belde Michaela me en zei dat ze erg bang was omdat haar moeder opnieuw een vriend had: een collega. Ik kalmeerde haar en zei haar af te wachten om te zien wat voor man het is. Haar broertje vroeg me zelfs om terug te komen omdat hij er niet gerust op was, maar ik zei: ‘ik kan toch zeggen aan jouw mama dat ik teruggekomen ben om jullie te beschermen en te kijken wat er allemaal verkeerd loopt in het huis.’ Gelukkig meldde de oudste me een tijdje later dat het een goede man is en hij gaat trouwen met de moeder.
Waar ik heel trots op ben, is dat ik met mijn verhaal andere vrouwen kan inspireren. En dat ik mijn ervaringen ook ten volle kan benutten als organiser bij SADSAWU. Ik stond als zwarte huishoudwerker op tegen mijn witte werkgever en won! Ik had eigenlijk nooit gedacht dat dat mogelijk was.
Van de 50 000 rand schadevergoeding heb ik geen cent gezien. Op zoek naar de betaling werd ik binnen het Zuid-Afrikaanse rechtssysteem van het kastje naar de muur gestuurd. Niemand hielp. Iedereen zei: ‘ik weet het niet, ik weet niet wat ik moet doen.’ De uitspraak is drie jaar geleden. Je kan een Sheriff 560 rand betalen om een persoon op te sporen. Maar ze weten niet waar de man nu is, of hij werkt. Voor iemand die ze niet kennen is het verloren geld. Ik zou hem zelf kunnen gaan opsporen, volgende week heb ik een afspraak met een advocaat. Ik blijf zoeken.”
Blijf op de hoogte
Meer weten over de strijd tegen geweld op de werkvloer in Zuid-Afrika? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!