Onderdeel van
Nicaragua
Arbeids­rechten Ga naar dossier
zuid-afrika-sociaal-protest-demonstratie-speak-your-mind_julian-koschorke
Sociaal protest in Zuid-Afrikabeeld:

‘Ik vrees dat de vakbonden in Zuid-Afrika zullen verzwakken’

Interview met John Appolis, activist en vakbondsman

Het stakingsrecht zit verankerd in internationale conventies, maar staat niettemin onder druk. Niet alleen in België, maar ook in Zuid-Afrika. Daar ligt er een voorstel op tafel dat dit fundamentele recht van werknemers ondergraaft. Een gevaarlijke evolutie, zo stelt John Appolis, activist en medewerker van GIWUSA, de vakbond voor ‘algemene industrieën’ in Zuid-Afrika.

CategorieNieuws
Nicaragua
Dossier

Arbeids­rechten

Het recht om lid te worden van een vakbond of het recht om in vrijheid een job te kiezen of te weigeren. Het zijn basisrechten die voor …

Lees verder

Wat wijzigt er met het nieuwe voorstel?

“Bij een arbeidsconflict zal er momenteel eerst een verzoeningspoging zijn bij de CCMA, de Commissie voor Arbeidsbemiddeling en -verzoening. Die heeft daarvoor 30 dagen de tijd. Leidt dit tot niets, dan heeft de vakbond het recht om te staken, als ze de werkgever tenminste 48 uur voor de start van de staking op de hoogte brengen.”

“Er komen in het nieuwe voorstel twee belangrijke wijzigingen in de procedure. Ten eerste, zal het moeilijker worden om een stakingspiket op te richten. Als de verzoeningspoging tot niets leidt, moeten de werkgever en de vakbond overeenkomen over de stakingspiketregels. Slagen de partijen daar niet in, dan mag de CCMA-commissaris de regels bepalen. Zo kan hij bepalen hoeveel mensen er maximum op het stakingspiket mogen staan. Dat ondermijnt de slagkracht van een stakingspiket, aangezien het juist de bedoeling is om zo veel mogelijk mensen samen te krijgen en te mobiliseren. Daarenboven mag het stakingspiket enkel overdag georganiseerd worden. Dat laat werkgevers toe om ’s avonds en ’s nachts interimarbeiders in te schakelen en de productie ongestoord verder te zetten.”

DSCN0683[1]
John Appolis is activist en werkt bij GISUWA, de vakbond voor 'algemene industrieën' in Zuid-Afrika.

“De tweede wijziging is nog dramatischer. De huidige procedure om over te gaan tot een staking is al vrij lang, maar die zal door het nieuwe voorstel nog verlengd worden. Als de werkgever of de overheid vreest dat er geweld zal uitbreken tijdens de staking of de economie geschaad kan worden, mogen ze een aanvraag indienen voor de oprichting van een ‘adviserend comité’. Dat comité moet bestaan uit een CCMA-commissaris, een afgevaardigde van de werkgever en een afgevaardigde van de vakbond. Het comité moet alsnog een verzoening proberen bewerkstelligen. In tegenstelling tot de CCMA-procedure staat er geen tijdslimiet op die onderhandelingen, maar zo lang de procedure duurt mag de vakbond niet overgaan tot staking.”

Is het niet gunstig voor de sociale vrede dat er alsnog een verzoeningspoging wordt ondernomen?

“Neen, absoluut niet. Het comité verzwakt de vakbond volledig en geeft alle macht aan de werkgevers en de CCMA. De CCMA is nu al overbelast. Kan je je inbeelden hoe lang het zal duren voor er een CCMA-commissaris vrij is om in het comité te zetelen? En ondertussen kunnen de werknemers niet tot actie overgaan.”

“En er is nog een vertragingsmechanisme. Als er echt geen compromis te vinden is, mag de CCMA-commissaris de knoop doorhakken en een overeenkomst voorstellen. Als de vakbond het niet eens is met dit voorstel, moet ze een stemming onder de leden organiseren. De meerderheid van de vakbondsleden moet het voorstel afwijzen voor ze tot actie mogen overgaan. Weer een vertragingsmechanisme. Mensen moeten geïnformeerd worden, de stemming moet georganiseerd worden, enzovoort.”

“Bovendien mogen werkgever of overheid dat comité ook inroepen als de staking al bezig is. Dan moet de staking opgeschort worden zolang de onderhandelingen bezig zijn. Zo krijgen de werkgevers een juridische tool om een staking volledig te breken.”

Het doel van een staking is juist om economische druk zetten op de werkgever en de overheid.

Wat is de motivatie voor het introduceren van deze regels?

“De voorbije twee à drie jaar riepen werkgevers en de kredietbeoordelaars op om de Zuid-Afrikaanse arbeidswetgeving aan te passen. De stakingen van werknemers zijn voor hen ‘belemmeringen’ voor de economische groei. Werkgevers, vakbonden en overheid zijn daarop beginnen onderhandelen over een aanpassing van de arbeidswetgeving. Het voorstel dat nu op tafel ligt, moet zogezegd het geweld bij stakingen en de potentiële schade voor de economie inperken. Dat laatste is opmerkelijk, want het doel van een staking is juist om economische druk zetten op de werkgever en de overheid.”

Zal dit voorstel geweld tijdens stakingen voorkomen?

“Ik wil benadrukken dat op een aantal uitzonderingen na de meeste stakingen in Zuid-Afrika vredevol en geweldloos verlopen. In mijn opinie is het nieuwe voorstel een manier om werkgevers en credit rating agentschappen tevreden te houden. Ze krijgen juridische tools om een staking legaal te breken. Dat zal werknemers alleen maar meer frustreren en verhoogt volgens mij het risico op geweld.”

“Men vergeet ook de echte reden voor het sporadisch uitbreken van geweld. Stakende arbeiders raken gefrustreerd door het recht van de werkgever om interimarbeiders in te schakelen tijdens de staking. Zo kunnen de werknemers maar heel moeilijk economische druk uitoefenen op de werkgever en kan het er al eens ruw aan toe gaan op het piket.”

Welke impact zal dit voorstel hebben op de vakbonden?

“Ik vrees dat de regel de vakbonden in Zuid-Afrika verder zal verzwakken. Om in het adviserend comité te zetelen, moet je een grote technische kennis hebben. Zeker als je tegenover iemand van de CCMA en een goedbetaalde expert van de werkgever komt te staan. Niet eender wie in de vakbond zal deze rol kunnen vervullen. De vakbonden zullen mensen moeten aannemen die de juiste expertise hebben, maar dat is duur. Het zal de vakbonden financieel uitputten.

De stilte van COSATU, de grootste vakbondskoepel in Zuid-Afrika, is daarom opmerkelijk. Ze zitten mee aan de onderhandelingstafel, maar communiceren tot nu niet naar de achterban over de gevolgen voor de vakbonden. De vraag is of ze voldoende weerstand kunnen bieden aan de onderhandelingstafel om dit voorstel tegen te houden.”