‘Het recht op gezondheid kan je niet verzekeren via commercialisering’

In Ecuador is de staat terug van weggeweest sinds het aantreden van president Rafael Correa in 2007. Zoals het in een sterke staat betaamt, is er werk gemaakt van de openbare volksgezondheid. Het recht op gezondheid voor alle Ecuadoranen is opgenomen in de nieuwe grondwet in 2008, net als de noodzakelijke vereiste om het gezondheidsbudget sterk op te trekken. Maar ondanks grotere uitgaven, loopt er heel wat spaak. De oorzaak? Er vloeit heel wat geld naar private actoren die op winst uit zijn.

LocatieEcuador
CategorieNieuws

In Ecuador trokken zowel het Instituut voor Sociale Zekerheid, waar de formeel werkende bevolking bij aansluit, als het ministerie van Openbare Gezondheid dat zich moet bekommeren om de rest van de Ecuadoranen hun uitgaven fel op. Dat ging van 2,3 miljard dollar in 2000 tot 6,8 miljard in 2013. Maar wat is er met al dat geld gebeurd? Een onderzoek van het Centrum voor Economische en Sociale Rechten (CDES), op vraag van FOS-partner Donum, legt heel wat problemen in verband met die hoge uitgaven aan het licht.

Overheidssteun aan private sector

De overheid blijkt contracten af te sluiten met privéziekenhuizen en -praktijken om aan de toegenomen vraag naar gezondheidsdiensten te voldoen. Initieel bedoeld als overgangsmaatregel om de openbare instellingen de kans te geven hun infrastructuur uit te breiden. Maar na acht jaar blijkt dat dit laatste niet gebeurd is. De afhankelijkheid van de privésector is hoger dan ooit, de private dienstverleners verdubbelden hun winsten en de monopolisering nam toe. De macht in de privésector is dus flink toegenomen. Acht privé-ziekenhuizen, die slechts 1% van de sector vertegenwoordigen, gaan met 40% van de inkomsten lopen.

De economische groepen die aan het hoofd staan van die ziekenhuizen hebben bovendien tentakels in andere sectoren van de economie én banden met buitenlandse partners. Die zijn vaak gedomicilieerd in belastingparadijzen. Als kers op de taart betaalden ze in 2014 slechts belastingen gelijk aan 1,45% van hun inkomsten. We kunnen dus gerust stellen dat de Ecuadoraanse overheid een nieuwe perverse vorm van privatisering van de gezondheidszorg heeft ingevoerd.

Dankzij de nieuwe studie heeft de president intussen ook door dat er een vlieg aan de lamp zit. Volgens zijn eigen statistieken verleende de Sociale Zekerheid in 2015 20 miljoen medische diensten met een kostprijs van 1,1 miljard dollar, terwijl de private dienstverleners gestopt zijn met tellen bij 6,7 miljoen attenties, met een kostprijs van 780 miljoen dollar. Hij spreekt van opgeblazen kosten en onnodige medische interventies, zoals keizersneden die in Ecuador te pas en te onpas uitgevoerd worden.

Nood aan herverdelende maatregelen

Wat is dan het alternatief? Meer openbare gezondheidsinfrastructuur bouwen. Voor 2016 heeft president Correa al de bouw van vier nieuwe ziekenhuizen aangekondigd. Het probleem is dat de overheid heel krap bij kas zit nu de olieprijzen gekelderd zijn en dat ze nog een torenhoge schuld heeft uitstaan bij de privé-sector.

Pablo Iturralde, auteur van de studie, heeft de oplossing klaar: enkel door herverdelende maatregelen te nemen, kan de regering voldoende middelen genereren om vanuit de openbare sector aan de vraag te voldoen.