Dit bleek uit een studie over sociale bescherming voor huishoudpersoneel in Ecuador. In 2014 werkte de Ecuadoraanse Vereniging voor Betaald Huishoudpersoneel, ATRH (partner van FOS), samen met de Universiteit van Cincinnati in de VS aan het onderzoek.
De leidsters van de ATRH namen zelf 400 enquêtes af, waaruit bleek dat 88% van het huishoudpersoneel weet dat aansluiting bij het Ecuadoraans Instituut voor Sociale Zekerheid verplicht is, maar dat slechts 20% effectief aangesloten is. Uit het onderzoek bleek ook dat 62% (!) van de ondervraagden geen enkel sociaal voordeel krijgt uitbetaald.
De resultaten van dit onderzoek werden bekend gemaakt op een forum dat de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), ATRH en FOS in januari samen organiseerden, om aan te geven dat de wetgeving terzake, die de laatste jaren sterk verbeterd is, niet toegepast wordt. De minister van Arbeid, Carlos Marx Carrasco, verbond er zich toe een permanente sociale dialoog op te starten met ATRH om deze problemen aan te pakken. Dit gebeurde nooit eerder in Ecuador en ook op wereldniveau is een sociale dialoog in deze sector zeldzaam. Toch is het geen primeur in de Andesregio. De Nationale Federatie van Betaald Huishoudpersoneel in Bolivia deed het eerder al voor, met de steun van FOS en van de IAO.
Wie A zegt moet ook B zeggen. We lieten de minister dus niet vertrekken vooraleer er een datum werd geprikt voor een eerste vergadering, en die vond al meteen plaats op 29 januari. FOS zat ook mee aan tafel. We spraken af om als uitgangspunt Conventie 189 van de IAO te nemen en in de eerste plaats de nationale wetgeving af te toetsen aan de conventie, met de technische assistentie van de IAO. Conventie 189 werd in september 2013 immers unaniem geratificeerd door het Ecuadoraans Parlement, na intensief lobbywerk van ATRH.
In de tweede plaats zal er een nationale infocampagne opgezet worden voor het betaald huishoudpersoneel en voor de werkgevers over de wederzijdse rechten en plichten, samen met het ministerie van Arbeid en met het Instituut voor Sociale Zekerheid. Vanuit het ministerie en ATRH kwam de expliciete vraag aan het Instituut om bijzondere aandacht te besteden aan de grote groep deeltijds werkenden. Het betaald huishoudpersoneel moet aangesloten zijn bij de sociale zekerheid, ook als men deeltijds werkt. Uit onderzoek blijkt echter dat iemand die deeltijds werkt, slechts na 60 jaar (!) werken recht heeft op een pensioenuitkering.
Tenslotte zullen er gefocuste arbeidsinspecties plaatsvinden en zal er gewerkt worden rond onderwijs voor het betaald huishoudpersoneel. Vrouwen werken immers in deze sector omdat ze geen andere keuze of kansen hebben. En eenmaal aan het werk, is het zo goed als onmogelijk om aansluiting te vinden bij bestaande onderwijssystemen, die helemaal niet afgestemd zijn op de lange werkdagen van het betaald huishoudpersoneel.
Deze strategie van beleidsbeïnvloeding door ATRH, met de steun van FOS en de IAO, in combinatie met een politiek gunstige context, werpt dus zijn vruchten af. Ook al is de politieke context in Colombia en Peru minder gunstig, toch blijven wij ijveren om ook in die landen te komen tot een sociale dialoog.