Ighsaan Schroeder is coördinator van het Zuid-Afrikaanse Casual Workers Advice Office (CWAO). Met die organisaties zet hij zich al jaren in om de flexibilisering van de arbeidsmarkt tegen te gaan. De organisatie probeert om werknemers te verenigen en betere arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Want de ‘race to the bottom’ voltrekt zich elke dag meer in Zuid-Afrika.
Waarom kunnen we spreken van een flexibilisering van arbeid en hoe komt dat tot uiting?
“In Zuid-Afrika zien we de laatste jaren steeds meer fulltime, permanente jobs verdwijnen. Het klassieke arbeidssysteem waarbij je een vast contract hebt met vaste werkuren van 9 tot 5, van maandag tot vrijdag is enkel nog weggelegd voor een kleine groep gelukkigen. De werknemers van vandaag vallen onder andere contracten waarbij ze niet langer tijd hebben voor zichzelf, familie of vrienden. Met alle gevolgen van dien: meer mensen staan onder stress en onze families worden ontwricht. Ook het verenigingsleven valt plat. wie heeft er nog tijd om naar de kerk te gaan of een vakbondsvergadering bij te wonen? Op alle vlakken staan onze arbeiders zwakker dan vroeger.
Dat past natuurlijk in de globale trend dat slechts 1 op 4 werknemers wereldwijd onder een permanent en vast contract aan de slag zijn (volgens de IAO nvdr.). Niet alleen is er een grote informele sector maar bedrijven worden steeds spitsvondiger in het vinden van andere manieren van tewerkstelling. In Zuid-Afrika zie je verschillende systemen in soms eenzelfde bedrijf en zelfs op dezelfde werkvloer. Jij kan werken met een nulurencontract, je collega links van je via een labour broker (in onderaanneming voor een andere werkgever werken in plaats van voor de eigenaar van het bedrijf nvdr.) en je collega rechts van je op basis een tijdelijk contract. Jullie doen alle drie exact dezelfde job maar krijgen hiervoor andere voorwaarden.”
In België zien we dit ook. Waarom is zo een situatie problematisch?
“zo een situatie is niet correct omdat werknemers geen loon naar werken krijgen. Het is toch maar logisch dat mensen dezelfde voorwaarden krijgen voor hetzelfde werk? Om aan te tonen hoe absurd de situatie is moet je maar kijken naar het misbruik van de leercontracten. De overheid voerde dat jaren geleden in om de jeugdwerkloosheid tegen te gaan: jonge schoolverlaters konden tegen een lager minimumloon en onder andere arbeidsvoorwaarden aan de slag bij een bedrijf om werkervaring op te doen. Vandaag zie je dat bedrijven een grote groep leercontracten te werk stellen, deze exact hetzelfde werk laten doen als de andere werknemers en in de laatste week van hun jaarcontract een paar vormingen aanbieden. Toch raar dat je pas op het einde van je stage training krijgt, niet? En het gaat hier niet over kleine spelers. We weten dat Simba, een dochterbedrijf van Pepsicoo, een kwart van zijn arbeiders zo tewerkstelt. Op 400 werknemers zijn er 90 van hen aan de slag via een leercontract. Totaal onaanvaardbaar.”
Wat doe je wanneer de wereldwijde manier van produceren en consumeren tot ongelijkheid, klimaatverandering en onzeker werk leidt? Je gooit het roer om!
Met de campagne de jobs die we willen brengen we de straffe verhalen van mensen en organisaties naar buiten die gaan voor een toekomst met waardig werk. We stappen naar beleidsmakers en naar de vrouwen en mannen in de straat en vragen hen om een deel uit te maken van de golf van positieve verandering. Want een solidaire toekomst voor iedereen, met de jobs die we willen: het kan!
“De leercontracten en verschillende statuten zijn niet het enige dat ons zorgen baart. Steeds meer mensen werken met onregelmatige en/of variabele werkuren. Je hebt nulurencontracten waarbij je de avond ervoor een sms’je kan krijgen om te gaan werken. Doe je dat niet dan vinden ze de volgende keer wel iemand anders. De werkuren in een week kunnen sterk variëren. Dat kan de hele week zijn of twee dagen per week of zelfs een hele week niet. Daar zie je al meteen welke problemen dat met zich mee brengt: een onzeker inkomen, onvoorspelbare kinderopvang enzovoort. Zeker voor vrouwen is dat zwaar. Zij dragen nog steeds de grootste verantwoordelijkheid voor de kinderen en huishouden. Het is voor hen bijna onmogelijk om zich hierop te organiseren.”
