De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) gaat uit van wereldwijd minimum 52 miljoen personen die werken als huishoudwerk(st)er. Maar de IAO zegt ook dat het er 100 miljoen kunnen zijn. Volgens hen steeg het aantal tussen 1995 en 2012 van 32 naar 52 miljoen, met de grootste stijging in Zuid-Amerika, waar huishoudarbeid 12% van de totale tewerkstelling uitmaakt. In die cijfers wordt geen rekening gehouden met kinderen en jongeren tussen 5 (!) en 17 jaar, die ook aan de slag zijn bij gezinnen.
Hun situatie is verre van benijdenswaardig en in het Zuiden gaat het dikwijls om “meester en knecht-relaties” waarbij er erg veel verwacht wordt van de huishoudwerkster in ruil voor wat liefdadigheid waarbij de familie verklaart: “je mag blij zijn dat je voor onze familie kan en mag werken”. Vrije tijd is er nauwelijks. In de slechtste gevallen komt er echter ook fysieke, verbale of seksuele agressie bij. Tijdens de workshop getuigt een Malinese huishoudwerkster; ze vertelt ons over verschillende collega’s die geslagen worden.
30 % van alle huishoudwerksters kent geen enkele wettelijke bescherming of wetgeving rond hun statuut. Lala Hakuma van de Egyptische ngo AL Shehab bevestigt: “De arbeidswetgeving in Egypte voorziet NIETS voor huishoudwerksters gezien de “private natuur” van het werk. Bovendien bemoeilijken culturele normen en de sociale status de werknemers om op te komen voor hun rechten”.
Conventie 189 van de IAO is een heel belangrijk instrument om te werken aan een betere bescherming en erkenning van de werknemers.
Carmela Sifuentes , voorzitster van de CGTP (de Peruviaanse vakbondskoepel) : « Ik was in Genève toen Conventie 189 aangenomen werd. Het was echt een historisch moment en vele vrouwen juichten toen het zover was, omdat het eindelijk een erkenning betekende voor hen. Maar het werk gaat voort. De conventie spreekt onder andere over een werkdag van 8 uur en een waardig minimumloon. In Peru zijn werkdagen van 10 uur of zelfs 16 uur echter nog schering en inslag en huishoudwerksters verdienen er minder dan het nationaal minimumloon. De conventie is dus geen eindpunt maar een vertrekpunt. Nu moeten nationale regeringen de conventie omzetten in nationale regels.”
Werner Van Heetvelde van De Algemene Centrale ABVV : “Ik ben onder de indruk van de getuigenissen van de vrouwen tijdens onze workshop en de zeer moeilijke omstandigheden waarin ze moeten werken. Vakbonden kunnen het verschil maken om betere levens- en werkomstandigheden af te dwingen.”
fos voert samen met de Algemene Centrale ABVV campagne voor het Recht op Waardig Huishoudwerk. Veeg de problemen van huishoudwerk(st)ers niet onder de mat en doe mee!
Lees meer over het Wereld Sociaal Forum op de website van ABVV.