Enkele weken geleden verkondigde de president van Nicaragua, Daniel Ortega, dan toch aan het Akkoord van Parijs te willen ondertekenen. Dat is het verdrag waarmee zo goed als alle landen van de Verenigde Naties zich engageren om samen de opwarming van de aarde aan te pakken. Aanvankelijk vond Ortega het akkoord “te zwak” omdat het niet ver genoeg ging in de inspanningen die gevraagd werden van de rijkste landen en grootste economieën. Wie kan hem ongelijk geven? Nu erkent hij dat het akkoord het enige internationale instrument is om de klimaatverandering en haar effecten het hoofd te bieden. Enkel Syrië en de Verenigde Staten blijven aan de zijlijn staan door hun weigering het akkoord te ondertekenen.
Punto Caliente
Een belangrijke component van het akkoord van Parijs is de toegang tot fondsen voor ontwikkelingslanden vanaf 2020. Voor Centraal-Amerika zijn die gelden broodnodig door. Volgens de Climate Risk Index is Honduras wereldwijd het meest kwetsbare en zwaarst getroffen land met betrekking tot klimaatsverandering gedurende de laatste twintig jaar. Ook Nicaragua, Guatemala en Haïti staan in deze trieste top tien. In El Salvador woont 95% van de bevolking in hoge risico zones*.
Een van de grootste kritieken op het klimaatverdrag van Parijs is het aanhoudende vrijblijvende karakter van de doelstellingen en het marginaliseren van het historische aandeel van ontwikkelde landen in de oorzaken van klimaatsverandering. Centraal-Amerika is slechts verantwoordelijk voor 0,5% van de wereldwijde broeikasgassen maar vormt wel de ‘punto caliente’: de plaats waar klimaateffecten zich manifesteren. Dat vertaalt zich in veranderende neerslagpatronen, effecten op voedselzekerheid, biodiversiteit en landbouwproductiviteit en verhoogt de historische kwetsbaarheid van de regio. Die kwetsbaarheid werd grotendeels veroorzaakt door energie-inefficiëntie, afwezigheid van territoriale ordening en de over het algemeen zwakke instellingen van de overheid.
Zwartkijkers
Gelukkig is er ook goed nieuws uit de regio. Centraal-Amerika is al een halve eeuw koploper op vlak van hernieuwbare energie. De vele natuurlijke rijkdommen en dalende technologieprijzen maakt het voor de regio mogelijk in haar energievraag te voorzien. Volgens het Worldwatch Institute is honderd procent hernieuwbare energie mogelijk in Midden-Amerika.
Costa Rica gaat niet voor minder dan koolstofneutraliteit in de energiesector tegen 2021. Al dertig jaar bestaat de energiematrix van Costa Rica voor meer dan 80 procent uit hernieuwbare energiebronnen, in 2016 was dit 99 procent. Los van het uitzonderlijk potentieel zet de regering sinds 2000 voluit in op het promoten van het duurzame potentieel van Costa Rica. Het kleine landje produceert bovendien het grootste aandeel in de energieproductie van heel de regio.
Door corruptie en wanbetalingen stijgt de energieprijs in Honduras
Honduras kwam vorig jaar in de schijnwerper door de brutale moord op Berta Caceres, de milieu-activiste die de bouw van een dam op indigena grondgebied wist te verhinderen. Het land slaagde erin haar hernieuwbare energie te verdubbelen in de laatste tien jaar, naar 60%, vooral wind-, zonne- en hydro-elektrische energie. Maar door corruptie en wanbetalingen stijgt de energieprijs ook en daarmee het aantal Hondurezen dat de energiefacturen niet (meer) kunnen betalen. De politieke context werpt een schaduw op deze prille energierevolutie.
Nicaragua is het voorbeeld van hoe met weinig middelen, maar met politiek doorzettingsvermogen een eigenzinnige koers kan worden gevaren. De huidige energiematrix bestaat voor de helft uit hernieuwbare energie en voor de andere helft uit niet-hernieuwbare energie. Maar het percentage hernieuwbare energie neemt toe. De staat stelt het nationale doel van 91% tegen 2021 voorop, ook soms tegen lokale belangen in, zoals die van de inheemse bevolking of milieu. Om grote investeerders aan te trekken, krijgen de bedrijven nagenoeg carte blanche in hun concessiezone op vlak van belastingen en onteigeningen.
Het is duidelijk dat Midden-Amerika een groene voorloper is en zo bijdraagt aan de broodnodige inspanningen om de effecten van klimaatverandering in te dijken. Een gecoördineerd beleid dat preventie en mitigatie vooropstelt is de enige uitweg. De grootste uitdagingen blijven momenteel de zoektocht naar duurzame financiële middelen, transparantie vanwege de regeringen naar haar burgers en de garantie dat het overheidsbeleid daadwerkelijk wordt vertaald naar de realiteit. De klimaattop is dus een uitgelezen kans om de belangen van die kwetsbare landen te verdedigen en haar troeven als ecologische koploper uit te spelen.
Blijf op de hoogte
Meer weten? Schrijf je in op onze nieuwsbrief!