JBC toonde eerder al dat ze het respect voor arbeidsrechten bij hun leveranciers ernstig nemen. In 2013 ondertekende JBC als enige Belgische retailer het Bangladesh Akkoord voor veiligere fabrieken, dat tot stand kwam na de instorting van het Rana Plaza complex op 24 april 2013. Sterk aan het Akkoord is dat kledingbedrijven én vakbonden samen in het bestuur zitten, voorgezeten door de Internationale Arbeidsorganisatie. Bovendien is het bindend en 5 jaar geldig. De kledingbedrijven die het Akkoord ondertekenen, moeten mee garant staan voor de financiering van de nodige renovaties. Hoewel JBC maar in een beperkt aantal fabrieken in Bangladesh kleding laat produceren, nemen ze een coördinerende rol op voor het Akkoord in enkele fabrieken.
100% schoon?
Bedrijven die aangesloten zijn bij de Fair Wear Foundation (FWF) zeggen daarmee dat ze verantwoordelijk zijn voor de werkomstandigheden bij hun leveranciers. FWF laat de fabrieken regelmatig controleren door lokale teams van specialisten. En ook het aankoopbeleid van het kledingbedrijf zelf wordt gescreend. FWF stimuleert haar leden ook om stappen te zetten naar een leefbaar loon, het grote probleem in de productielanden. Daarnaast kunnen arbeiders zelf een klacht indienen. FWF lidmaatschap alleen zorgt er natuurlijk niet voor dat de omstandigheden verbeteren: het is een belangrijk middel, maar het blijft hard werken voor de kledingbedrijven. Zijn de kleren in de rekken van JBC nu 100% schoon? Dat niet, maar lidmaatschap bij FWF betekent wel dat ze ernstige inspanningen doen om de arbeidsomstandigheden in hun toeleveringsketen te verbeteren.
Vakbonden essentieel
De Fair Wear Foundation is wat we noemen een multi-stakeholderinitiatief: bedrijven, werkgeversorganisaties, vakbonden en ngo’s werken samen aan betere arbeidsomstandigheden. Die samenwerking is essentieel, want in het verleden hebben kledingbedrijven te lang vertrouwd op commerciële auditbureaus om controles te doen. De kwaliteit van zulke audits varieert van goed tot totaal onbetrouwbaar. De drie laatste grote catastrofes in de kledingindustrie zijn daar een triest voorbeeld van: zowel de fabrieken in het Rana Plaza complex (Bangladesh, april 2013, 1.138 doden), Tazreen Fashions (Bangladesh, november 2012, 120 doden) als Ali Enterprises (Pakistan, september 20912, 286 doden) waren ge-audit voor de ramp. Toch waren er geen nooduitgangen, was er geen brandalarm en waren er tralies voor de ramen. Was er een vakbond actief geweest in Rana Plaza, dan zouden er wellicht veel minder slachtoffers gevallen zijn. Een dag voor de catastrofe waren er al klachten over scheuren in het gebouw. Arbeid(st)ers werden gedwongen om te werken anders kregen ze geen loon uitbetaald.
Consument vraagt schonere kleren
Met de toetreding van JBC zijn er nu 6 Belgische bedrijven lid van de Fair Wear Foundation: JBC, Bel&Bo, Mayerline, ACP Promo- en werkkledij , Stanley & Stella en The Cotton Group (B&C). In vergelijking met onze buurlanden, is het aanbod aan kleren geproduceerd in goede arbeidsomstandigheden in België beperkt. Consumenten snakken naar meer informatie over de herkomst van de kledij die ze kopen en de omstandigheden waarin ze gemaakt zijn. Hopelijk kan het voorbeeld van JBC en Bel&Bo andere Belgische kledingmerken -en ketens inspireren.