Het is een terugkerend probleem: in veel landen hebben arbeiders bepaalde rechten verworven, maar doet de overheid amper iets om die rechten te vrijwaren. Bedrijven krijgen vrij spel. Zij bepalen het loon en de werkomstandigheden. Daarbij kijken ze niet zozeer naar de behoeften van hun werknemers, maar wel naar die van de aandeelhouders. Winst ten koste van arbeiders.
Arbeiders kunnen maar terugvechten met de middelen waar ze toegang toe hebben. Zo besliste de Hondurese vakbond CGT in 2012 om een aanklacht tegen de Hondurese staat in te dienen bij het ministerie van Arbeid van de Verenigde Staten. De vakbond maakte daarvoor gebruik van een clausule in het vrijhandelsakkoord tussen de VS en Centraal-Amerika (CAFTA). Een complexe maar strategisch succesvolle zet, want aan de hand van 17 cases toonde ze aan dat Amerikaanse bedrijven arbeidsrechten schonden, met medeweten van de Hondurese staat.
Wat is CAFTA?
CAFTA staat voor Central America Free Trade Agreement. Het is een vrijhandelsakkoord tussen de Verenigde Staten en Honduras, Nicaragua, Costa Rica, El Salvador, Guatemala en de Dominicaanse Republiek. In het akkoord zijn clausules in verband met syndicale rechten en milieunormen opgenomen. Volgens die clausules kunnen betrokken organisaties, zoals vakbewegingen, een aanklacht indienen tegen een handelspartner als die geen rekening houdt met de arbeidsrechten en milieunormen die in het vrijhandelsakkoord zijn opgenomen.
Evangelina, wat hoopten jullie met de aanklacht te bereiken?
We hadden eigenlijk weinig verwachtingen. In het verleden hadden we de Hondurese staat al eens aangeklaagd binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), maar die aanklachten hadden weinig opgeleverd. De aanklacht bij het ministerie van Arbeid van de Verenigde Staten betrof belangrijke Amerikaanse kledingmerken, zoals Hanes Brand en Fruit of the Loom. We hadden de stille hoop dat die cases meer effect zouden sorteren. Dat bleek gelukkig te kloppen.
Hoe hebben jullie de 17 cases geselecteerd?
In die tijd werden bestuurders van vakbonden regelmatig ontslagen en ondermijnden werkgevers onze cao-onderhandelingen door arbeiders om te kopen. We hebben ons dus op die problemen gericht, en dat binnen 3 sectoren: de agro-industrie, de textiel– en de havensector. De textielsector leverde de meeste cases op.
Was het moeilijk om de cases te verzamelen?
Het was best lastig. We moesten systematische schending van bepaalde rechten én de betrokkenheid van Amerikaanse bedrijven aantonen. We moesten dus een aantal cases kiezen en bewijzen dat het Hondurese ministerie van Arbeid die verkeerd aanpakte. Problemen zoals gendergeweld en illegale zwangerschapstesten konden we helaas niet aankaarten. In die situaties ontbreekt vaak duidelijk bewijsmateriaal en ze spelen zich vaker af in fabrieken zonder vakbonden.
Wat was het oordeel van het Amerikaanse ministerie van Arbeid?
Na een onderzoek van 3 jaar heeft het Amerikaanse ministerie van Arbeid ons gelijk gegeven en heeft het bevestigd dat de Hondurese staat de CAFTA-regels overtrad. Het ministerie heeft daarna van zijn Hondurese tegenhanger geëist dat het een commissie met de overheid, werkgevers en werknemers zou oprichten om de cases op te volgen en om nieuwe schendingen te voorkomen.
“Werknemers kunnen misstanden nu veel beter aankaarten en in het algemeen leven werkgevers de arbeidswet beter na.”
Heeft de aanklacht iets opgeleverd voor de werknemers in de textielfabrieken?
Dankzij de druk vanuit de VS en van de vakbonden zijn verschillende cases opgelost. Er is ook een nieuwe, veel strengere arbeidsinspectiewet gekomen met veel hogere boetes, en kortere en meer transparante administratieve en juridische procedures, onder andere voor de erkenning van vakbonden. Tegelijk is het personeel en de infrastructuur van de arbeidsinspectie sterk uitgebreid.
Arbeidsinspecteurs worden nu niet meer door bedrijven aan de poort geweigerd. Daardoor kunnen werknemers problemen veel beter aankaarten. Bovendien leven werkgevers in het algemeen leven de arbeidswet beter na. Wanneer vakbondsleiders een nieuwe vakbond registreren, werkt het ministerie van Arbeid ook niet langer hun ontslag in de hand.
