De Hondurezen kunnen uit veertien kandidaten kiezen wie de volgende president van het land wordt. In de praktijk gaat de strijd op zondag 28 november tussen de regerende Partido Nacional en de progressieve oppositie, die zich verenigde in een ‘alliantie tegen de dictatuur’. Een derde partij, de Partido Liberal, maakt geen kans op het presidentschap maar kan wel beslissend zijn voor het leveren van een meerderheid in het parlement. De president zelf wordt verkozen in één stemronde en hoeft dus niet noodzakelijk de helft van de stemmen halen.
Trauma en voorverkiezingen
De Hondurezen trekken naar de stembus met het trauma van de verkiezingen van 2017 in het achterhoofd. Toen verzekerde huidige president Juan Orlando Hernández zich van een ongrondwettelijke tweede termijn, na verkiezingen gedrenkt in een waas van fraude. Ondanks de hevige protesten en de twijfels die de verkiezingsobservatoren van de Organisatie van Amerikaanse Staten uitte, werd JOH internationaal erkend. Hij kon dus, weliswaar verzwakt, aan zijn tweede ambtstermijn beginnen.
Electorale fraude is nooit veraf in het land. Naar het voorbeeld van de V.S. – een land dat sowieso een sterke invloed heeft op Honduras – organiseren de partijen er voorverkiezingen om hun presidentskandidaat te kiezen. Ook bij die voorverkiezingen eerder dit jaar, worden vraagtekens geplaatst door verschillende journalisten en insiders bij de partijen. Zowel de kandidaat van de Partido Nacional, Nasry Asfura, als de kandidaat van de progressieve alliantie die zich verenigde onder LIBRE, Xiomara Castro, worden beschuldigd van intern verkozen te zijn op een weinig transparante manier. Opvallend detail: geen van beiden kwam tot nu toe opdagen op verkiezingsdebatten. Hun publieke optredens beperken zich tot speeches waar ze geen tegenwind krijgen.
Partido Nacional
Het mag een wonder zijn dat de regeringspartij Partido Nacional nog een grote kanshebber is bij deze verkiezingen. Er was de verkiezingsfraude in 2017, een erg gehate JOH die er een ongrondwettelijke tweede termijn bijdeed en onophoudelijke corruptieschandalen tijdens de regeerperiode, zelfs bij de aankoop van medisch materiaal en medicijnen tijdens de coronaepidemie. Als klap op de vuurpijl werd zijn broer – een ex-parlementslid voor de regeringspartij – gevangengenomen in de Verenigde Staten op verdenking van het smokkelen van tonnen cocaïne. Ook de naam van Juan Orlando wordt genoemd in het onderzoek. Met het drugsgeld zou zelfs zijn verkiezingscampagne gefinancierd zijn. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de drugkartels zelf aan de touwtjes trekken in Honduras en dat het land een narcoregering heeft.
Ook het overheidsbeleid op zich was bezwaarlijk een succes te noemen. De regering ondernam meerdere pogingen om de gezondheidszorg te privatiseren, wat telkens tot grote stakingen en zware straatprotesten leidde. Algemeen werd zijn regeerperiode gekenmerkt door inertie, gezien zijn verzwakte positie. Een uitzondering hierop is de recente implementatie van de eerste ZEDE, een extreme versie van vrijhandelszones waar de eigenaar zelfs zijn eigen wetten kan schrijven en de politie vervangen wordt door privébewakers. Maar ook dit stoot op zoveel protest dat het de campagne schaadt. Alle andere kandidaten beloofden al de ZEDE’s onmiddellijk te zullen afschaffen eens ze aan de macht komen. Zelfs de katholieke kerk en de werkgevers van het COHEP, die in Honduras sterk verweven zijn met de uitvoerende macht, keerden zich de laatste jaren steeds openlijker van de regering af.
De huidige kandidaat Nasry Asfura is ook niet onbesproken. Hij wordt genoemd in de Panama Papers en er loopt een rechtszaak voor corruptie met overheidscontracten tegen hem. Er wordt verwacht dat het verkiezen van Asfura meer van hetzelfde zal betekenen. Dat de Partido Nacional dan toch nog bij de kanshebbers op het presidentschap behoort, is voor een stuk te verklaren vanuit de grote traditie en achterban van de partij, vooral op het platteland. Nog een belangrijkere factor dan traditie, is het enorm cliëntelisme dat de partij uitbouwde. Er werden miljoenen gespendeerd voor het programma vida mejor, waarmee o.a. voedselpaketten, cement en zinkplaten worden uitgedeeld aan families op het platteland en in de voorsteden.
In twee van de drie recente opiniepeilingen ligt Xiomara Castro een straatlengte voor op Nasry. Maar de Partido Nacional oefent ook een grote controle uit op het kiessysteem. Als het een nek-aan-nekrace wordt, valt het niet uit te sluiten dat er opnieuw naar fraude gegrepen zal worden – net zoals in 2017 – om de overwinning te stelen.

Libre
Het zag er lang naar uit dat de progressieve zijde verdeeld zou trekken naar de verkiezingen met twee kandidaten. Salvador Nasralla, de verliezer van de betwiste presidentsverkiezingen van 2017, zou opkomen met een eigen lijst. Daarnaast was er de kandidatuur van Xiomara Castro, echtgenote van ex-president Mel Zelaya die moest aftreden na een staatsgreep in 2009.
