Intussen in de rechtszaal

De vakbondskoepel ZCTU, partner van fos, is al jaren een doorn in het oog voor het regime van Mugabe. De rechtszaken tegen de vakbondsmensen stapelen zich op, maar het akkoord tussen de regeringspartij en de oppositie biedt hoop op een rechtvaardige afwikkeling.

LocatieZimbabwe
CategorieNieuws

Het is duidelijk hoe vakbondskoepel ZCTU zich de woede van Mugabe op de hals haalde. De oppositiepartij MDC, die op 15 september een overeenkomst tekende met de ZANU-PF van Robert Mugabe, werd in september 1999 opgericht door een brede groep van organisaties uit het middenveld. De vakbondskoepel ZCTU nam daarbij het voortouw. Op dat moment was de huidige MDC-leider, Morgan Tsvangirai, al een tiental jaar de Algemeen Secretaris van ZCTU.

Vervolging en foltering
Door haar link met de oppositie en door haar krachtige uitspraken tegen het beleid van de regering is de ZCTU sinds lang het doelwit van overheidsrepressie in Zimbabwe. Degenen die zich actief inzetten voor de vakbondskoepel of de eraan geaffilieerde bonden, worden regelmatig het slachtoffer van overheidsrepressie, vervolging en foltering. Vakbondsleiders verschijnen dikwijls voor de rechtbank en deze rechtzittingen nemen vaak veel van hun tijd in beslag. Medewerkers van de ZCTU merken met enig cynisme op dat het soms een hele taak is om de data voor alle zittingen bij te houden.

De dagen na de ondertekening van de overeenkomst tussen de ZANU-PF en beide fracties van de MDC, werden voor de ZCTU opnieuw in beslag genomen door rechtszittingen, dit maal in verband met aanklachten tegen ZCTU’s Algemeen Secretaris, Welington Chibebe, en de Voorzitter van de koepel, Lovemore Matombo. fos berichtte eerder over de arrestatie van beide vakbondsleiders nadat zij op de 1-mei-manifestatie een toespraak hadden gehouden. Die dag werden zij ervan beschuldigd ‘onwaarheden te hebben gecommuniceerd die nadelig zijn voor de staat’ en van het ‘opzetten van het algemene publiek tegen de overheid’. De wetgeving op basis waarvan zij werden aangeklaagd, maakt deel uit van een serie van anti-oppositiewetten die het regime van Mugabe introduceerde.

Het leven zoals het is in de rechtszaal
De Algemeen Secretaris en de Voorzitter van ZCTU werden pas op 19 mei 2008 op borgtocht uit de gevangenis vrijgelaten. Sinds hun vrijlating hebben zij zich regelmatig moeten melden, zijn er verschillende zittingen geweest waarin de zaak steeds werd uitgesteld en is het hen verboden politieke bijeenkomsten toe te spreken.

Vóór de uitspraak van de rechter op donderdag 18 september waren Wellington Chibebe en Lovemore Matombo laconiek over het verloop en de uitkomst van de zitting. Beide leiders zijn al vaker gearresteerd en hebben zoveel andere rechtszaken tegen zich lopen dat het haast onmogelijk lijkt om de hele rechtsgang nog serieus te nemen. Voor de aanvang van de zitting brachten beide mannen de tijd door met het begroeten van het bewakingspersoneel dat zij door hun regelmatig en langdurig verblijf in detentie inmiddels goed kennen en met het bespreken van de nieuwe overeenkomst tussen ZANU-PF en MDC die drie dagen eerder werd gesloten.

Uitspraak voor het Hooggerechtshof
Hun advocaat had eerder de rechtbank verzocht de zaak te verwijzen naar het Hooggerechtshof met het argument dat de aanklacht tegen zijn cliënten hun grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting beperkt. In de uitspraak van de rechter op 18 september werd dit verzoek toegewezen hoewel de rechter ook benadrukte dat de aanklacht naar zijn mening gerechtvaardigd was onder de betreffende veiligheidswetten. Het is nu aan het Hooggerechtshof om te bepalen of het grondwettelijk recht op vrijheid van meningsuiting inderdaad tegenstrijdig is aan deze veiligheidswetten.

Desondanks was er bij Wellington Chibebe en Lovemore Matombo enkel een onderdrukte glimlach waar te nemen toen de beslissing werd voorgelezen. “Just another day in court,” was de reactie van de ZCTU woordvoerder die de rechtzitting bijwoonde en uitlegde dat een uitspraak van het Hooggerechtshof soms wel vijf jaar op zich laat wachten.

Hoop op rechtvaardigheid
De overeenkomst die ZANU-PF en MDC drie dagen voor de uitspraak van de rechter ondertekenden, benadrukt dat alle partijen hun mening moeten kunnen uiten en steun moeten kunnen werven zonder hierbij te worden geïntimideerd of te worden lastig gevallen. Bovendien werd overeengekomen dat er respect moet zijn voor de wetten en de grondwet en dat het openbaar ministerie de afhandeling van alle zaken waarin personen worden beschuldigd van politiekgerelateerde vergrijpen rond de verkiezingen in maart en juni van 2008 moet bespoedigen. Maar dit kan alleen onpartijdig en met respect voor fundamentele mensenrechten gebeuren indien er eerst een herziening van de huidige veiligheidswetgeving komt. De hoop is dat de wetten op basis waarvan de ZCTU leiders zijn aangeklaagd in de geest van de nieuwe overeenkomst worden herzien, zodat een uiteindelijke behandeling van de zaak tegen Wellington Chibebe en Lovemore Matombo door het Hooggerechtshof niet meer aan de orde is.