Hoe ziet jullie dag eruit?
Oscar
“We staan op om 3 uur ’s ochtends op om onze kapmessen te slijpen, want om 4 uur moeten we klaar staan. We ontbijten altijd heel snel en dan vertrekken we naar het werk. Om 12 uur hebben we meestal gedaan. De werkgevers laten ons op pikken en terug brengen door drie vrachtwagens, een bus is er niet.”
William
“Als de vrachtwagen stopt gooit iedereen zijn kapmes in de laadruimte. Het gebeurt soms dat iemand zich daardoor snijdt en niet meer kan gaan werken. Dat is heel erg, want die persoon kan dan die dag geen geld verdienen. Het is ook altijd druk in de vrachtwagens. Er is ruimte voor 40 man, maar dikwijls zitten ze gevuld met een 100-tal suikerrietkappers.”
Wat zijn de grootste gevaren op de plantages?
William
“Ik vind het vooral gevaarlijk dat we geen werkkledij hebben. Nu dragen we ons eigen kleren die ons niet beschermen. We hebben werkhandschoenen nodig en stevige broeken. Zelf kunnen we dat niet betalen.”
Oscar
“Op de plantages is het ook een komen en gaan van mensen en machines. Die hectische situatie is soms gevaarlijk. Onlangs zag ik hoe een suikerrietkapper een slag op het achterhoofd kreeg van een tractor. Hij bloede enorm, maar hij wou doorwerken. Er is hier helemaal geen dokter of ziekenhuis in de buurt. Toen hij de komende dagen niet meer kwam werken bleek dat hij overleden was.”
Oscar
“Dergelijke voorvallen zijn soms moeilijk om mee om te gaan. Het is alsof ze het expres gevaarlijk maken. Bij het afbranden van de velden is het ook erg gevaarlijk werken. Als de wind draait komt het vuur recht op ons af.”
Kiezen jullie voor dit zware werk?
Oscar
“We eten elke avond met het geld dat we die dag verdienen. We werken zelf omdat onze ouders ons niet kunnen onderhouden met hun loon. We hebben dus gewoon geen keuze. Maar zelfs al werken we, we zijn nooit zeker dat we elke dag voldoende zullen verdienen.”
William
“Ja! Als we bijvoorbeeld ziek worden door de extreme hitte, krijgen we ons volledig loon niet uitbetaald. Het gebeurt vaak dat er iemand hoofdpijn krijgt en misselijk wordt door de zon. Als je lichaam zwak is door uitdroging kan je vaak niet meer werken. Onze baas betaalt dan maar de helft van ons loon uit. We hopen dat we, met de hulp van de vakbonden en FOS, in de toekomst een hoger loon kunnen krijgen.”
Oscar
“We zijn ook nooit zeker dat we de volgende maand nog zullen werken. Als we willen werken, moeten we het aan onze baas vragen. Ons zal hij nooit vragen om te werken, bovendien kan hij ons altijd weigeren. Als hij ons toelaat op de plantages, moeten we 15 dagen werken. Onze ploegbaas bepaalt dagelijks hoeveel we moeten kappen. Met een stok bakent hij dan een terrein af. Als hij een grote stok heeft, dan kan het zijn dat we plots super veel meer moeten doen dan de dag ervoor. ”
William
“Na het seizoen van de suikerkap is er veel minder werk. Dan moeten de plantages wel onderhouden worden, maar daarvoor heeft de baas minder mensen nodig. Meestal vallen we dan uit de boot.”