Nasralla genoot in de nasleep van de verkiezingsfraude in 2017 van een enorme populariteit in het land. Hij hoopte die nu te verzilveren, maar kwam in de peilingen al snel achterop te liggen op Xiomara Castro. Zijn populariteit taande onder andere omwille van het steeds groter centralisme rond zijn figuur. Tekenend: de politieke lijst waarmee hij opkwam heette Salvador de Honduras, een verwijzing naar zijn voornaam maar ook de vertaling van ‘redder van Honduras’. Ondanks de bitse strijd en harde aanvallen tussen Nasralla en Xiomara Castro, besloot die eerste zijn kandidatuur na de tegenvallende peilingen toch op te geven en als kandidaat-vicepresident op te komen bij Libre, naar eigen zeggen om een alliantie tegen de dictatuur te vormen en de stemmen niet langer te verdelen.
Xiomara Castro is als vroegere presidentsvrouw geen onbekend gezicht in de Hondurese Politiek. Het is een publiek geheim dat haar echtgenoot Mel Zelaya nog steeds aan de touwtjes achter de schermen trekt bij Libre. Ze wordt dan ook gezien als ‘zijn’ kandidaat en de twijfels bij de voorverkiezingen sloegen diepe wonden in de partij. Maar haar kandidatuur kan wel rekenen op de steun van de meeste middenveldorganisaties en vakbonden in Honduras.
De sociale bewegingen in Honduras hebben, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in El Salvador en Nicaragua, niet echt een historische band met een moederpartij en stellen zich vrij onafhankelijk op tegenover politieke partijen. De steun voor Libre is dan ook vooral strategisch te verklaren. Het middenveld wil af van de ‘rechtse dictatuur’ van de Nationale Partij en Libre is daarbij het best instrument. Daarnaast heerst er een zekere nostalgie naar de periode voor de staatsgreep, waarbij sociale organisaties bijna voor het eerst in de recente Hondurese geschiedenis een gesprekspartner vonden bij de overheid. Dit, samen met de sociale beloftes van Xiomara Castro, creëren hoop op een verandering.
Ook de figuur van Doris Gutierrez vormt hierbij een factor. Zij is sinds het begin de ‘running mate’ van Xiomara en is een erg gerespecteerde politica ter linkerzijde. Ze zette zich in voor de zaak van de vermoorde milieuactiviste Berta Cáceres en sprak zich als parlementslid uit tegen de subsidies en hoge lonen van parlementsleden. Daarbij gaf ze ooit een maandloon aan de staat terug als protest. Ze omschrijft zichzelf als socialiste – niet evident in een land waar dat bijna een scheldwoord is – en is de politieke gesprekspartner bij uitstek van linkse vakbonden en progressieve sociale bewegingen.
Het vertrouwen in Libre en Xiomara is niet absoluut en de steun verre van onvoorwaardelijk. Maar ze drukt wel de hoop uit van een socialer alternatief, dat een halt zal toeroepen aan het privatiseringsbeleid en de repressie tegen sociale bewegingen. Dit zou voor Honduras een grote stap vooruit betekenen na twaalf jaar conservatief neoliberalisme. Of dit werkelijk zal lukken, zal volgens vakbondsleider Carlos H. Reyes van twee factoren afhangen: ten eerste hoe ruim de overwinning zal zijn en ten tweede of het middenveld erin slaagt om zich te organiseren en druk uit te oefenen. De vakbonden hopen op een ruime overwinning met een comfortabele meerderheid in het parlement, maar geven ook aan dat het ook onder een eventuele regering van Libre belangrijk zal zijn om zich te organiseren en sterk druk uit te oefenen. Want zonder die druk van de straat, bestaat het risico dat ook Libre de verkiezingsbeloften snel weer vergeet.
Parlement
De outsider van deze verkiezingen is Yani Rosenthal van de Liberale Partij, een bedrijfsleider die ook al genoemd werd in een onderzoek naar drugshandel in de Verenigde Staten die zich toespitste op zijn vader. Zelf werd hij in de VS veroordeeld voor het witwassen van geld. Hij is de kandidaat van de rechtse liberalen in Honduras, die van JOH af willen, maar ook niet warm te maken zijn voor de ‘communisten’ van Libre. Als presidentskandidaat maakt hij geen schijn van kans meer, maar toch kan hij in de komende jaren van doorslaggevende invloed zijn. Indien noch Libre, noch de Partido Nacional en parlementaire meerderheid kan bereiken, kan Yani’s liberale partij die leveren voor de president. Uiteraard in ruil voor een aantal ministerposten en het opnemen van een aantal programma eisen in het regeerakkoord.
Wie ook aandachtig de verkiezingen zal volgen, zijn de Verenigde Staten. In 2017 waren ze er nog als de kippen bij om het resultaat te erkennen, uit schrik voor de linkse kandidaat Nasralla. Maar de daaropvolgende periode van JOH heeft niet alleen de crisis verdiept, maar ook gigantische migratiestromen naar het Noorden op gang gebracht van Hondurezen die geen uitweg meer zien uit de corruptie, de armoede en het geweld. Bij de Biden-administratie lijkt het besef door te druppelen dat het steunen van door en door corrupte en autoritaire politici in de regio het migratieprobleem alleen maar zal vergroten in de toekomst. Het sanctiebeleid van de V.S. tegen politici in Guatemala, Honduras, El Salvador en Nicaragua – ongeacht de ideologische achtergrond van de regeringen – past in dit plaatje. Maar of dit genoeg zal zijn om een eventuele nieuwe kiesfraude van de Partido Nacional te veroordelen valt te betwijfelen.
Hopelijk moet het in Honduras daarop niet uitdraaien en krijgen we een afgetekende winnaar. En dan het liefst iemand die de hoop op verandering zal inlossen.