Daarnaast heeft onze koepelorganisatie RSMH haar netwerk enorm uitgebreid dankzij de nieuwe arbeidsinspectiewet. In 10 jaar is het aantal vakbonden gestegen van 14 naar 37 en het aantal leden van 13.000 naar meer dan 30.000. RSMH heeft ook een sectordialoog kunnen ontwikkelen.
Zijn er nadelen aan de CAFTA-procedure?
Het proces vraagt veel opvolging en het duurt lang voordat er een uitspraak komt. De tripartiete commissie rond de aanklacht is nog steeds actief, maar werkgevers willen de aanklacht en commissie sinds eind vorig jaar sluiten. Wij dringen erop aan dat de commissie doorgaat, want nog lang niet alle cases zijn opgelost. De boetes in de nieuwe arbeidsinspectiewet worden in de praktijk nauwelijks toegepast en de werkgevers proberen het boetestelsel weer te hervormen. Als de aanklacht en de commissie worden gesloten, zullen we wellicht een nieuwe aanklacht indienen.
Hoewel het vrijhandelsakkoord afdwingbare maatregelen bevat, oefent het Hondurese ministerie van Arbeid weinig druk uit op bedrijven en zal het een bedrijf niet gauw sluiten als dat niet meewerkt. Wij proberen dat natuurlijk ook te voorkomen, want een sluiting betekent mogelijk het verlies van 4000 arbeidsplaatsen. Het blijft dus moeilijk om in te grijpen. We hopen dat we met de nieuwe regering de druk kunnen opvoeren.
“Het vrijhandelsakkoord heeft de vakbeweging in Honduras meer tanden gegeven, maar we moeten blijven bijten om verdere veranderingen af te dwingen”
Vind je de CAFTA-procedure een doeltreffend instrument? Of werken andere drukkingsmiddelen beter?
In vergelijking met de IAO-procedure was onze ervaring binnen het vrijhandelsakkoord veel positiever. Als vakbonden hadden we direct inzage en inbreng in de voortgang van de cases. De betrokken Amerikaanse kledingmerken ondervonden ook een grotere druk dan bij andere aanklachtenmechanismen. Ze moesten zich daadwerkelijk verantwoorden.
Onze aanklacht volgde op campagnes die we met consumentenorganisaties hadden ondernomen richting kledingmerken als Fruit of the Loom. Die campagnes hielpen enorm. De CAFTA-aanklacht was de druppel en kledingmerken zagen dat de Hondurese vakbeweging de tanden had om zich te verdedigen. Vanaf dat moment stelden ze zich heel anders op en verzetten ze zich nauwelijks meer tegen de organisatie van een vakbond en cao-onderhandelingen.
Druk vanuit het buitenland maakt wel degelijk een verschil?
Ja, en in mijn ogen moet een vakbeweging in een internationale productieketen als de textielsector wel een effectieve strategie van internationale aanklachten hebben. Ons nationale arbeidsministerie is te corrupt en staat te zwak om het op te nemen tegen de belangen van internationale kledingmerken.
Bovendien mogen we nooit toestaan dat handelsakkoorden slechts commerciële belangen dienen en geen verantwoordelijkheden met zich meebrengen rond arbeids- en milieurechten. We hebben ons in het verleden verzet tegen de komst van de vrijhandelsakkoorden, maar dankzij de aanklachten hebben we er ook ons voordeel mee gedaan.
Klachtenprocedures via internationale organisaties en binnen internationale akkoorden bieden vakbonden een oplossing wanneer hun staat hen in de steek laat bij arbeidsrechtenschendingen door bedrijven. Dit voorbeeld toont hoe sterke wetgevende kaders over de grenzen een verschil kunnen maken. Hoe toegang tot herstel via buitenlandse paden kan helpen. Helaas maakt niet elk land deel uit van een handelsakkoord met sterke syndicale clausules.
Een zorgplichtwet, zoals die momenteel op tafel ligt in België en Europa, kan een aanvullend redmiddel zijn voor textielarbeiders in het buitenland. Een zorgplichtwet maakt het namelijk mogelijk om bedrijven die mensenrechten en milieunormen schenden, in hun thuisland aan te klagen. Zo oefenen we vanuit het buitenland druk uit voor een eerlijke waardeketen.
Vind jij dat bedrijven zorg moeten dragen voor hun werknemers en het milieu? Eis een zorgplichtwet van onze beleidsmakers. Plaats een selfie met de hashtag #MadeWithRespect op je sociale media. Vergeet niet om het Respect-gebaar te maken. We kijken uit naar je foto!