Op 7 oktober werd het minimumloon uiteindelijk bekend gemaakt: 1450 shekels of 375 dollar, of 20 dollar per dag en 2,5 per uur. Het werd voorgelegd aan een beleidsgroep bestaande uit leden van de privé-sector en de vakbonden. fos-partner, PGFTU (Palestijnse Algemene Federatie van Vakbonden) riep onmiddellijk op om de vergadering te boycotten, omdat hun voorstel van 450 dollar niet aanvaard werd. De PGFTU ijvert al decennialang voor een minimumloon en kon haar teleurstelling niet verbergen. Het voorgestelde minimumloon ligt onder de extreme armoedegrens. Bovendien bedraagt het minimumloon in Israël 1115 dollar, zowaar drie keer meer, terwijl de prijs van levensmiddelen er even duur is als in Palestina. Later op die dag werd ondanks de boycot van PGFTU het minimumloon officieel aanvaard.
De PGFTU maakte een vuist en riep op om te staken als het minimumloon door het kabinet aanvaard zou worden. De vakbondskoepel verklaarde dat er 87.000 werknemers uit 14 vakbonden tegen dit voorstel waren. De dagen nadien kwamen de arbeiders in opstand: ze zeiden dat de regering hun belachelijk had gemaakt. Hun slogan was: “Hoge prijzen, lage lonen. Dat is het beleid van de overheid.” “Het minimumloon is onaanvaardbaar naar internationale standaarden. De overheid had het minimumloon moeten berekenen aan de hand van de nationale armoedegrens (593 dollar).” zegt Shaher Saad, voorzitter van de PGFTU en hij voegde er aan toe: “De eis van de vakbonden is niet dat de overheid aftreedt, maar dat er sociale rechtvaardigheid is.”
De Palestijnse overheid gaf toe dat het minimumloon niet hoog genoeg is. Ze voegden er aan toe dat het toch al een hele bewerkstelliging is, omdat 300.000 werknemers van deze maatregel zullen genieten. Het doel van de overheid was de lonen te standaardiseren en de werknemers aan te moedigen; ze wilden hen naar eigen zeggen niet frustreren.
Volgens Haydar Ibrahim, voorzitter van GUPW (de Algemene Vakbond van Palestijnse Werknemers), is het minimumloon het resultaat van 16 maanden onderhandelen. De voorwaarden zouden veel beter geweest zijn als de overheid niet de desastreuze gevolgen van de bezetting zou moeten ondergaan.
Mahmoed Ziyada, algemeen secretaris van de GFITUP (de Algemene Federatie van Onafhankelijke Vakbonden) heeft ook ingestemd met het minimumloon, omdat hij gelooft dat het om een unanieme beslissing gaat en het ziet als een nationale verwezenlijking. Hij vertelde er ook bij dat diegenen die de vergadering van het minimumloon hadden geboycot eerder een lager minimumloon waren overeengekomen.
Voor velen blijkt het nationale minimumloon, hoe laag ook, toch een verwezenlijking. Voor het eerst is er sprake van een gestandaardiseerd minimumloon. PGFTU zal echter blijven strijden voor een hoger minimumloon, dat in verhouding staat met de armoedegrens en de stijgende prijzen van levensmiddelen.
Auteur: Willemjan Vandenplas