Herstructurering van de bouwsector
Deze nieuwe prioriteiten gingen gepaard met een herstructurering van de bouwsector. Kleinere bedrijfseenheden werden samengevoegd tot grotere entiteiten. De overheid heeft ook ruimte gemaakt voor zelfstandige werklieden, die hun bouwmaterialen kunnen aankopen op een niet-gesubsidieerde markt. Voor particulieren is de procedure versoepeld om een huis te bouwen en te verbouwen. Een randbedenking: men stelt nu een heel aantal problemen vast bij het eigendomskadaster, omdat in het verleden woningen feitelijk werden verruild of onderverdeeld, zonder dit officieel aan te geven.
Huizenmarkt vrij gemaakt
Een van de eerste maatregelen na het partijcongres was trouwens het liberaliseren of vrij maken van de huizenmarkt. Voortaan is het mogelijk om huizen te verkopen en te verhuren (voorheen kon de eigenaar maximaal 2 kamers verhuren). Elke Cubaan mag een huis in de stad én een buitenverblijf op het platteland bezitten. De staat komt niet tussen wat de verkoopprijzen betreft; hier geldt met andere woorden de wet van vraag en aanbod. Een gevolg is een enorme prijsstijging van de huizen, wat momenteel voor nieuwe problemen zorgt. Bovendien stelt men vast dat een groep mensen via de vanuit Florida betaalde ‘remesas’ (overschrijvingen aan familieleden in Cuba) huizen opkopen. Het valt te verwachten dat de overheid hier nog verdere wetgevende initiatieven zal nemen om misbruiken te voorkomen.
Nieuw is ook de mogelijkheid voor individuen om een krediet te bekomen, een mogelijkheid die tot voor kort enkel voor de boerencoöperatieven bestond. 90% van de toegekende kredieten zijn bestemd voor het bouwen of renoveren van een woning. Wie geen of beperkte eigen middelen heeft, kan een toelage krijgen voor de bouw van een (deel van de) woning van 25m2.
Nood aan ervaren bouwvakkers
Door de versoepeling van procedures om te(ver)bouwen en om huizen te (ver)kopen is er meer vraag naar bouwvakkers. Meer en meer bouwvakkers gaan tegenwoordig als zelfstandige aan de slag. Deze optie is zo succesvol, dat er een tekort aan en een groot verloop van geschoolde arbeiders is in de bouwbedrijven van de overheid. In het onderwijs worden jongeren meer en meer aangespoord om een technische opleiding te volgen. De toegang tot de universiteit wordt beperkt in functie van de noden op de arbeidsmarkt. Deze maatregelen vormen een noodzakelijke correctie op een scheef gegroeide situatie. In de laatste 20 jaar werd de beroepsopleiding verwaarloosd en kon men enkel algemeen theoretische opleidingen volgen. De praktische beroepsopleidingen werden verondersteld in de fabrieken en op de werven te gebeuren.
Vakbonden organiseren ook de zelfstandige arbeiders
De vakbonden krijgen nu ook de taak om de zelfstandige arbeiders te organiseren. Er bestaat geen afzonderlijke vakbond voor deze categorie. Een zelfstandige bouwvakker hoort thuis in dezelfde vakbond als de werknemers in de staatsbouwbedrijven. Elke maandag gaat een vakbondsvertegenwoordiger langs bij de gemeentelijke bureau van het Ministerie van Arbeid om de lijst op te halen van personen die een licentie als zelfstandige heeft verkregen. Vervolgens krijgt deze persoon thuis een bezoek met de vraag om zich te aan te sluiten bij de vakbond.
Hoewel er duidelijk een verschil in positie is tussen een loontrekker in een bedrijf en een zelfstandige arbeider, maakt dit tot hiertoe voor de vakbond niet veel uit. Het is echter duidelijk dat het wetgevend kader hier nog tekort schiet. Het statuut van werknemer bestaat in de wet enkel voor arbeiders in de staatsbedrijven. De huidige interpretatie van de vakbonden is dat deze regelgeving ook van toepassing is op werknemers die voor een zelfstandige (privé-)ondernemer werken.
De overheid en de vakbonden zijn bezig om te verkennen op welke manier de zelfstandige werknemers het best kunnen georganiseerd of ondersteund worden. Eén mogelijkheid is de oprichting van coöperatieven zoals deze reeds voor de taxichauffeurs bestaan. Een andere manier is het verhuren van infrastructuur aan een groepje zelfstandigen, zoals het ter beschikking stellen van een kapsalon aan de kappers.
Een vrije markt zonder strikte regelgeving
Deze hervormingen zijn voor de Cubaanse samenleving vrij ingrijpend, en gaan gepaard met een aantal aanpassingsproblemen. Het grootste probleem is het tekort aan beschikbare bouwmaterialen. Het aanbod voldoet maar aan 50% van de vraag, een situatie die leidt tot misbruik. Een voorbeeld: ’s morgens komt een vrachtwagen met cement toe, die onmiddellijk door een paar opkopers wordt opgekocht. Een paar straten verder kan je dezelfde zakken cement kopen aan een duurdere prijs. In de kranten wordt deze praktijk van tussenverkoop zwaar op de korrel genomen en bestempeld als crimineel. Maar het wettelijk kader verbiedt deze praktijk alsnog niet.
Andere problemen zijn: de gebrekkige afstemming tussen vraag en aanbod. Op de markt verschijnen grote hoeveelheden aluminiumramen, die niet verkocht geraken, omdat er geen vraag naar is. Of voor producten van slechte kwaliteit worden te hoge prijzen gevraagd. Of er is geen goede afstemming in de productieketen, waardoor er bijvoorbeeld veel cement klaar ligt, maar er geen zakken zijn, waardoor transport onmogelijk wordt. Een ander vacuüm is het ontbreken van een juridische figuur als een BVBA; het zijn enkel natuurlijke personen die een bedrijf kunnen oprichten.
Meer info: Hoe de Cubaanse evolutie begrijpen?
Auteur: Wim Leysens