Twaalf cent per uur. Het gaat niet over de prijs van een lokaal telefoongesprek, maar wel over het gemiddeld uurloon van borduursters in El Salvador. Voor die prijs borduren vrouwen figuren op kinderkleding voor kooplustigen in de Verenigde Staten. Daar wordt de ‘handgeborduurde’ kinderkleding voor een fikse prijs verkocht.
FOS sprak met Isela Beltrán, algemeen secretaris van vakbond SITRABORDO, die deel uitmaakt van het door platform CEDM waar FOS in El Salvador mee samenwerkt. Dat coördinatieplatform strijdt voor waardig werk voor vrouwen in de textielsector.
FOS: Isela, kan je ons wat meer vertellen over je werk?
“We zijn borduursters die van thuis uit werken. Het borduren gebeurt dus niet in de fabriek. Wekelijks krijgen we onze opdrachten thuis geleverd en worden op het einde van de week betaald per afgewerkt stuk.
De textielindustrie doet uitschijnen dat ze zo huismoeders erop vooruit helpen. We zouden thuis kunnen blijven om voor de kinderen te zorgen, het huishouden te doen én tegelijkertijd goed geld verdienen. Vooral voor huisvrouwen in afgelegen dorpen waar nauwelijks tewerkstelling is, is dat een groot voordeel. Win-win zeg maar.”
Klopt dat dan niet?
“Aanvankelijk zagen wij ook enkel de positieve kant, maar in de praktijk stellen we vast dat het om een georganiseerde vorm van uitbuiting gaat.
Om te beginnen werken we zonder contract, er is enkel een mondelinge overeenkomst. We worden betaald per stuk en er bestaat geen minimumloon. We hebben geen sociale zekerheid, geen betaalde vakantie, geen recht op een vergoeding bij ontslag.
Word je ziek, dan verlies je van de ene op de andere dag je inkomen. De meeste vrouwen kampen na 25 à 30 jaar met gezichtsproblemen of problemen met pezen en gewrichten. Als je daardoor niet meer kan werken, heb je niets om op terug te vallen. Ook niet op een uitkering of pensioen.”
Wat doe je wanneer de wereldwijde manier van produceren en consumeren tot ongelijkheid, klimaatverandering en onzeker werk leidt? Je gooit het roer om!
Met de campagne de jobs die we willen brengen we de straffe verhalen van mensen en organisaties naar buiten die gaan voor een toekomst met waardig werk. We stappen naar beleidsmakers en naar de vrouwen en mannen in de straat en vragen hen om een deel uit te maken van de golf van positieve verandering. Want een solidaire toekomst voor iedereen, met de jobs die we willen: het kan!
Maar intussen verdien je wel goed geld?
“Wij verdienen tussen de 1,50 en 2,25 dollar per stuk, waar we tussen de twaalf en de achttien uur aan werken. Om 15 dollar per week te verdienen, moeten we bijna dag en nacht werken. Dan verreken ik niet eens de kosten van elektriciteit en materiaal dat we zelf moeten aankopen. Om iets meer te verdienen, besteden we sommige taken uit zoals de afwerking van de rugzijde. Maar eigenlijk is dat voor niemand echt een oplossing, want het overstijgt de onzekerheid niet.
Ik werk nu 20 jaar als borduurster en we zijn er eigenlijk op achteruitgegaan. Vroeger betaalden de bedrijven tussen 2 en 3 dollar per stuk en kregen we ook productiviteitspremies en maaltijdvergoedingen. Dat is vandaag allemaal weggevallen.”
Aanvankelijk zagen wij ook enkel de positieve kant, maar in de praktijk stellen we vast dat het om een georganiseerde vorm van uitbuiting gaat
Heeft de vakbond daar dan niets kunnen aan doen?
“Die verregaande uitbuiting en schending van onze arbeidsrechten zijn net de redenen waarom we de vakbond hebben opgericht. We zien in dat we ons moeten organiseren om het tij te keren. Samen met de koepelvakbond FEASIES en overlegplatform CEDM organiseren we vormingen en werkten we een syndicale strategie uit.”
“We stelden we vast dat er een structurele oorzaak is voor de onzekere werkomstandigheden van onze borduursters. Wij vormen namelijk, samen met huishoudwerkers, een uitzondering op de arbeidswetgeving in dit land. Met andere woorden: omdat wij een apart type beroep hebben, hebben we geen recht op dat minimumloon en sociale zekerheid.
Willen we iets ten gronde veranderen, dan moet die uitzondering voor borduursters geschrapt worden. De Internationale Arbeidsorganisatie liet in conventie 177 over thuiswerk optekenen, dat thuiswerkers erkend moeten worden als loontrekkenden. We ijveren ervoor dat El Salvador die conventie ondertekend en vervolgens de nationale wetgeving aanpast. Dát is de doelstelling van ons beleidswerk.”
omdat wij een apart type beroep hebben, hebben we geen recht op dat minimumloon en sociale zekerheid.
Hoe denk je dat te realiseren?
“We oefenen druk uit op het ministerie van Arbeid en zoeken een meerderheid van parlementsleden die een wetsvoorstel ter ondertekening van de IAO conventie willen steunen.
Aanvankelijk kregen we nergens gehoor, maar met de steun van FOS en andere organisaties slaagden we erin om in 2017 te vergaderen met parlementsleden uit de Verenigde Staten. Terug van de VS, was het plots wel mogelijk om te onderhandelen met het ministerie en met parlementaire commissies.
Zo konden we arbeidsinspecties afdwingen, wat de werkgevers onder druk zet om naar de onderhandelingstafel te komen. De onderhandelingen met het ministerie zijn nog lopende. We willen in de eerste plaats recht krijgen op het wettelijk minimumloon en op sociale zekerheid.”
Hoe kan FOS jullie strijd verder steunen?
“In de eerste plaats willen we FOS bedanken voor de steun tot nu toe, vooral bij de vorming en het lobby- en beleidswerk op nationaal en internationaal vlak. Zonder de steun van FOS hadden we als organisatie die stappen niet kunnen zetten. We hopen dat we op jullie kunnen blijven rekenen.
Specifiek willen we vragen om dit najaar onze campagne ‘bordando con derechos’ (‘borduren met respect voor onze rechten, nvdr) te steunen. We gaan opnieuw naar de VS om te lobbyen voor conventie 177 en zo verder de internationale druk op te voeren. Samen met sociale organisaties daar zullen we onze media campagne lanceren, om de publieke wereldwijd wakker te schudden. Hopelijk geraakt die boodschap ook in België gehoord!”