‘Hier laat ik je los…’

FOS-Chitima overgedragen aan lokale organisatie

“Steun gewaarborgd in 2006 en 2007, dat moet u niet tot ongerustheid aanzetten. Integendeel, het moet een aansporing voor u allen zijn om het nu zelf te bewijzen. Het hangt van onszelf af!”. De vertegenwoordiger van de gouverneur hield een begeesterende, erg knappe toespraak. Ik had namens FOS in mijn gelegenheidswoordje gesproken over een fundamentele stap naar zelfstandigheid. Over partners, over gelijken en tegelijk had ik gezegd dat FOS de jonge organisatie niet zomaar aan haar lot overliet, maar gedurende twee jaar nog ondersteuning waarborgde. Wat sommigen interpreteerden als “na twee jaar stopt de steun, hoe moeten we het dan rooien?”. De afgevaardigde van de gouverneur keerde het om, wees erop hoe lang het Chitima-project al gesteund wordt door FOS (vijf jaar, zei hij, het zijn er echter vijftien!). De tijd van de beschuttende FOS-hand is voorbij. Van nu af moeten ze gaan, op eigen benen. Thimo Lachitukuko noemden ze hun organisatie. Ik moest wel even oefenen vooraleer ik de naam zonder hapering kon uitspreken.

Achteraf woorden van waardering, door velen. Men vond het prachtig dat FOS zomaar afstand doet van al “zijn”bezittingen. Gedurende vijftien jaar had een bord met “FOS-Chitima” aan de toegangspoort gehangen. Het was het project “van FOS” voor de mensen van Chitima. Vertrekkend van een noodhulpproject voor oorlogsvluchtelingen was het na de vrede in 1992 geëvolueerd tot een landbouwproject, een vormingsinstituut, een proefstation, een ecologisch project, er kwamen een smidse en een garage bij. De juridische akte vermeldt niet minder dan 3 overgedragen gebouwen en gebouwtjes in Songo, 8 in Chitima, 11 in Massecha. Samen ex-FOS-Chitima, nu Thimo Lachitukuko. Sommigen zeiden me dat het wel knap is dat FOS hier zomaar afstand van doet. Wij vinden dat vanzelfsprekend. Ontwikkeling is leren vissen, hoor ik al zovele jaren zeggen, en op een gegeven ogenblik moet je vanzelfsprekend de vislijn doorgeven. De ontwikkeling moet gedragen worden door eigen organisaties. Dat een buitenlandse niet-gouvernementele organisatie een tijdje bijspringt en ondersteunt is een goede zaak, maar vijftien jaar is wel lang. Hoog tijd dus, vonden we zelf. Dat het gewaardeerd wordt, geeft een warm gevoel. Dat bleek vooral bij de vervanging van het naambord aan de ingang. Aan het einde van de overdrachtsceremonie trok het hele gezelschap naar de toegangspoort. Voorzitter Venancio Gomes van de jonge organisatie verving er plechtig het bord FOS door Thimo en voegde een bord Lachitukuko toe. Chitima mocht blijven, want dat is de naam van de plaats. Aan de poort werd uitbundig geklonken op het evenement. Twee flessen champagne – waarvan één echte – voor 80 aanwezigen. Ik moest denken aan de bijbelse vermenigvuldiging van broden en vissen. Toen we de dag daarna wegreden en voorbij de achteruitgang kwamen, merkten we dat het FOS-bord nu daar hing. Hilariteit alom, maar waarschijnlijk kon iemand het niet over zijn hart krijgen om het bord zomaar weg te gooien. “Betekent dit dat FOS nu langs de achterpoort terug binnen komt?”, vroeg mijn reisgezel plagend. Niks van, hoor!

Voorzitter Gomes had ook een mooi dankwoord uitgesproken. Je zag dat hij het gewoon was mensen toe te spreken. Vlot ter taal, een man die evenzeer met zijn handen als met zijn mond spreekt. Beminnelijk zei hij tegen de tolk dat hij zelf wel de inhoud van zijn Portugese toespraak zou samenvatten in de lokale taal. Gomes is niet voor niets een gepensioneerd onderwijzer en je ziet dadelijk dat hij zijn leerlingen kon begeesteren. De vertegenwoordiger van het district trok de parallel met de groei van een kind tot volwassenheid en onafhankelijkheid. Een goede vader behandelt zijn kind goed, voegde hij er veelzeggend en met humor aan toe.

Dan was het moment gekomen voor de plechtige ondertekening van het document. Het ging niet om de oprichting van de organisatie zelf, dat was enkele weken geleden al gebeurd, maar wel om een overeenkomst waarin FOS alle bezittingen, beschikbare geldmiddelen maar ook 7 personeelsleden officieel overmaakt. In een bladzijdenlange inventaris worden deze opgesomd. Op basis van deze overeenkomst maakt een notaris een officiële akte.

Tenslotte werd de ceremonie beklonken met een feestmaal. Vlees en vis stonden al gans de tijd klaar op een lange tafel, niet tot ongenoegen van de vliegen overigens. Dampende stoofpotten werden aangevoerd en de eregasten mochten als eersten aanschuiven. Tevreden mensen die van het leven, en de ceremonie in het bijzonder, een feest maken. Vrouwen die er nauwgezet op letten dat iedereen het naar zijn of haar zin heeft. Lurdes kwam me vier keer vragen of ik soms nog een biertje wou. Wat ik driemaal beleefd afwees, … voor alle duidelijkheid!