Veel van de werknemers hebben geen overzicht op al die statuten
“Je hebt ook bedrijven die een arbeidspoule gaan aanleggen. Er wordt een reserve van 160 werknemers aangelegd maar ze hebben maar 110 personen nodig. Ze bieden die dan een contract aan voor 2 maanden. De andere 50 mensen hebben twee maanden een contract gekregen maar krijgen de opdracht om te wachten tot er weer werk is. Ze gebruiken die 50 mensen dus als een arbeidsreserve. Hoe leg je dit uit aan werknemers?
We zien daarnaast steeds meer werk in ploegen, in bijna alle sectoren krijgen we een toename van ploegsystemen in combinatie met het bovenvermelde. Dat brengt gigantische problemen met zich mee op verschillende vlakken. Eerst en vooral heeft het een grote invloed op de gezondheid: hoge bloeddruk, stress, obesitas, hypertensie en zelfs hormoonschommelingen en vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen. Daarnaast is er de financiële impact: kinderopvang, transport naar het werk enzovoort. En de gevolgen voor het persoonlijke welzijn zijn niet te overzien. Welke band bouw je op met je gezin als je steeds ‘s nachts aan het werk bent, je partner in een ander ploegsysteem werkt…”
De reeks problemen lijkt eindeloos. Zijn werknemers nog tevreden met hun job?
“Natuurlijk niet, ze staan onder grote druk. Enerzijds hebben ze een inkomen nodig, zelfs als is die onder het minimumloon dan is het nog beter dan niets. Anderzijds staan ze onder druk van de werkgevers. Ze krijgen ook niet meer de kans om zich te ontplooien als werknemer. Er is een algemene ‘deskilling’ van het werk. Mensen worden aangenomen als algemene arbeider, zonder erkenning van hun ervaring en capaciteiten en zonder eerwaarde van hun job.
Arbeiders zijn inwisselbaar; om het even wie kan het werk doen. Dat is trouwens ook verbonden met de technologische revolutie: waarom moet je nog weten welke druiven rijp zijn als een machine het die het je met een scan kan vertellen? We weten van een aantal bedrijven waar je zelf, wanneer je ziek bent, vervanging mag zoeken. Je kan dus je beste vriend, buurvrouw of om het even wie je taken laten overnemen. Zo makkelijk zijn de jobs dus.”

Hoe gaan jullie hier als CWAO mee om?
“Bij CWAO waren we na een paar successen tegen het labour broker systeem ervan overtuigd dat we op de goede weg waren. Maar nu worden we met steeds complexere problemen geconfronteerd. De labour brokers hadden een duidelijke identiteit: ze werkten met een groep arbeiders voor dezelfde labour broker, droegen hetzelfde uniform, kregen dezelfde voorwaarden… Dat vind je bij al die andere werkcontracten niet. Veel van de werknemers hebben geen overzicht op al die statuten, ze zien zichzelf niet als een groep. En er blijft ook gewoon weinig tijd over voor hen om met hun problemen bezig te zijn. Je moet je maar eens afvragen of na je shift om tien uur ‘s avonds nog zin hebt om een vergadering mee te pikken als je kinderen bij de buren op je wachten?
We zijn dus steeds op zoek naar manieren om mensen samen te brengen. We zijn dan ook uitermate trots op onze maandelijkse bijeenkomsten waar we steeds op een 300-tal mensen kunnen rekenen. Dat zijn veel mensen! Voor alle duidelijkheid CWAO pretendeert niet de arbeiders te organiseren, dat doen ze gewoon zelf. Wij bieden ze een lokaal aan en informatie. Kennis over hun rechten is de eerste stap naar verandering.
De kracht die van deze werknemers uitgaat is enorm! Ze weten welk risico ze nemen door bij ons te komen, om het gesprek aan te gaan met hun werkgever en toch doen ze het. Ze beseffen dat ze hun situatie niet langer kunnen aanvaarden. Ze komen ons dan met een glimlach op hun gezicht vertellen dat ze ontslagen zijn. Hun opoffering voor de andere kameraden is enorm, daar kunnen we alleen maar naar opkijken.”