Manifiesto primero de mayo
De verstandhouding tussen de vakbonden en de regering-Castro was in het begin van de legislatuur bijzonder goed. Haar regering kwam al snel tegemoet aan belangrijke vakbondseisen. Zo schafte ze de ‘ZEDES’, een extreme vorm van vrijhandelszones, af en vernietigde ze de wet die uurcontracten mogelijk maakte. De afgelopen maanden kwam er echter steeds meer ruis op de relatie. Nieuwe hervormingen blijven uit en het risico bestaat dat de extreme flexibilisering van arbeidscontracten langs de achterdeur opnieuw ingevoerd wordt. Bovendien probeert regeringspartij LIBRE parallelvakbonden op te richten, vooral in de openbare sector, met de bedoeling om de ambtenaren ‘onder controle te krijgen’.
Het 1 mei-manifest bevat dan ook een aantal niet mis te verstane eisen aan het adres van de regering-Castro. Zo waarschuwen de bonden dat een nieuwe wet die extreem flexibel interimwerk of contracten op uurbasis zou mogelijk maken, door de werknemers beschouwd zal worden als een frontale aanval op de arbeidswetgeving. Ze eisen dat de regering de vakbondsvrijheid respecteert, zowel in de private als in de publieke sector. De arbeiders vragen maatregelen om de werkgelegenheid te beschermen. Bovendien eisen ze een nieuwe belastingwet, die herverdelend werkt en waar de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Ten slotte maken de vakbonden duidelijk dat ze tegen elke vorm van staatsgreep zijn, wat enkel leidt tot sociale en economische achteruitgang, onbestuurbaarheid, corruptie en straffeloosheid. In Honduras beschuldigen regering en oppositie elkaar namelijk al maanden van een staatsgreep voor te bereiden.
Eenheid in strijd
De werknemers hebben massaal deelgenomen aan de 1 mei-demonstraties. Opmerkelijk is dat alle vakbonden verenigd waren rond dezelfde eisen, met hetzelfde discours, en dat het gemeenschappelijk vakbondsfront samen op straat kwam. De militanten droegen spandoeken waarin zij hun ongenoegen tegen de regering uitten over onder meer de enorme stijging van prijzen van basisproducten, de werkloosheid en de onveiligheid in Honduras.
Regeringspartij LIBRE stuurde partijafdelingen naar de manifestaties en ambtenaren werden gedwongen om deel te nemen aan de betogingen, met de bedoeling om een beeld op te hangen van steun aan de regering op 1 mei. Dat heeft echter niet kunnen beletten dat het ongenoegen van arbeiders en vakbonden duidelijk werd. Ook werd scherpe kritiek geuit op het feit dat de presidentiële adviseur Mel Zelaya – echtgenoot van presidente Xiomara – het podium afnam van de arbeiders en een boodschap bracht die afkomstig was van de politici en niet van de arbeidersklasse.
De regering wil graag een beeld ophangen van ‘regering van het volk’ en steun afdwingen van de vakbonden. Met een aantal belangrijke discussies in het verschiet over sociale bescherming, arbeidswetgeving en vakbondsrechten willen ook de bonden inzetten op een constructieve relatie om de belangen van de Hondurese werknemers te verzekeren door dialoog en onderhandelingen. Maar op 1 mei maakte de Hondurese arbeidersklasse ook duidelijk dat ze onafhankelijk van gelijk welke politieke partij of regering zal vechten voor haar eigen eisen en agenda.
LEVE 1 MEI! LEVE DE ARBEIDERSKLASSE!